Vertalen in meervoud -aub

logo-idW-oud

VERTALEN IN MEERVOUD – a.u.b.

Reeds bij de introductie en presentatie van de Nieuwe Bijbel vertaling(NBV) werd veel nadruk gelegd op de kwalificaties brontaalgetrouw en brontekstgetrouw voor deze doeltaalgerichte vertaling van de bijbel. Ook in het artikel van Dr. J.van Dorp vallen deze kwalificaties op, waarbij hij de voorkeur geeft aan brontekstgetrouw.

De NBV wordt aangeboden en verdedigd als een vertaling die maximaal ‘overeenkomt met het origineel’(IdW.2005 nr. 7, blz. 201); zij is ‘filologisch precies en stilistisch betrouwbaar’ t.o.v. het origineel. De NBV is een voorbeeld van de manier van vertalen, waarvoor Arthur Langeveld in zijn boek Vertalen wat er staat heeft gepleit. De vertalers van het NBV hebben inderdaad de tekst nauwkeurig onderzocht en op grond daarvan zorgvuldig geïnterpreteerd en daardoor adequaat vertaald.

Door deze nadruk op de correcte weergave van het origineel wordt de indruk gewekt, dat deze Nederlandse Bijbelvertaling het Hebreeuws/Griekse origineel kan vervangen. Dat zal in de praktijk ook gebeuren. De Nederlands sprekende lezer en gebruiker zal, op grond van deze voortgaande nadruk in de discussies op de brontekstgetrouwheid, gaan concluderen, dat het origineel correct is geïnterpreteerd, ja, dat deze interpretatie andere interpretaties overbodig maakt of ingehaald heeft. Alle aspecten van het origineel zijn er immers maximaal in verdisconteerd: ‘woordgroepen, zinsdelen, zinnen, teksteenheden’, etc (IdWnr 7 blz.200).

Elders in dit blad werd reeds vastgesteld, hoe snel de NBV ingang gevonden heeft in de kerkdiensten. De NBV is de toonaangevende vertaling geworden, maar dat niet alleen, zij is ook de maatgevende interpretatie aan het worden.

En hier dient m.i. de discussie in te zetten. Want de NBV is – niet anders dan welke vertaling dan ook – gebaseerd op e e n interpretatie. Zeker: een goed beargumenteerbare en bij de traditie aansluitende interpretatie. Maar dat ook andere interpretaties mogelijk zijn en dus andere vertalingen: dat had zowel bij de introductie als bij de promotie en de verdediging alle nadruk moeten krijgen.

Hoe belangrijk dat is, wil ik aan de hand van één tekst aantonen, n.l. Exodus 12:5b.

Statenvertaling:

…..want wie het gedesemde eet van den eersten dag af tot op den zevenden dag, die ziel zal uitgeroeid worden uit Israël.

NBG-1951:

…..want ieder die iets gezuurds eet, van den eersten tot den zevenden dag, zo iemand zal uit Israël worden uitgeroeid.

Groot Nieuws:

…..Wie iets eet waarin gist verwerkt is, zal uit de gemeenschap gestoten worden.

NBV:

……wie op een van die zeven dagen iets eet dat zuurdesem bevat, moet uit de gemeenschap van Israël gestoten worden.

Naardense Bijbel:

……want alwie iets gegists eet: weggesneden zij die ziel uit Israël van de voorste dag tot de zevende dag.

Het gaat om de vertaling van het Hebreeuwse werkwoord, dat in de bovengenoemde vertalingen achtereenvolgens met ‘uitroeien’, ‘uitstoten’ en ‘ wegsnijden’ wordt weergegeven.

1.

Het Hebreeuwse werkwoord wordt in deze tekst overwegend passief vertaald. De modus, waarin het werkwoord hier staat ( de zogenoemde Niph’al) kan echter ook reflexief vertaald worden: ‘zich uitroeien’, ‘zich uitstoten’, ‘zich wegsnijden’? Het lijkt niet erg logisch.

2

Aan de vormen van de werkwoorden in de Hebreeuwse taal is op zichzelf niet te zien, of het om een tegenwoordige, dan wel om een verleden of toekomende tijd gaat. Wel is te zien of de handeling nog gaande is, of voltooid is. Hier gaat het om een handeling die nog gaande is (een zogeheten perfectum consecutivum, dat een eerder imperfectum voortzet): wie iets gezuurds eet, is zich aan het ……………..

