De diaconie en de WMO

logoIdW

 

DE DIACONIE EN DE WMO

De Wet maatschappelijke ondersteuning die in 2007 is ingevoerd, biedt volgens de beleidsmakers van Kerk in Actie, IZB en gemeenteconsulenten aan kerken en diaconieën tal van mogelijkheden om je als kerk diaconaal, missionair te laten zien. Het is een kans om diaconaal en missionair actief te worden op een breder maatschappelijk vlak dan voorheen.

Het spreekt haast vanzelf lees ik, in de informatiemap van Kerk in Actie, dat kerken, diaconieën betrokken willen zijn bij deze wet. Diakenen behartigen de belangen of zijn de stem voor hen die financieel, maatschappelijk of sociaal in de knel zijn gekomen en zelf niet voor hun belangen op durven of kunnen komen. Hiermee is eigenlijk de vraag al beantwoord of het zinvol is dat diakenen of een vertegenwoordiger van de kerken een zetel bezetten in de Wmo-raad van de burgerlijke gemeente.

De diakenen in mijn twee kerkdorpen denken hier echter heel anders over. Zij vinden het helemaal niet vanzelfspre-kend of zinvol om met de Wmo mee te doen. Toen ik hen ernaar vroeg, viel mij op hoe defensief, verontwaardigd, boos, haast vijandig hun reacties klonken.

Het is mij te ingewikkeld. Ik zit echt niet te wachten op nog meer overleg, nog meer vergaderingen. Verwacht niet van mij dat ik me daarin ga verdiepen. Laat mij nou maar gewoon mijn vaste taken als diaken uitvoeren. Daarvan heb ik het gevoel dat ik iets voor een ander kan betekenen. Ik word er zo moe van wat ze bij Kerk in Actie allemaal van dia-kenen in een kleine gemeente verwachten.

Volgens Kerk in Actie is betrokkenheid en deelname bij de Wmo door de kerken en diaconieën een vast gegeven, maar de werkelijkheid laat iets anders zien. Voor de doorsnee diaken is de Wmo een onbekend terrein. En als het aan hem of haar ligt, blijft dat zo.

De diakenen in mijn twee kerkdorpen hechten eraan om met ter daad in liefde om te zien naar de mensen in hun dorp en te helpen daar waar dat nodig is. Zij hoeven niet na te denken over hun visie op kerk zijn in de samenleving en hun rol als diaken daarin. Het spreekt voor hen als vanzelf dat je kerk bent voor het dorp. Hoe dat voor hen werkt, laat de verjaardagskalender zien, die hangt in de consistorie van de kerk in Asch. Op deze verjaardagskalender staan de verjaardagen vermeld van alle inwoners uit het dorp van boven de 70 jaar.

Nu ik zelf de voorlichtingsmap van Kerk in Actie heb doorgenomen, begrijp ik waarom de diakenen in mijn gemeente niets met de Wmo van doen willen hebben. De voorlichtingsmap die Kerk in Actie heeft samengesteld om diaconieën vertrouwd te maken met de nieuwe ontwikkelingen in de samenleving op gebied van zorg, wonen en welzijn is te moeilijk en te ingewikkeld voor de doorsnee diaken om er zelf mee te werken. Alleen de knappe koppen onder de diakenen en degenen met de nodige bestuurservaring zijn in staat om een zetel te bezetten in de Wmo-raad van de burgerlijke gemeente en de mogelijkheden en kansen die de Wmo biedt ook voor de kerken en diaconieën te benutten.

Het is jammer dat de beleidsmakers van Kerk in Actie niet aanvoelen dat hun manier om diakenen kennis te laten maken met de Wmo in de meeste gevallen bij hen geen aansluiting vindt. Dat komt omdat ze met hun publicatie ‘Kerk in Actie-informatiemap Wmo’ te massief inzetten. Met gebruikmaking van de Wet maatschappelijke ondersteuning willen ze tegelijk ook de wijze waarop de meeste diaconieën nu diaconaat bedrijven in hun dorp of stadswijk reorga-niseren. En dat hebben de diakenen in mijn gemeente heus wel door en zij zijn daar niet van gediend.

Waarmee zouden zij wel gediend zijn? Dat zij hulp en ondersteuning krijgen om zicht te krijgen op de nieuwe ontwik-kelingen in onze samenleving op gebied van zorg, wonen en welzijn. Het is van het grootste belang dat aan diakenen wordt uitgelegd hoe de Wmo werkt en wat deze wet beoogt. Met de komst van deze nieuwe wet is de Nederlandse verzorgingsstaat bezig over te gaan naar een participatiestaat, waarin iedereen kan meedoen. De Wmo heeft als doel mensen actief mee te laten doen aan de samenleving. Het uitgangspunt is de eigen verantwoordelijkheid van het indi-vidu. De Wmo moet ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving, al dan niet geholpen door vrienden, familie en buren. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen. En als dat niet kan, is er ondersteuning vanuit de gemeente. De gemeente ondersteunt vrijwilligers en mantelzorgers. De Wmo regelt ook hulp bij het huishouden. Verder zorgt deze wet ervoor dat mensen met een hulp-vraag zo eenvoudig mogelijk gebruik kunnen maken van de algemene en individuele voorzieningen.

Als diakenen eenmaal weten hoe de Wmo werkt, zal bij hen het vertrouwen groeien, dat zij mensen met een hulpvraag de weg kunnen wijzen hoe ze bijvoorbeeld hulp bij het huishouden of een aanpassing in hun woning moeten aanvragen. Diakenen denken nu vaak ten onrechte dat zij de problemen van mensen met een hulpvraag moeten op-lossen. Dat wordt van hen niet verlangd. Alleen maar dat zij hen daarbij de weg wijzen.

Betrokkenheid en deelname bij de Wmo door de kerken en diaconieën is dus een vast gegeven. Het is goed dat de beleidsmakers van Kerk in Actie, IZB en de gemeenteconsulenten ons daarop wijzen.

Toen ik van de week de website www.kerkenWMO.nl bekeek en de test deed om te ontdekken welke projecten bij mijn gemeente zouden passen, moet ik bekennen, dat ik net als mijn diakenen daar defensief, verontwaardigd, boos, haast vijandig op reageerde. Waarom wekken jullie bij Kerk in Actie toch altijd de indruk dat goed doen een wedstrijd is. Wij zijn niet meer of beter, ook niet minder dan de andere hulpverleners in het maatschappelijk veld. Wat wij heb-ben uit te dragen is dat ons goed doen in dienst staat van Hem, die ons uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijk licht. Goed doen, doe je met elkaar.

Machteld de Mik-van der Waal