Oost noch west, noch zandwoestijn (Meditatie bij de moord op Theo van Gogh)

logo-idW-oud

 

Oost noch west, noch zandwoestijn (Meditatie bij de moord op Theo van Gogh)

Na de moord op Theo van Gogh wil ik een paar taboe-woorden gaan spellen. Dat past wel bij Theo, dacht ik zo. Mijn inspiratie ontleen ik aan een taboe-boek. Een boek waarin ongegeneerd gesproken wordt over – God. Zo ongegeneerd dat het voor velen van ons stuitend is. Ik lees Psalm 75:

Wij loven U, o God, wij loven,

want nabij is uw naam,

men vertelt uw wonderen.

“Wanneer Ik het tijdstip gekozen heb,

dan zal Ik rechtmatig richten;

al mogen de aarde en al haar bewoners wankelen,

Ik ben het, die haar pilaren heb vastgezet.

Ik zeide tot de hoogmoedigen: Weest niet hoogmoedig;

En tot de goddelozen: Heft de hoorn niet op,

Heft uw hoorn niet op naar den hoge

En spreekt niet met trotse hals.”

Want het verhogen komt niet van oost of van west,

Noch uit de woestijn –

Maar God is rechter,

Hij vernedert deze en verhoogt gene.

Want in des HEREN hand is een beker

En de wijn bruist daarin, overvloedig gemengd;

Hij schenkt daaruit tot de droesem toe,

Alle goddelozen op aarde moeten hem slorpende drinken.

Maar mij aangaande, ik zal dit voor altoos vermelden,

Ik wil de God van Jakob psalmzingen,

En alle hoornen der goddelozen zal ik afhouwen;

De hoornen des rechtvaardigen zullen verhoogd worden.

(2)

Wanneer het precies geweest is, weet ik niet meer. Maar het moet op een maandagmorgen geweest zijn. Want het was elke week op maandagmorgen. Dan zeiden we op school het psalmvers op, dat we de afgelopen week geleerd hadden. Deze keer was het couplet duister voor me gebleven. En die onbegrepen woorden zei ik op:

“Geen geval, geen zorg, geen list,

Oost noch west, noch zandwoestijn,

Doet ons meer of minder zijn;

God is Rechter, Die ’t beslist;

Die, als aller Oppervoogd,

Deez’ vernedert, dien verhoogt.”

Het was Psalm 75 vers 4, in de oude berijming van 1773. Wat ik vooral niet begreep, waren de eerste drie regels, van oost en west en zandwoestijn. Maar dat deerde niet. Diep had zich al de overtuiging genesteld, dat het leven niet kan komen van wat in je eigen hart opborrelt. Als er leven is, dan komt het van woorden die van Buiten naar je toe komen. Daar hoorden zeker de Psalmen bij. Dat moesten woorden zijn waar een belofte is school, zelfs als je ze niet begreep. Dus toch uit het hoofd geleerd.

Later heb ik begrepen dat “Oppervoogd” nu niet de meest treffende term is voor de God van Jakob en Jezus. Doordat juist dit beeld van de Oppervoogd verbonden werd met dat van de Rechter, ontstond bovendien nog eens het beeld van God als het numineuze, het mysterium tremendum et fascinans, datgene wat je als nietige mens alleen maar bevreesd en gefascineerd constateren kunt. Zo diep gaat het geheim van het leven. En dat geheim noemen wij God. Ook al niet direct de God van de bijbel. Toch zijn later de woorden opengegaan. “het verhogen komt niet van oost of van west, noch uit de woestijn – maar God is rechter, Hij vernedert deze en verhoogt gene.”

