Zo maar wat, Energiebesparing in de jaren ’50

logo-idW-oud

ZOMAAR WAT – ENERGIEBESPARING IN DE JAREN ’50

De TV-serie ‘Andere tijden’ bestond vijf jaar en dat was de reden tot een special over de jaren ‘50. Het was me aanbevolen om te kijken, maar erg onder de indruk was ik er niet van. De continuïteit met het heden viel me eigenlijk nog het meest op, maar het kan natuurlijk zijn dat ik in de jaren ’50 ben blijven steken. Toen al veel fietsen en ook flink wat auto’s die het straatbeeld in de steden bepaalden. Drommen mensen naar het strand waar men geen rustig plekje kon vinden. Ook was er een keer sprake van ‘energie besparen’, maar dat had daar een andere betekenis dan in deze tijd. Het ging om de wasmachine, de stofzuiger en de electrische roomklopper waardoor de huisvrouwen het een stuk gemakkelijker kregen en energie vrij kregen voor andere zaken. Ja, over die revolutie in de huishouding denke men niet te gering. Ik herinner me die nog goed, zonder er overigens -als van huishoudelijke taken grotendeels vrijgestelde zoon in ons gezin- diepgaand door te zijn beïnvloed. De achterstand in huishoudelijke bekwaamheden daar opgelopen heb ik in vijftig jaar tijd maar zeer ten dele kunnen goedmaken, al steek ik in dit opzicht nog gunstig af tegenover heel wat leeftijdgenoten of maar iets oudere tijdgenoten. Zonder hier namen te noemen weet ik dat velen van hen niet verder komen in het huishouden dan thee zetten (koffie gaat al te ver) en een eitje bakken. Een enkeling gaat daar ook nog prat op. Maar de meesten houden zich schuil vanuit een lichte schaamte, die mannen uit de jaren ’50 nog totaal vreemd was. Ongegêneerd liet al wat man was de vrouw toen al het (zware) huishoudelijke werk doen en haar ook nog koffie zetten en zijn pantoffels brengen. Goede en harmonieuze huwelijken waren dat.

In ons gezin hadden mijn vader en ik de taak ’s zondagmiddags de afwas te doen. Of dit een vrijwillige, genereus op ons genomen taak was weet ik niet meer, maar heb hier mijn twijfels. Niettemin een klein begin van verandering in de verhoudingen.

Natuurlijk was er ook wel eens een man die heel veel in het huishouden deed. Zo wist ik van een alleszins mannelijke man op ons dorp dat hij kookte, schoonmaakte en zelfs de kleren herstelde voor zijn gezin. Hij verbood zijn vrouw evenwel dit anderen te vertellen op straffe van het staken van al deze als on-mannelijk geldende activiteiten. Het moest geheim blijven. Maar het was een dorp en zo was het een publiek geheim.

Ondertussen was het bovengenoemde energiebesparing die de materiële basis voor de emancipatie van de vrouw heeft gelegd. De moeders kregen wat rust en de dochters gaandeweg de jaren ‘60 àndere en bredere ambities. Blij waren de mannen daar niet allemaal mee. Het werd en is een taaie strijd tussen de sexen. Voltooid is de emancipatie van de vrouw zeker niet, maar we zijn wel een eind op de in mijn ogen góede weg. Ik kan en durf het niet anders te zien.

Rens Kopmels