Neemt u mij niet kwalijk
Neemt u mij niet kwalijk
Schuimbekkend! Zo kenschetste een Trouwjournalist onlangs critici van de NBV, zoals ik er een ben. Jan Greven heeft het daarentegen in zijn boekje ‘De bijbel van mijn jeugd’ bij het rechte eind: het is verdriet. Verdriet dat je uit de NBV meestal echt niet kunt preken. Als een ouderling mij opbelt voor een preekbeurt vraag ik het: NBV? Mijn antwoord is dan een citaat: ‘Neemt u mij niet kwalijk, Heer, stuur toch iemand anders’ (Ex. 4:13). De hoofdletter hoort de ouderling niet. Op kritiek heb ik uitsluitend reacties ontvangen van (ex)-gereformeerden, die overigens niet ingingen op argumenten. Als ik ze terugschrijf, komt er geen antwoord. Ook niet van Jan Greven, maar die heeft wel gelijk. Verdriet, niet alleen om de NBV, maar ook om de geestelijk en getalsmatig verschrompelende PKN. Een collega schrijver voor I.d.W. zei: Vroeger kon ik zeggen dat ik hervormd was, nu moet ik zeggen: Ik ben PeKiNees en ik behoor uit de NBV te preken. De secretaris-generaal zal wel weer boos zijn over die opmerking, maar ik neem het hem kwalijk dat hij niet achter Nico ter Linden gaat staan in wat die te verduren krijgt over zijn recente kinderbijbel. Ik zou willen dat het een leerproces werd, dan gebeurt er confessioneel weer eens wat in de PKN. Over de NBV wordt de discussie toch niks.
Enige tijd geleden ging ik in de ‘medine’ ter kerke, vanwege het orgel. De organist leverde vakwerk, in tegenstelling tot de dominee. Hij had kennelijk de grondtekst zelfs niet in gekeken. Of zou hij die niet meer kunnen lezen? Aan het eind van de voorbeden richtte hij zich tot de ‘Almachtige God die ons heeft leren bidden…’. Dat was het sein om gezamenlijk het Onze Vader te bidden. Nog niet in de NBV-vorm want die is nog niet voor liturgisch gebruik vrij gegeven. Moeten we straks allemaal bidden ‘laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden’, en laten we het aan Jezus in Getsemane over om te bidden ‘laat het dan gebeuren zoals u het wilt (NBV Matt. 26:42)? Bij de tien geboden horen we: ‘Pleeg geen overspel’. Dat had nog mooier gekund: Ga niet vreemd! Vele gemeenteleden begrijpen dat meteen. Dat het zou kunnen betekenen: Ontneem je naaste zijn of haar lief niet, störet nur nie den Frieden der Liebenden’ (Hölderlin, Das Unverzeihliche), wie zou daar naar talen? De zegen hoeft toch niet per se de climax te hebben: ‘JHWH verheffe zijn aangezicht over u’? Het komt tenslotte maar driemaal in de Bijbel voor . En wie snapt het? In ons preekteam lezen we Exodus: ‘Weer maakte Mozes bezwaar’(4:13). ‘Maar Mozes hield vol: “Neemt u mij niet kwalijk, Heer, stuur toch iemand anders, wie u maar wilt”. Nu werd de Heer kwaad op Mozes’(4:13). Staat dat er werkelijk? Ach, wat doet het er toe. Het is begrijpelijk en er kan levendig over gepreekt worden. Augustinus vond het ‘credo ut intelligam’ in de oude Latijnse en Griekse bijbel. Vervelende jongen, die Hiëronymus, die schreef dat het er anders stond in de grondtekst (Jes. 7:9). Prakke heeft natuurlijk gelijk: Vergeleken met Augustinus is hij nauwelijks theoloog te noemen, maar behoren daarom Augustinus’ vragen over het nut van een betere bijbelvertaling de onze te worden? ‘Hoe reageert het kerkvolk daarop? Levert het een andere spiritualiteit op?’ Nee, de Heer heeft geen Hebreeuws gesproken, maar Mozes en de Profeten zijn ons wel in een zeer bepaald, literair Hebreeuws overgeleverd. Mönnich schreef: Ik versta God het best als hij Amsterdams spreekt, maar hij bedoelde daarmee geen bijdrage te leveren aan de vertaaldiscussie.
Spijkerboer mág de NBV wel. Gewone taal, net als Luther. Gabriël zegt: ‘Gegrüsset seistu holdselige’. In de SV zegt hij: ‘Begenadighde’, zodat je aan ‘Hanna’, de ‘Begenadigde’, kunt denken. In de NBV: ‘Gegroet, Maria, je bent begenadigd’. Daar is niet zoveel tegen, maar waarom een zinnetje, en waarom ‘Maria’ ingevoegd? Omdat we anders niet snappen dat zíj wordt aangesproken of om verband te leggen met het Ave Maria vanwege het oecumenisch karakter van de vertaling? Peanuts! Er zijn harder noten te kraken.
Moeten we een achterhoedegevecht leveren? Ook dat wordt vechten tegen de bierkaai.
Is dat echt zo, Spijkerboer: Controleren kerkelijke hoogleraren bij studenten de kennis van de grondtaal niet meer? Nu, bij visitatie wordt er vast ook niet op gelet. Een boekje met varianten? De synode zal wel link uitkijken om daarvoor critici, zoals mijn makkers en ik zijn, uit te nodigen. Ze zien het al aankomen: Honderden varianten alleen al bij Genesis. We kunnen toch dankbaar gebruik maken van het werk van Oussoren! Goed, hij gaat niet kosjer met het Hebreeuwse werkwoord om en heeft koddige effecten als ‘de bloedrode mens’. Dat neem ik op de koop toe. In een preekteam kunnen we zelf moderne en getrouwe vertalingen maken. Zie voorts ook www.schriftlezing.nl waaraan (ex-)gereformeerden meewerken , maar ik voorspel dat niets effect zal hebben. De NBV blijft de passende geestelijke begeleiding van de aftakelende kerk, die aan schriftgetrouwheid en misschien zelfs aan het sola scriptura geen boodschap meer heeft. Rochus Zuurmond vroeg zijn Engelse predikant naar het ontbreken van de oudtestamentische schriftlezing. Antwoord: It is an old book, is n’t it! Er zijn echter een paar gemeenten die de knie niet gebogen hebben en daar word ik dan weer vrolijk van.
Niettemin is het NBG in actievoeren voorbeeldig. Men wist via het ledenbestand de NS- publieksprijs voor de beteuterde gezichten der romanschrijvers weg te kapen. Er zijn nog christenen in dit land! Ze hebben – zoals een uitgever zei – de prijs naar God geholpen. Een idee voor de gereviseerde Staten Vertaling? De Gereformeerde Bond kan vast ook genoeg mensen activeren.
Neemt u mij niet kwalijk, Heer, dat het allemaal een beetje cynisch klinkt. Echt waar: het is verdriet, al kun je om allerlei dingen in de kerk lachen en zelfs vaak om de NBV: Lees maar…
Karel Deurloo