Het probleem van de kernbewapening

In zijn commentaar op de conferentie over de gevaren van de kernwapens in verband met het terrorisme levert Coen Wessel kritiek op de ommezwaai van Mient-Jan Faber betreffende de atoombewapening (IdW 43/4). Graag reageer ik op Wessels interessante commentaar. Dit is een vraagstuk waarvoor ik me altijd bijzonder heb geïnteresseerd, sinds ik in het begin van de jaren zestig het Herderlijke Schrijven van de Ned. Herv. Kerk Het vraagstuk van de kernwapenen in het Duits vertaalde (in 1963 bij Zollikon/Zürich verschenen onder de titel Kirche, Krieg und Frieden). Het geschrift van de NH kerk werd destijds in bepaalde kringen in theologisch Zwitserland en Duitsland met gejuich ontvangen: hier wezen de Nederlandse christenen een moedige weg! Ik had toen al mijn twijfels die in de loop van de jaren alleen maar groter zijn geworden. Mijn probleem zit nu in het onderscheid dat Wessel maakt tussen een politiek-militaire analyse en een geloofsuitspraak. Is het niet mogelijk om als gelovige een zuiver politiek-militaire analyse te maken en die in geloof ten goede, dat wil zeggen ter voorkoming van een oorlog, te gebruiken? In de politiek gaat het ook om het kiezen van de middelen die tot een bepaald doel moeten leiden. Men kan zich daarin vergissen – zowel ten goede als ten kwade. Ik zou dit – verregaand hypothetisch – willen toelichten aan de hand van de volgende stelling:

We hebben de ontspanning in Europa en de val van de Muur in 1989 mede te danken aan de vredesbewegingen in West Europa, waarin het IKV een voortrekkersrol heeft gespeeld. De vredesbeweging heeft dit succes wel op een heel andere manier behaald dan ze bedoeld had.

