Marginaal en missionair

logoIdW

 

MARGINAAL EN MISSIONAIR

Een kleine theologie voor een krimpende kerk

Onomwonden durft Wim Dekker in zijn boek Marginaal en missionair te stellen, dat het met de crisis in de kerk niet meevalt. Dat het minder wordt in de kerk, wisten we natuurlijk al een lange tijd. Maar we hoeven deze pijnlijke werkelijkheid, dat kerk en theologie in een diepe crisis verkeren, niet enkel voor onszelf te houden. We mogen ermee voor de dag komen, dankzij het boek van Dekker. Dat schept ruimte, mogelijkheden en kansen. Dekker zelf stelt het nog dringender: we moeten ermee voor de dag komen. Alleen zo kan er een begaanbare weg zijn naar de toekomst.

In zijn kleine theologie voor een krimpende kerk laat Dekker voortdurend zien dat het nogal wat uitmaakt hoe je de crisis benadert. Hebben wij de moed en de durf om God te vragen, waarom Hij hier in Nederland lijkt af te breken, wat Hij heeft opgebouwd? Met andere woorden durven wij het aan om deze geschiedenis van kerkverlating en geloofsafval te zien in het licht van Gods geschiedenis met de mensen. Zou het zo kunnen zijn dat God hier tot ons spreekt. En hebben wij dan van onze kant de moed en de durf om in deze geschiedenis weer onze plaats als mens tegenover God in te nemen.

Dekker benoemt de realiteit van de krimpende kerk als ‘oordeel.’ Zoals Israëls profeten in de ballingschap het verlies van het land leerden zien als uiterste daad van God om zijn mensen aan te spreken, zo moeten wij de teloorgang van geloof en kerkelijke gemeenschap in onze dagen zien als deel van het kruis van Christus dat wij in navolging van de Heer te dragen hebben. Voor Wim Dekker is de kerk primair Gods werk, ook in haar afbraak.

Dekker is zelf de eerste om toe te geven dat de weg die hij voorstelt om in te slaan, niet gemakkelijk is. Deze is zelfs ronduit lastig, omdat nu aan het licht komt dat wij zelf ook geseculariseerd zijn. De secularisatie bevindt zich niet alleen maar buiten de kerk in de wereld, maar zij heeft zich heel behaaglijk in ons eigen hart genesteld. Dat is de grootste handicap van de kerk. Wij zelf zijn ambivalent geworden in ons spreken over en handelen naar God toe. En we hebben het vaak niet eens in de gaten, of sluiten gemakshalve daarvoor onze ogen. Het is gewoon erg moeilijk om te behoren tot een cognitieve minderheid zegt Dekker in zijn boek. Vooral als veel van jouw vrienden, familieleden en zelfs je eigen kinderen tot de geseculariseerde meerderheid behoren. Het is daarom heel goed mogelijk, dat wij al te geseculariseerd zijn om te overwegen dat Gods regering nog iets te maken heeft met de diepe crisis waarin kerk en geloof vandaag verkeren. Aan de andere kant vindt Dekker het naïef om te denken, dat je de crisis in kerk en theologie kunt bestrijden door (nóg) meer evangelisatie of met het stichten van nieuwe gemeenten.

Laten we vooral niet te gauw denken dat God wel blij zal zijn met onze plannen, maar laten we biddend en tastend proberen te ontdekken wat Gods plannen zijn met kerk en geloof in Nederland. Is dat niet de roeping van de kerk?

Dat vraagt van ons kerkmensen een heel andere houding, namelijk, dat wij God aan het woord laten komen en hem niet in de rede vallen. Niet aan ons, maar aan Hem is het laatste woord. En daarom moet de krimpende kerk niet in de eerste plaats naar buiten treden, maar volharden in haar roeping om als geloofsgemeenschap op de eerste dag van de week bijeen te komen om zich daar onder het Woord van God te scharen. Het is in de kerkdienst dat wij deelkrijgen aan het mysterie van de werkelijkheid van God. Voor Dekker gebeurt dat heel specifiek in de preek. De preek is immers het meest eigene van de protestantse traditie. Daar maakt Gods Woord contact met ons. Daar wordt het heil van God aan ons bemiddeld. De preek is geslaagd stelt Dekker, wanneer de hoorders gelijktijdig worden met het gebeuren van toen. Het moeilijke hieraan is, dat veel preken rationele verhalen zijn in een kerktaal, die gelovigen heeft lamgeslagen. Hierdoor is een preek niet langer in staat om aan de hoorders woorden te geven om hun diepste geloof met niet gelovigen te delen. Daarnaast is de eredienst dikwijls vermenselijkt en verburgerlijkt. We hebben een fijne dienst met elkaar, de kinderen doen ook nog wat en na afloop drinken we koffie. Op zich is daar niets mis mee, stelt Dekker, maar als het sociale gaat overheersen, belemmert dat de heilsbemiddeling.

Dat vraagt van ons, kerkmensen, dat wij ons openstellen voor Gods Woord en bereid zijn om ons door dat Woord van God terecht te laten brengen. Het heeft wel als consequentie dat we moeten gaan graven in heel andere teksten dan de ’mooie’, hierdoor wordt de preek weer spannend voor de mensen in de kerk.

Machteld de Mik-van der Waal

Wim Dekker, Marginaal en missionair. Kleine theologie voor een krimpende kerk, Zoetermeer: Boekencentrum, 2011