3.

De grondbetekenis van dit Hebreeuwse werkwoord is niet met zekerheid vast te stellen. Het wordt bijvoorbeeld ook heel vaak gebruikt in de uitdrukking ‘een verbond (Berith, waarvan de betekenis overigens ook niet zo zeker is) sluiten’. Elders herkennen we het in een woord, dat met echtscheiding wordt vertaald.

Wanneer we deze laatste betekenis ‘scheiden’, ‘afscheiden’ als basisbetekenis aannemen (en dat is minstens zo verdedigbaar als ‘snijden’ of ‘uitroeien’) dan kan Exodus 12:5b aldus vertaald worden:

…..wie iets gezuurds eet, zeker aan ’t afscheiden is zich die ziel (=Nèphèsh: beter: lichaamziel) vandaan van Israël vanaf de eerste dag tot de zevende dag.

Zoveel interpretatieruimte ligt er dus tussen de vertalingen en het origineel En op die grote interpretatieruimte had alle nadruk moeten worden gelegd bij de introductie, zeker van de NBV, maar van welke vertaling dan ook.

Zo’n tekst als Ex.12:5 toont aan welke gevaren er ontstaan, wanneer voortdurend op de brontekstgetrouwheid wordt gehamerd. Want in deze tekst ‘wordt uitgeroeid’, ‘moet worden uitgestoten’, ‘weggesneden zij’ vertalen en dan beklemtonen, dit is brontekstgetrouw vertaald, wekt de indruk, dat aan deze tekst alleen een gewelddadige interpretatie te geven is.

Het ontslaat fundamentalisten van de verplichting om het Hebreeuwse origineel te raadplegen. Deze vertaling wordt zo een wapen in de hand van die fundamentalisten die voor geweld niet terugdeinzen. Aan gewelddadigheid wordt een bijbelse legitimatie gegeven mede op grond van een tekst, waarvan de interpretatie juist niet eenduidig is – ook al is Ex.12:5 in de traditie zonder uitzondering zo vertaald.

Op dezelfde manier wordt gevaar gelopen als het gaat om de positie van de vrouw, de positie van het offer, om de betekenis van verzoening, om maar enkele cruciale voorbeelden te noemen.

Met andere woorden: er gaapt een kloof tussen het Hebreeuwse/Griekse origineel en welke vertaling dan ook. Elke vertaling overbrugt die kloof op een bepaalde manier. En dat doet de NBV en ze kan die manier ook verantwoorden – en heeft dat ook te doen. Maar heel andere vertalingen, die soms bijna het omgekeerde lijken te zeggen, overbruggen die kloof ook, niet minder verantwoord. De discussie tussen Prof. Deurloo en Dr. van Dorp gaat in feite over interpretaties en nauwelijks over vertalen..

Naast al die verantwoordbare vertalingen zou gezocht moeten worden naar een vernederlandsing van deze belangrijke teksten, die juist niet uitgaat van de betekenis of de ‘bedoeling’ van de tekst, maar een zo groot mogelijke interpretatieruimte nastreeft. Wanneer zo’n vertaling als ‘nederbreeuws’ betiteld wordt, het zij zo. Zo’n vertaling heeft een ander doel: n.l. om de kloof met het origineel voelbaar te maken.

De kerkengemeenschap, en met name het protestantse deel daarvan, heeft aan het begin van de 21e eeuw geen belangrijker taak, dan het gesprek te stimuleren over de betekenis van het Hebreeuws-Griekse origineel van de Bijbelse teksten. Deze teksten kunnen wel beschouwd worden als behorend tot de grondwetgevende teksten van Europa. Dit gesprek te voeren, is de eerste verplichting van de kerkengemeenschap, ook t.o.v. de joodse en islamitische geloofsgemeenschap. Hier pluraliteit laten zien vanwege de trouw aan deze zo beloftevolle teksten, is niet alleen de beste bijdrage aan de toekomst , maar ook de eerlijkste..

Kortom: de NBV is getrouw vertaald – zoals andere vertalingen, maar de kloof met de brontekst blijft onverminderd groot.

Bert van Kooij