Occidentalisme – of de terugkeer van God

logo-idW-oud

 

OCCIDENTALISME – OF DE TERUGKEER VAN GOD

In het kader van een aantal avonden over ‘Geloof en Samenleving’ in onze wijkgemeente hield ik in 2005 een verhaal over ‘Occidentalisme’. Eind december 2006 bewerkte ik dit tot een lezing, getiteld ‘De Terugkeer van God’, voor Probusclub ‘Tenslotte’ in Zeist .

Deze lezing heb ik voor ‘In de Waagschaal’ bewerkt tot 2 artikelen, getiteld OCCIDENTALISME of DE TERUGKEER VAN GOD en OCCIDENTALISME en HET RECHT VAN VRIJE MENIGSUITING (Marleen Dudok de Wit)

Mijn verhaal begint bij het proces tegen de verdachte van de moord op Theo van Gogh. Aan het einde legde Mohammed B een verklaring af; ‘Ik ben puur gedreven door mijn geloof’! Dat riep bij mij de volgende vragen op: Wat zit er achter deze uitspraak? Hoe ontstaat deze relatie tussen religie en geweld? Wat voor consequenties heeft dat voor onze samenleving en hoe gaan we daarmee om? Dat is mijn invalshoek.

Mijn belangrijkste literatuur daarvoor is:

Ian Buruma, Avishai Margalit. Occidentalisme, het Westen in de ogen van zijn vijanden. Amsterdam, Atlas, 2004
Samuel Huntington. Botsende beschavingen. Cultuur en conflict in de 21e eeuw. 1997
Geert Mak. Gedoemd tot kwetsbaarheid. Amsterdam, Atlas, 2005
Nagekomen flessenpost. Amsterdam, Atlas, 2005
Artikelen, voornamelijk uit Trouw, NRC en de Groene uit 2005 en 2006

In ’93 verscheen Samuel Huntingtons veel besproken artikel ‘The clash of civilisations’, dat hij in ’97 verwerkte in boekvorm met dezelfde titel. Het lokte felle discussies uit. Het centrale thema is de rol van cultuur en culturele identiteit. Na het einde van de Koude Oorlog zullen beschavingsconflicten een steeds grotere rol gaan spelen in de wereldpolitiek, vooral tussen de neergaande westerse beschaving en de demografisch snel groeiende islamitische. De meest gevaarlijke vijandigheden zullen plaatsvinden langs de breuklijnen tussen ’s werelds belangrijkste beschavingen.

Huntington gaat in op het verschuiven van de machtsbalans tussen beschavingen.

De Westerse macht is in verval. Economische groei en bevolkingsaanwas stagneren, de economische macht verplaatst zich naar het oosten. Niet-westerse culturen leven op. Eeuwenlang zijn mensen in niet-westerse samenlevingen jaloers geweest op de economische welvaart, de technologische verworvenheden, en de militaire macht van de westerse wereld. Ze zochten het geheim van dit succes in de westerse waarden en instituties en probeerden die over te nemen in hun eigen samenleving.

Maar naarmate de westerse macht in verval raakt vervalt ook de aantrekkelijkheid van deze waarden voor andere beschavingen. En daarmee ook het vermogen van het westen om de eigen ideeën over mensenrechten, liberalisme en democratie aan andere beschavingen op te leggen. (Huntington, blz.97)

In de eerste helft van de 20e eeuw was de verwachting dat de economische en sociale modernisering zou leiden tot het wegebben van religie als een belangrijk element van het menselijke bestaan. (Huntington blz. 100).

De tweede helft van de eeuw kent De terugkeer van God,of La revanche de Dieu, zoals de Franse politicoloog en arabist Kepel het onder woorden bracht; een wereldwijde heropleving van de traditionele religies. En binnen deze religies staan fundamentalistische bewegingen op die zich wijden aan de zuivering van de religieuze leefregels. Zij willen het persoonlijke, het sociale én het gemeenschappelijke gedrag aanpassen aan religieuze dogma’s.

