Het Gaza manifest
Het is mij vreemd te moede. Voor mij ligt de paginagrote advertentie met de tekst van het manifest: Gaza: nu tijd voor echte vrede. Het is ondertekend door nog al wat collega’s met wie ik in het verleden menig ander manifest tegen oorlogen en onrecht ondertekend heb. Ik sta er niet bij. Aan de oproep om als nog te tekenen zal ik geen gehoor geven. Ik zal uitleggen waarom niet.
Om elk misverstand uit te sluiten eerst maar een reactie op het Israëlische geweld in Gaza. Wie zou er niet in verbijstering naar kijken als kinderen geraakt worden? Vreselijk is het. Terecht dat daar kritiek op komt en ook terecht is het dat dat tot op de bodem uitgezocht wordt. Die kritiek op de Israëlische regering mag, ja zelfs moet klinken. In dit verband begrijp ik dan ook niets van de slotzin van het manifest. Men wil zich niet monddood laten maken door het verwijt dat kritiek op de Israëlische politiek een vorm van antisemitisme zou zijn. Dat verwijt heb ik op die manier nog nooit gehoord. Ook niet als er kritiek geuit wordt op het nederzettingenbeleid op de Westelijke Jordaanoever. Die kritiek mag geuit worden, ook al kan je je afvragen of je af en toe als buitenstaander er niet beter aan doet je mond te houden. Daar houd ik mij zelf ook aan, omdat ik voldoende vertrouwen heb in het politieke vermogen van de Israëlische samenleving. De pretentie dat ik weet hoe het voelt om in Israël te wonen en te leven heb ik niet. Dat betekent voor mij als buitenstaander enige terughoudendheid met oordelen.
In de kritiek op Israël verschil ik niet eens zo veel met de ondertekenaars van het manifest. Zit het verschil dan in de kritiek op Hamas, die in het manifest mondjesmaat genoemd wordt? Zeker, daar zit een verschil. Wie iets van de dynamiek van een oorlog weet, weet dat de waarheid een van de eerste slachtoffers is. Niets is, wat het lijkt. Dat geldt voor alles wat van Israëlische zijde gezegd wordt, maar niet minder ook van Palestijnse kant. Het door hen gecreëerde beeld dat er door zwaar bewapende Israëlische soldaten tegen weerloze burgers opgetreden wordt, is net zo goed propaganda. Waar klinkt bijvoorbeeld de kritiek op het inzetten van kinderen door Hamas? In een vlammend stuk tekent Elie Wiesel daartegen protest aan. Opdat ieder daarvan kennis kan nemen, neem ik het in vertaling aan het eind van mijn bijdrage op.
In het manifest wordt Israël in hoge mate verantwoordelijk gehouden voor het geweld en het niet oplossen van het conflict. En de tunnels dan en de raketaanvallen? Het manifest noemt die onaanvaardbaar en misdadig. Een paar alinea’s later wordt deze uitspraak weer ontkracht. Deze middelen moeten verworpen worden omdat ze niet dienst-baar zijn aan de verzetsstrategie van Palestijnen in hun strijd tegen onderdrukking.
Deze analyse van het conflict deel ik niet. Het is de apartheidstheorie die op de situatie van Israël toegepast wordt. Israël als de nieuwe blanke en de Palestijn als de onderdrukte zwarte. Het is een ideologisch kader waaraan feiten ondergeschikt gemaakt worden. Het geweld van de een is onderdrukkend en van de ander is bevrijdend. Niet alleen deel ik deze analyse niet, ik verwerp haar ook omdat het uiteindelijk tot een catastrofe leidt.
Daarmee kom ik tot mijn eigenlijke punt waarom ik het Gaza manifest niet onderteken. In het conflict om Israël is voor mij het recht van bestaan van Israël als Joodse staat richting- en doorslaggevend. Is dat een doorwerking van het Westerse schuldgevoel van na de WOII? Zeker, dat telt mee. Aan die schuld kunnen we ons niet zo maar onttrekken. Toch is dat niet de enige reden. Belangrijker is dat het streven naar een eigen staat de uitdrukking is van het Joodse zelfbewustzijn, dat al ver voor WOII ontwaakt is, ja zelfs in de geschiedenis nooit helemaal weg geweest is. Uiteindelijk werd die staat, niet bepaald zachtzinnig – maar waar gebeurt dat wel? – gesticht. Het is een historisch feit.
In toenemende mate wordt nu de Joodse staat als apartheidsstaat getypeerd. Ik kom in dit verband nog even terug op de slotzin van het manifest. Bij nauwkeurige lezing een uiterst venijnige zin. Want wie maakt de critici van de Israëlische politiek monddood? Dat is toch de Joodse overheid. Zie daar, wat een abjecte overheid is dat, die met een moreel beroep op het geweten critici de mond snoert. Of moet je het zelfs nog breder verstaan. Het is niet de Joodse overheid, het zijn de Joden.
Het is duidelijk wat met deze Joodse apartheidsstaat moet gebeuren: zij moet verdwijnen. Dat vervult mij met grote zorg en vrees. Wat zal er gebeuren als dat gebeurt? Lettend op de felle anti-Joodse uitspraken van Hamasleiders, maak ik mij weinig illusies. Ook de idee dat er dan sprake zal zijn van een vreedzaam samenleven van Joden en Palestijnen in een neutrale staat, lijkt mij een idealisme dat haaks staat op de werkelijkheid.
In mijn uitlatingen over het conflict in het Midden Oosten heb ik mij altijd enigszins op afstand gehouden van de Christenen voor Israël. Tegen de directe toepassing van bijbelse beelden op de situatie nu heb ik bezwaar. Het bete-kent ook dat kritiek op Israël gesmoord wordt en het bittere lot van Palestijnen niet gezien wordt.
Geldt dat nu niet ook voor mijn collega’s die zich in het manifest uitspreken voor solidariteit met Gaza? Meerdere keren verzekerden mij degenen die kritiek op Israël hadden, dat zij dat deden juist omdat zij vriend van Israël waren. Wie het manifest leest, kan het nauwelijks nog geloven. Alle pijlen worden in de drukmiddelen op Israël gericht. Niet één op Hamas.
Er komt nog iets bij. De afgelopen maanden manifesteerden zich voor het eerst in alle duidelijkheid de ‘moslims voor Palestina’. In Rotterdam prominent aanwezig. Jonge, zelfbewuste Nederlandse moslims, die het onverkort opnemen voor de Palestijnen. Concreet betekent dat voor Palestina, inclusief Israël en dus tegen de Joodse staat. Van mij mogen ze met hun ideologische eenzijdigheid, zoals de Christenen voor Israël dat ook mogen. Hoe verhouden de ondertekenaars zich tot hen?
Concreet betekent dat de volgende vraag aan de ondertekenaars. Komt u nog op voor het recht van bestaan van Israël als Joodse staat? Articuleert u dat recht ook als u zich verbonden weet met de Palestijnse strijd? Als het ant-woord op die vraag nee is, dan is er inderdaad sprake van een scheiding der geesten. Dan betekent het Gaza mani-fest een afscheid van vroegere strijdmakkers.
At Polhuis