Wat hebben Joden, Christenen en Moslims elkaar te zeggen?

logo-idW-oud

Wat hebben Joden, Christenen en Moslims elkaar te zeggen?

Onder christenen, die de dialoog met het jodendom zoeken is het gebruikelijk geworden om over hun eigen identiteit in tweederangs termen te spreken. Wij zijn ‘slechts’ geënt op de stam van Israël. De kerk is er ‘slechts’ om ook de heidenen een beetje met Israël mee te laten doen. Tegenover een geschiedenis van al te groot christelijk zelfvertrouwen is dat een gezonde compensatie, maar vaak gaat het zo ver, dat christenen hun ‘eigen’ christelijk geloof in het vage laten of zelfs kwijtraken. Het jodendom is het eigenlijke. Wij zijn een soort heidenen die een beetje joods proberen te zijn. Juist de confrontatie met de islam daarentegen kan ons meer bewust maken van de eigensoortige christelijke bijdrage in de zoektocht naar heil, die de geschiedenis is. Daarover gaat deze bijdrage.

Heidenen?

Laten we beginnen bij die uitdrukking: heidenen die meedoen. Wat zijn dan wel heidenen? We kunnen natuurlijk zeggen: dat zijn alle religies, die niet joods of christelijk zijn. Maar dan maken wij ons er wat makkelijk van af. Levinas maakt in zijn filosofie een treffend onderscheid tussen het Zelf en de Ander. Heidens, zou je kunnen zeggen, is dan opgesloten te blijven in het Zelf. Wat minder filosofisch gezegd: botweg zijn wat je bent. Je kunt ook zeggen: herhaling van vaste vormen. Waar het leven vaste vorm krijgt en niet meer kan bewegen, niet meer antwoordt op de steeds hernieuwde tegenwoordigheid van de ander, daar is heidendom. Misschien is de uitspraak ‘Ze nemen mij maar zoals ik ben’ wel de meest heidense uitspraak die er is.

Als je het zo bekijkt, hoeveel heidendom zit er dan niet in de vaste vormen van de christendommelijkheid? In de vaste vormen van de islam? Zelfs in de vaste vormen van het jodendom? Moeten wij niet allemaal uit onze vaste vormen komen en onze ‘eigen’ waarheden relativeren? Is alles wat ‘eigen’ is, niet nog deel van het Zelf? Maar dat is ook weer te makkelijk. Want de ene vaste vorm is de andere niet. Neem de joodse spijswetten: die worden zo streng gehandhaafd om voortdurend bij de les te blijven. Ze maken het leven ongemakkelijk. Je kunt niet gewoon doen, niet gewoon zijn, wie je bent, maar je wordt steeds onderbroken door lastige voorschriften. Je moet steeds een slag extra nadenken. Die wetten zijn daardoor een vooroefening voor het leven zelf. Je oefent je er in om iets te denken, dat tegen jezelf ingaat. Zo oefen je je erin om steeds om de ander te denken. Je oefent je in morele gevoeligheid, aldus Levinas. En het is opmerkelijk, dat een deel van deze voorschriften, met name de spijswetten en de besnijdenis, ook nog eens weer deel geworden zijn van de islam. Maar over vaste vormen gesproken, is dan niet juist de islam wel een heel groot blok vaste vormen? Niet voor niets is de eenheid zo’n centraal begrip in de islam. Als iedereen zich aan één regel en wet houdt, onveranderlijk en eeuwig, en één regel voor dagelijks gedrag, dan is er vrede. Veel meer dan de joodse ethiek en het christelijk geloof is de islam een levensvorm, die zich eindeloos herhaalt. De crisis van de islam in onze dagen heeft er alles mee te maken, dat in de moderne maatschappij zoveel aan verandering onderhevig is. De islam is een mix van heidense, joodse en christelijke elementen, die heeft willen vooruit grijpen op de voleinding, maar die daardoor juist statisch geworden is. Want na de voleinding, als die bereikt is, hoeft er niets meer te veranderen. Juist de wil om daadwerkelijk zuiver te zijn, staat verdere ontwikkeling in de weg.

Voleinding

De joodse en christelijke traditie heeft er meer weet van, dat de voleinding voor ons mensen niet te bereiken is. Die ligt altijd voorbij aan onze vormen. Heel de joodse wet is een vooroefening voor ‘de tijd die komt’, een tijd voorbij de tijd die wij kunnen meemaken en maken. De jood is in zijn wetsbetrachting een levende herinnering aan die toekomst voorbij alle denkbare toekomst. Om dat goed te kunnen doen, vooruit wijzen naar de onbereikbare toekomst, vonden joden door de millennia heen, dat zij apart moesten blijven staan. Zij gingen dus ook niet met de ‘christenen’ mee. De joodse wetsbetrachting heeft er weet van, dat je het echte einde nooit binnen kunt halen. Daarom is de joodse blik zo naar binnen gericht. Wat je niet kunt realiseren, daaraan kun je wel denken. Thorastudie is een manier om te denken aan wat niet te realiseren is.

En de christenen? De christenen kunnen geënt worden op de stam van Israël, maar ook zo weer verwijderd worden. Als zij niet in beweging blijven en verstarren, dan worden zij weer heidens. Dan slaat de herhaling toe. Jezus begon zijn werkzaamheid met de leuze ‘Het koninkrijk is nabij gekomen’. Het is sedertdien, aldus een uitspraak van Noordmans, niet opgehouden nabij te komen. Christelijk leven is: het koninkrijk stukje bij beetje realiseren. Christelijk leven is: steeds een nieuwe wilde olijftak enten op de stam van Israël. Je zou het zo kunnen zeggen: waar de jood alle vorm aflegt in het denken aan het einde, waar de heiden verstart in zijn vaste vorm, is het de christelijke weg om steeds van vorm te veranderen. Elke vorm tot een tijdelijke vorm te maken. Ik ben nu zo, maar morgen moet ik weer anders, om te kunnen blijven antwoorden op het verlangen naar recht. Daarom komen wij de christenen ook in zoveel gestalten tegen: als monnik, als paus, als christelijke keizer, als ontdekkingsreiziger, als revolutionair. De jood zegt als het ware: als het licht van de Thora maar schijnt. Licht als een ster in de verte. De christen: als wij in onze manier van leven, in ontlediging en wedergeboorte, maar iets realiseren van die uiteindelijke gerechtigheid, telkens weer iets anders. In de hitte van het leven, in de arbeid onder de volle zon, kruisigen wij wat te veel vaste vorm aan onszelf wordt steeds opnieuw. Maar dan de islam: In de schaduw van de islam schijnt de maan, en in dat maanlicht krijgt het leven een rustige doorgaande vaste vorm van schoonheid en harmonie. Voor de moslim schijnt de zon te fel, en maakt een zwakker licht het leven hanteerbaar en de perfectie bereikbaar en ‘doenlijk’. Meer dan ‘overgave’ betekent Islam ‘vrede maken’, met de nadruk op ‘maken’. Wat dat betekent moet ons in de toekomst meer te denken geven.

Kritiek en erkenning

Natuurlijk kun je op alle drie kritiek hebben. Van Israël kun je zeggen: jullie denken alleen maar aan het einde en dat is vruchteloos. Van de islam kun je zeggen: jullie streven naar afronding, maar blijven te veel in de vaste vormen steken; je wilt het einde bereiken, maar blijft aan het begin staan. Door de meest progressieve te willen zijn, eindig je paradoxaal genoeg conservatief. Van de christen kun je zeggen: in de waan van de dag doen jullie met iedere nieuwe verandering mee.

Misschien moeten we zulke dingen tegen elkaar zeggen, als wij eerlijk willen zijn. Wij moeten het interreligieuze gesprek op het scherp van de snede leren voeren. We moeten leren het oneens te zijn – niet zomaar, maar over de vraag hoe het leven goed is, of wordt (daar begint de onenigheid al). En misschien kunnen we dat als we eerst iets anders zeggen. Twee dingen. Het eerste is de erkenning, dat noch de jood, noch de christen noch de moslim het heidendom als zodanig wilde laten staan. Als monotheïstische religies, strekken alle drie zich uit naar het einde. Het tweede is, dat wij moeten leren het specifieke verlangen en het specifieke kwaad van de ander in onszelf te herkennen, als een deel van mijzelf. Christelijk leven is: iets realiseren van de belofte, van tijd tot tijd anders. Haar specifieke risico is: met alle verandering niet echt veranderen. De joodse wetsbetrachting is: de gedachte bepalen bij een gerechtigheid zo groot, dat die niet op aarde te brengen is. Inkeer. Nadat wij als christenen in de 20e eeuw met twee wereldoorlogen en het nazisme, dat vanuit christelijk grondgebied heeft gewoed, de fout in zijn gegaan, kunnen wij de jood begrijpen. Hij is een deel van onszelf geworden. Nu de islam: De islam wil een afronding van dit aardse bestaan in definitieve schoonheid en harmonie. Wie zou dat niet ook willen? Alvast zo te leven? Heeft het socialisme bijvoorbeeld dat ook niet gewild? En is dat niet een westers product? En hoe zit het in dat opzicht met het liberalisme en de Verlichting? Maar het specifieke risico van de islam is, in plaats van de voleinding te bereiken bij het begin te blijven staan, in heidense verharding de onbekeerde schepping ‘met de klompen nog aan’ het koninkrijk te laten binnenlopen. En het meest scherp op deze islam reageren dan ook wel diegenen die wij rustig ‘de nieuwe heidenen’ kunnen noemen, mensen die zich wentelen in zelfgenoegzame superioriteitsideeën en alle eschatologie willen uitbannen in naam van de ‘Verlichting’.

Vanuit joods gezichtspunt hebben de christenen al te veel concessies gedaan aan het aardse leven. De moslims zijn dan te beschouwen als een aftakking van de christelijke traditie, die nog wat meer concessies doet. Vanuit christelijk gezichtspunt is de islam te veel in de schepping blijven steken, in wat nu eenmaal zo is, en grijpen de joden te ver vooruit, naar wat nooit kan komen. Vanuit het gezichtspunt van de islam zijn joden en christenen ondankbaar, omdat zij de volmaakte schoonheid en harmonie van de islam weigeren te aanvaarden.

De christelijke missie

Wij staan voor de vraag of deze drie richtingen in het maatschappelijk leven in plaats van elkaar te bestrijden ook aan elkaar kunnen genezen. Aan elkaar kunnen veranderen dus. Wij weten nu nog niet hoe dat kan. Maar aangezien het juist de christen is, die het meest veranderlijk is, zou het werkelijk geleefde christelijk geloof een brug kunnen zijn waarover de moslim en de jood elkander de hand kunnen reiken, zoals ooit in Camp David al eens gebeurde. Juist in een waarachtig christelijk leven schuilt daarom wellicht onze bijdrage, een koers uitzetten, waarmee het voorlopig verder kan. Dat bedoel ik met: je christelijke wortels ernstig nemen. Want de brug tussen heden en toekomst te slaan en steeds opnieuw te slaan, d.w.z. weer een nieuwe brug te slaan, als de oude niet meer meegaat, in ontlediging en wedergeboorte, dat is ‘onze’ christelijke missie.

Otto Kroesen