Huntington noemt deze ‘de-secularisering’ van de wereld een van de belangrijkste sociale gebeurtenissen van het einde van de 20e eeuw. Welke verklaringen geeft hij hiervoor?

Sociale, economische en culturele moderniseringsprocessen hebben zich over de hele wereld voorgedaan. Zij gooiden gevestigde identificatiebronnen en gezagsstructuren overhoop. De trek van het platteland naar de stad holde het eeuwenoude raamwerk van het boerenbestaan uit. De gevolgen hiervan waren: Het verloren gaan van vertrouwde sociale structuren en verlies van identiteit en zin van het bestaan.

Deze ontwikkelingen leiden vooral tot een religieuze opleving. Fundamentalistische bewegingen spelen in op de ontreddering in door nieuwe zekerheden te bieden. Godsdienst geeft antwoord op de behoefte aan een nieuwe identiteitsbron, een nieuwe stabiele gemeenschap en een nieuw systeem van morele voorschriften waaraan een levensdoel kan worden ontleend.

Religie heeft de rol van de ideologie overgenomen en het religieuze nationalisme komt op in de plaats van het seculiere nationalisme.

Ian Buruma, Avishai Margalit Occidentalisme; het westen in de ogen van zijn vijanden

De Brits/Nederlandse publicist Ian Buruma en de Israëlische sociaalfilosoof Avishai Margalit beschrijven het negatieve beeld dat bij de vijanden van het Westen leeft en dat zich kenmerkt door irrationele haat, rancune en verbittering.

De schrijvers werken enkele aspecten van de westerse samenleving uit waartegen het occidentalisme zich verzet, en proberen daarmee een inzicht te geven wat de occidentalisten beweegt. Want, zeggen zij, zonder te begrijpen, waarom zij het Westen zó haten, hoeven wij ons geen illusies te maken dat we hen ervan kunnen weerhouden mensen te vernietigen.

Op hun uitspraak, dat de meest felle veroordeling van het Westen een westerse oorsprong zouden hebben, met name in de Duitse romantiek, ga ik in dit artikel niet verder in.

In oorlog met het Westen; de vijandige visie op het Westen van niet-westerlingen.

Destijds gaf E.W.Said (Orientalism, New York 1978) met zijn ‘oriëntalisme’ een blik op de denigrerende visie van het Westen op het Oosten vanuit eigen superieure vooroordelen. Dit ging uit van een statisch, despotisch en irrationeel Oosten, toegespitst op de Islam, als tegendeel van het dynamische, democratische en rationele Westen. Het occidentalisme is het omgekeerde. De afkeer en verachting voor wat met de westerse wereld, en vooral met Amerika, wordt geassocieerd, is groot. Anti-amerikanisme speelt een belangrijke rol in de vijandige kijk op het Westen. Amerika wordt gezien als een ontwortelde, oppervlakkige, onbeduidende, materialistische beschaving.

9/11

Deze aanval op de machtssymbolen van het Westen was tegelijkertijd symboliek en werkelijkheid. Het betekende voor de daders de vernietiging van de ‘Zondige Stad’. Met dit idee worden zedeloosheid en overmoed, machtswellust en individualisme en de macht en aantrekkingskracht van geld geassocieerd. Het is ook de hoogmoed tegenover God, dat de mens het wel zonder hem kan.

Buruma en Margalit gaan door op ‘de terugkeer van God’: De bevolkingen van het Oosten kunnen slechts het Westen bestrijden als zij een eigen culturele identiteit opbouwen. Hun eigen religie is hiervoor bij uitstek geschikt. Voor miljoenen ont-rechte en vergeten burgers is religie het enige uitdrukkingsmiddel. Godsdienst wordt gezien als potentieel bevrijdende macht.