Als we op de kwestie van de atoombewapening terugkijken – en dat kan tegenwoordig gelukkig met een zekere zakelijkheid –, dan moeten we allereerst nuchter constateren: de uitvinding van het atoomwapen kan niet meer onge-daan worden gemaakt, of, zoals de Britse Labour-politicus Denis Healey – in de jaren zestig een bekwaam minister van Defensie – het kort uitdrukte: “You cannot dis-invent it.” Dit betekent dat men de kernwapens niet werkelijk de wereld uit kan helpen. Ook als men ze allemaal zou vernietigen, dan zijn daar toch nog de boeken waarin staat hoe je ze moet maken. Laten we ons afvragen: Wat gebeurt er als de kernwapens allemaal zouden zijn vernietigd? Dan is de oude situatie hersteld, waarin het voeren van een wereldoorlog geen zelfmoord meer betekent. We weten uit ervaring en op grond van het Bijbelse mensbeeld, waarnaar Wessel terecht verwijst, dat men dan ook niet terug-deinst voor een wereldoorlog met miljoenen doden. Als die is uitgebroken, dan zal op een gegeven moment de partij die aan de winnende hand is een atoomwapen produceren om daarmee de overwinning te verhaasten en verder verlies van eigen levens te beperken (zoals de Amerikanen in 1945 hebben gedaan) of de verliezende partij kan, zeker als die een misdadig karakter heeft, eveneens een atoomwapen maken om zo veel mogelijk mensen in de ondergang mee te sleuren (zoals Hitler stellig zou hebben gedaan als hij de kans daartoe had gekregen).
Dit leidt tot de conclusie: de vraag is niet of het geoorloofd is om atoomwapens te bezitten. Dat is een theoretische vraag. De vraag, die hier relevant is, is van praktisch politieke aard: wat moeten we doen om te voorkomen dat zulk een wapen ooit weer wordt gebruikt? Mijn bezwaar tegen het Herderlijke Schrijven van de Ned. Herv. Kerk in 1962 is dat men zich daarin met de theoretische vraag bezighield. De stellingname van de Hervormde Kerk leidde tot leven-dige discussies onder theologen en politici, maar leefde niet aan de basis. Dat laatste gebeurde pas in de tweede helft van de jaren zeventig naar aanleiding van de neutronenbom en nog meer naar aanleiding van het zgn. dubbele besluit van de NAVO met betrekking tot de kruisraketten. De strijd tegen de kernbewapening werd toen ook een onderdeel van de machtsstrijd tussen rechts en links in Nederland (die door links werd verloren). Wat was er aan de hand? De Sovjet Unie had (naar Gorbatsjov later verklaarde op grond van een actie van de generaals die nooit in het politbureau was besproken – wat dit achteraf gezien nog gevaarlijker maakte: maken generaals wapens om ze niet te gebruiken?) naast de intercontinentale raketten, die ze evenals de VS al hadden, middellange afstands raketten ontwikkeld, die West Europa konden bereiken. De West Duitse kanselier Helmut Schmidt vreesde dat ze daarmee met name West Duitsland zou kunnen chanteren, en dat de lange afstands raketten van de Amerikanen in deze niet effectief zouden zijn, omdat de Amerikanen zich isolationistisch zouden kunnen opstellen en buiten een conflict zouden blijven dat hen niet direct raakte. Schmidt vroeg nu de Amerikanen om Amerikaanse middellange afstands raketten in West Europa te plaatsen, opdat duidelijk zou zijn dat een Europees conflict een wereldoorlog zou impliceren, en men er dus niet aan zou beginnen. Hij kon, gesteund door o.a. de Britse Labour-premier James Callaghan, de aanvankelijk afwijzend reagerende Amerikanen daartoe overreden. Hij deed het alleszins redelijke aanbod dat men met de plaatsing van de Amerikaanse raketten een aantal jaren zou wachten om de Sovjets de gelegenheid te geven hun raketten te vernietigen. De massa-demonstraties tegen de kruisraketten en de populariteit van de vredesbeweging zullen de Sovjet Unie het gevoel hebben gegeven dat het onnodig was om in te gaan op het aanbod van de NAVO, omdat het maar zeer de vraag was of de regeringen in West Europa in hun eigen landen dit besluit er door zouden krijgen. In 1981 trad de regering Reagan aan, die de kruisraketten voor een heel ander doel ging gebruiken, namelijk niet om een wapenwedloop te voorkomen, maar om de raketten daarvan een onderdeel te laten zijn. Dit had tot gevolg dat de Sovjet Unie tot een nog verdere opvoering van de bewapening werd gedwongen en daarbij uiteindelijk failliet ging.
Ik weet dat het erg speculatief is om te gaan redeneren over ‘wat er zou zijn gebeurd, als …’. Maar men zou de vraag kunnen stellen wat er zou zijn gebeurd als de vredesbeweging in West Europa niet zo’n weerklank onder de bevolking had gevonden. Het is denkbaar dat de Sovjet Unie zou hebben toegegeven, en dat men een akkoord zou hebben gesloten dat wel tot ontspanning, maar niet tot de val van de Muur zou hebben geleid. Door het succes van de vredesbeweging in West Europa kon Reagan zijn politiek van een wapenwedloop gaan voeren, die wel tot de val van de Muur en tot ontspanning tussen Oost en West heeft geleid. We hebben de val van de Muur dus aan de vredesbeweging en aan Reagan te danken (bij wiens begrafenis Gorbatsjov ontroerend lovende woorden sprak)!
Wat ik met dit stukje wil betogen is: Wij kunnen de gevolgen van ons handelen op politiek gebied niet overzien, anders gezegd: we weten vaak niet wat goed en kwaad zal blijken te zijn en kunnen alleen maar hopen dat we het goede zullen bewerken. De kerken hebben zich in hun eenzijdige steun aan de vredesbeweging in ethisch opzicht gewoon vergist. Het zou beter zijn geweest als men het voorstel van Harry Kuitert, gedaan nadat de Gereformeerde Synode had besloten aan het IKV geld te geven, had geaccepteerd dat luidde: ‘Dit was een juist besluit, nu kan het IKV scoren door zelf voor te stellen dat we ook geld geven aan het ICTO, opdat er een beraad op gang kan komen over wat de juiste politiek is.’

We hebben ons verstand van God gekregen. Laten we dat in geloof gebruiken om de wereld voor de ramp van een oorlog tussen de supermachten, die onherroepelijk zal uitlopen op het inzetten van atoomwapens, te behoeden. Een ongelovige zou de atoomwapens kunnen willen gebruiken om zijn wil aan een ander op te leggen, een christen zal dit eenmaal uitgevonden en dus niet meer uit de geschiedenis weg te denken wapen alleen achter de hand houden om een oorlog te voorkomen. Terroristen zullen geen boodschap hebben aan een verwijdering van de atoomwapens uit Nederland. Er zit helaas niets anders op dan hen ook met geweld te bestrijden voordat zij de beschikking krijgen over massa-vernietigingswapens.

E.P. Meijering

Auteur is em. predikant en was lector in de theologiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden