Een nieuwe Paus

logoIdW

EEN NIEUWE PAUS

De komst van de nieuwe paus roept veel reacties op. In de media verschenen beelden en verhalen van mensen die diep geroerd zijn door deze nieuwe paus, dit nieuwe geluid.

Het is opvallend dat het vaak ook jonge mensen zijn die naar voren komen. Zo bleek ook de laatste dagen van het conclaaf bij de beelden van het St. Pietersplein, waar veel jongeren intens meeleefden met de roeping van de nieuwe paus. Zo ook Willem Maarten Dekker in het laatste nummer van In de Waagschaal.

Maar mijn ogen blijven droog. Geen ontroering, geen emotie. Vanaf een afstand analyseer ik, beschouw ik, respecteer ik, maar ontroering of emotie is er niet bij. Wat is de oorzaak daarvan? Uiteraard maak ik geen deel uit van de Rooms-Katholieke kerk, ik heb niet die innige betrokkenheid, het is niet ‘mijn paus’. Maar er is meer. Want achter deze man, deze mens, ontwaar ik toch ook steeds het instituut, de kerk, die met bepaalde opvattingen naar voren komt. En anders dan bij Willem Maarten Dekker geeft mij dat wél moeite.

Bijvoorbeeld over de oecumene, en dat laat mij niet onverschillig. De Reformatie van de 16e eeuw waaraan de grote namen van Luther en Calvijn verbonden zijn, heeft veel teweeg gebracht, maar de gelovigen die zich hierop beroepen vallen buiten de moederkerk. Zij maken geen deel uit van de ‘Kerk.’ De oecumenische lente na het Tweede Vaticaans Concilie aan het begin van de zestiger jaren is omgeslagen in een ijskoude winter. Van gelijkwaardigheid en respect over en weer tussen kerken is geen sprake.

Maar er is meer. Want welke paus ook aan het hoofd van de kerk staat, ronduit conservatief is zijn beleid, het beleid van de Rooms-Katholieke kerk, op het terrein van de zelfbeschikking van de mens. Onverkort wordt de moderne mens gebonden aan de regels van de kerk op het terrein van leven en dood, euthanasie en abortus, voorbehoedsmiddelen, de (on)gelijkwaardigheid van man en vrouw, en een scherpe afwijzing van de homoseksualiteit.

“Maar dat zijn echt niet de punten waar het op aankomt,” zegt Dekker. Nota bene! “De vernieuwing moet komen van een kerk die kiest om de nederige, dwaze weg van Christus te gaan, en al haar eigengerechtigheid en eigen wijsheid aflegt.” Amen, denk ik dan, precies. En omdat de kerk de weg van de nederigheid gaat ziet ze om naar mensen die door het leven gekwetst en geraakt zijn – zoals Christus deed. Dan gaat het haar om ménsen en niet om een morele standaard die weliswaar hoog verheven is maar ook volstrekt buiten de werkelijkheid staat.

Ik zie de Rooms-Katholieke kerk die weg niet gaan. Zij toont zich een machtsinstituut dat de zelfstandigheid van de moderne mens niet erkent. Naar mijn besef staat zij hierin met het gezicht naar het verleden, wat ik daarom zo betreur omdat zij een prominente gestalte is van de kerk van Jezus Christus in deze wereld. Christen zijn wordt, gemeten aan deze maat, iets voor mensen die niet in staat zijn of bereid zijn hun eigen verantwoordelijkheid in het leven op zich te nemen.

In de Nederlandse situatie is er gelukkig veelal een goed en open contact tussen gelovigen van de verschillende kerken. Zij laten zich aan paus noch synode veel gelegen liggen, maar zoeken naar verbondenheid op het plaatselijk vlak. Binnen de Protestantse kerk wordt wel eens met een jaloerse blik naar de eenhoofdige leiding van de Rooms-Katholieke kerk gekeken. Zo kun je tenminste duidelijke uitspraken naar buiten brengen, je profileren als kerk, en daarmee een signaal afgeven. Maar als de leer van de kerk zo verschilt van het leven van haar gelovigen, als de morele standaard zo hoog wordt gelegd, wordt de kloof tussen visie en feitelijkheid alleen maar groter. Wat je dan aan de ene kant aan gezag verwerft, wordt aan de andere kant verspeeld. En dat terwijl de zoektocht naar de relevantie van het leven bij veel mensen, binnen en buiten de kerken groot is.

Het gaat mij om de plaats en relevantie van de kerk in deze tijd. Het christelijk tijdperk in ons deel van de wereld is ten einde gekomen. De periode waarin het christendom de godsdienst van West-Europa was hebben we achter ons gelaten. De kerk heeft niet langer de staatsmacht en de invloed van de samenleving aan haar zijde. Pogingen om dat terug te winnen zijn tot mislukking gedoemd. De wereld die voor ons ligt zal wezenlijk verschillen van de tijd waaruit de kerk voortkomt. Dat hoeft ons niet treurig te stemmen. Het kan ook bevrijdend en vernieuwend werken wanneer de kerk opnieuw wordt uitgedaagd te formuleren en gestalte te geven aan waar ze staat. In haar verkondiging zal ze de autonome, moderne mens met zijn behoefte aan zelfbeschikking serieus moeten nemen. Dat is niet het laatste woord. Er is veel kritiek mogelijk op dat zogenaamde recht op zelfbeschikking, wat tot allerlei onmenselijke absurditeiten kan leiden. Kritiek op een samenleving van individuen waarin iedereen zijn eigen heil zoekt, waarin allerlei menselijke verbanden verloren gaan. Maar een machtswoord spreken voert de kerk slechts tot onmacht. Het zal om de overtuigingskracht van haar evangelie gaan, in al zijn vertakkingen, waarmee ze midden in de wereld wil staan.

Ubbo Faber

Ds. U. Faber is gemeentepredikant in Den Helder