De islam -met name de radicale islam- wordt een beweging, die tot doel heeft de westerse idolen, die in de islamitische landen objecten van verering waren geworden, te vernietigen en de afbraak van tradities tegen te gaan. Hierin zijn de verwesterde leiders vaak te ver doorgeschoten, zoals Kemal Attatürk in Turkije en de Sjahs van Perzië.(1921-’79) in hun verachting voor georganiseerde godsdienst. Met name door hun verbod op de bedevaart op Mekka , door afschaffing van traditionele kleding en door invoering van radicale hervormingen. Deze leiders probeerden o.a. door de gedwongen invoering van een westerse levensstijl hun land om te vormen tot een moderne natie. Een felle voorstander van de oorlog tegen het Westen is de Egyptenaar Sayyid Qutb, de activist van de Egyptische Moslimbroederschap. Na een studieverblijf in Amerika (1948-1950) en zijn kennismaking met de Amerikaanse levensstijl concludeerde hij ‘dat westerlingen niet in staat waren tot spirituele of ethische bespiegelingen’.

Zowel zijn Amerikaanse ervaringen als het kolonialisme in Egypte en de agressieve moderne hervormingen onder Nasser maakten Qutb tot een fanatieke islamiet en religieus occidentalist.

’Het Westen, van Caïro tot New York is één groot bordeel. Er is alleen uitkomst als de wereld door God en zijn wetten wordt geregeerd na een heilige oorlog tegen het Westen en vooral de verwesterde heersers in Egypte en andere moslimlanden. Alleen door de islamitische manier van leven worden alle mensen vrij van de onderworpenheid van sommigen aan anderen, en kunnen zij zichzelf wijden aan de verering van God alleen, van Hem alleen leiding ontvangen en voor Hem alleen buigen’.

Voor radicale moslims is de Eenheid van God exclusief; iedereen buiten de umma/gemeenschap is een vijand, de hele wereld is oorlogsgebied geworden. Om Gods heerschappij te herstellen dient een staat volledig geregeerd te worden door religieuze wetten De wetten, die door mensen zijn gecreëerd moeten worden afgeschaft. Tot zover Qutb.

Qutbs oproep tot gewelddadige revolutie, met het Westen als voornaamste doelwit, is door vele radicale islamieten overgenomen

De terugkeer van God.

‘Waarom God aan de winnende hand is!’ schreven Timothy Samuel Shah en Monica Duffy Toft in NRC op13 augustus 2006. [Timothy Samuel Shah is hoofdmedewerker voor religie bij het Pew Forum on Relgion & Public Life. Monica Duffy Toft is assistent-directeur aan het John M.Olin Instituut for Strategic Studies aan Harvard University.]

Modernisering, democratisering en globalisering hebben God alleen maar sterker gemaakt.
Tot midden 20e eeuw was de verwachting dat met de toename van globalisering en vrijheid religie zou verdwijnen, maar het tegendeel gebeurt!

De verzelfstandiging van vele landen in het Midden Oosten begon met de instelling van seculiere regimes. Democratie geeft mensen een stem, en die willen ze steeds vaker gebruiken om te spreken over God. De godsdienstigheid van vandaag is radicaal, modern én conservatief. Zij is geen terugkeer naar religieuze orthodoxie, eerder een explosie naar neo-orthodoxie. Zij maakt gebruik van de meest moderne technologieën en communicatie technieken. In grote delen van onze wereld is religie een politieke macht van betekenis geworden, dankzij de activiteiten van niet zelden geradicaliseerde groeperingen, die wel gebruik maken van democratische ideeën en moderne technieken. Of zij verenigbaar zijn met democratie vragen de schrijvers zich wel af.

In zijn column ‘Exploderende staten’ in Trouw 9-12-06 sluit Van Doorn hier bij aan.

‘Toen de imperiale mogendheden zich in de twintigste eeuw terugtrokken en de koloniale brokstukken tot staten werden omgeturnd, bleken die door hun heterogene etnische samenstelling vaak weinig levensvatbaar. De fundamentalistische Islam echter heeft de interetnische rivaliteit in een religieus offensief omgezet…

Daarmee is ook de positie van het Westen veranderd; zij is niet langer een macht die elders wanorde tracht te bedwingen maar zij is de vijand geworden, die moet verdwijnen.
Het antwoord op die uitdaging is nog niet gevonden’, besluit van Doorn.

(wordt vervolgd)

Marleen Dudok de Wit