Synode treft geen enkele blaam
Synode treft geen enkele blaam
Met grote instemming las ik het verhaal van dr. Wessel ten Boom naar aanleiding van het afschaffen van de kennis van het Latijn voor de dienaar van het Woord in onze kerk. De vele argumenten die hij opsomt soms heel frontaal, soms speels en vol humor, maar steeds vervuld van grote ernst en zorg, zijn mij uit het hart gegrepen. Sterker nog: als lid van de Synode heb ik alle argumenten, die Ten Boom opvoert, in extenso aan de Synode voorgehouden, zo ook dr. A.H. van Veluw als voorzitter van de Commissie van rapport. En ook een heel jonge vrouwlijke predikant die de dingen kennelijk al heel snel door had, liet van zich spreken. Het mocht allemaal niet baten. En waarom niet?
Nu kom ik aan het punt waarom ik meende een paar regels te moeten opschrijven. Het heeft me zeer gestoord, dat dr. ten Boom het niet kan laten de Synode te beschuldigen van lafheid, spruitjeslucht, wegloopgedrag en modieuze voorkeur voor predikanten met hoog ontroeringsgehalte en KPV-achtige uitrusting en uitstraling. Hier klopt helemaal niets van. En als synodelid trekt ik mij dat aan.
De Verbi Divini Minister is niet door de Synode om zeep geholpen. Maar enkel en alleen door de kerkelijke hoogeleraren. Om ze maar bij naam te noemen: prof. dr. F.G. Immink en prof. dr. G.G. de Kruijf (zit hij niet toevallig in de redactie van IdW?) en rector dr. H. de Leede. Ook noem ik prof. dr. Frank van der Duyn Schouten, voorzitter van wat vroeger TWO heette. Een zeer bekwaam man met nochtans geen enkel idee van wat een predikant nodig heeft voor de vervulling van het ambt van Verbi Divini Minster. Zij en zij alleen zijn de schuld van deze move. Als Synode hebben we een en andermaal uitvoerig geprotesteerd tegen deze voorstellen. Met alle argumenten van dr. ten Boom en nog veel meer. Het is absoluut niet in te zien, waarom je als kerk niet meer de eis van Latijn zou mogen stellen bij de start van de studie. Vergeleken met de tijd van Van der Blom zijn de gymnasia in onze tijd heel laagdrempelig geworden en het wemelt er van leerlingen. En wat in Apeldoorn kan, moet bij ons ook kunnen. Maar de opleiding is te oncreatief of ook laf deze eis te stellen. Omdat men de slag niet wil verliezen met de student die religie komt studeren. Hoewel iedereen inmiddels weet, dat binnen 15 jaar het aantal predikantsplaatsen in de Protestantse Kerk is teruggelopen tot 1450 (was tot voor kort 3000). `We krijgen nu minder dominee’s, maar wel goeie!’ zo werd ons meegedeeld, ook al geen opmerking waar je als dominee in de hitte van het getij van vandaag erg vrolijk van werd. Hoewel iedereen weet van wat men een krimpende kerk noemt, – bij de opleiding dringt dit maar niet door. Zij moeten en zullen studenten hebben. En dus: weg met Latijn en dus: een alternatieve route met softe vakken voor de zorg- en multiculti-dominee, en dus: HBOisering van de predikant.
De Synode treft hier geen enkele blaam. Als je je uitvoerig hebt verzet en het tegen 24.00 uur gaat lopen en alle kerkelijke hoogleraren hemel en aarde bewegen, dan stem je als Synode met hen in. Het zijn toch broeders en zusters?. Een synode is geen Eerste of Tweede kamer. Met oppositiepartijen en partijen in de regering. Ook dr. ten Boom lijkt dat te suggereren. Maar zo is het niet. In de synode zitten we allemaal `in de regering’, in het moderamen. En als zij, op voorstel van de kerkelijke hoogleraren, zeggen: zo en zo moet het, – dan geef je hen uiteindelijk de ruimte. Misschien vindt Ten Boom dit toch laf. Als hij maar beseft, dat spruitjeslucht en synode niets met elkaar hebben. Daarvoor moet je zijn bij de mensen van de opleiding. Een ander verhaal is of je bij deze stand van zaken de Synode niet beter kunt afschaffen. Want wat voegt zij toe? Misschien kan Ten Boom daarover ook eens een stukje schrijven.
Piet de Jong (Delfshaven, synodelid)