(3)

Theo van Gogh is vermoord. Op een verschrikkelijke manier is hem de adem ontnomen. Levensadem die hij gebruikte om nogal stuitende woorden te spreken. Dat wil ik ook gezegd hebben. Theo’s kunstwerken vond ik nogal schril afsteken tegen die van zijn verre familielid Vincent. Wat Theo deed was geen provoceren meer, maar puur beledigen en kwetsen. Alle gelovigen werden op hun ziel getrapt, christenen zo goed als moslims. Daarom voelde ik mij als christen net zo goed als iedere moslim door Van Gogh vernederd, zonder veel terug te kunnen doen. Hij zou zich in ieder geval van een reactie niets aantrekken.

Nee, wat mij betreft was Theo het nog niet waard de sandalen van Vincent los te maken. En toch acht ik één ding nog veel verwerpelijker dan de columns van Van Gogh: de moord op Van Gogh. Eén ding is erger dan de goddelozen: de moord op de goddelozen.

(4)

Het eerste taboe-woord is eruit. Goddelozen. Een nogal krasse term, die ik dan ook niet had durven kiezen, als hij niet in deze Psalm stond. “Rechtvaardigen” en “goddelozen” staan daar lijnrecht tegenover elkaar. Twee groepen mensen die volstrekt tegengesteld zijn aan elkaar. Het is geheel ondenkbaar dat de rechtvaardigen zouden integreren in een goddeloos land, of de goddelozen in een rechtvaardig land. Zij weerspiegelen de absolute scheiding van licht en duisternis.

Die absolute scheiding was er ook voor de moordenaar van Van Gogh, Mohammed B. Voor hem was het duidelijk aan welke kant Van Gogh en hij stonden. Van Gogh was de goddeloze bij uitstek, Mohammed was een rechtvaardige. De goddelozen zullen en moeten vergaan, zo waar God leeft. De hoornen van de rechtvaardige zullen verhoogd worden.

Het onderscheid in het evangelie is even zwart-wit. Mohammed B. en de Psalmist zijn het er over eens: Er bestaat een absoluut verschil tussen mensen, je bent of een rechtvaardige of een goddeloze. Wat is dan het verschil?

(5)

De moord op Theo en wat er daarna gebeurde – brandstichtingen in kerken en moskeeën – hebben ons ingeprent dat we in een ontwrichte maatschappij leven. Er is weinig tot niets wat ons aan elkaar bindt. Er is geen gezamenlijke dragende cultuur. We zijn met zijn allen ontwortelde mensen. Natuurlijk geldt dat voor veel moslims. Voor hen voldoet de cultuur van hun thuisland niet meer, nu ze eenmaal terechtgekomen zijn in de totaal andere westerse samenleving. Maar ook de autochtonen zijn ontworteld. De cultuur van de verzuiling voldoet niet meer. Die vaststaande ideologieën kunnen niet langer ons voorbeeld zijn en de spruitjeslucht van de jaren vijftig willen we nooit meer terug. Er is niet eens een heldere Nederlandse cultuur waarin de allochtonen zouden kunnen integreren. En ook veel christenen zijn ontworteld. Ook de overgeleverde christelijke cultuur voldoet niet meer. Het moet anders. Maar hoe?

We zien dat op zo’n moment als uit het niets de oorlog van allen tegen allen kan ontstaan. De angst die dat losmaakt, maakt dat we onze ogen opslaan naar oost en west, noord en zuid, om te zien of er iemand is die ons kan helpen.

Sommigen wachten het juist nu uit het westen. In het verre westen ligt het Beloofde Land, de Verenigde Staten. Daar is nog leiderschap te vinden, daar is zekerheid over hoe te handelen – en hoe niet. Daar staat de president nog voor christelijke normen en waarden, daar kent men nog het onderscheid tussen goed en kwaad – en aarzelt men niet het kwaad te bestrijden. God bless America – en Amerika zal ons beschermen. Amerika zal voor ons richten. De een vernedert hij, verheft de ander.

Dichterbij in het westen ligt Den Haag. De overheid moet nu ingrijpen. Het geweld indammen, extremistische moslims vervolgen, radicale moskeeën sluiten, de religie geen millimeter ruimte meer gunnen in de publieke sfeer. We verwachten het van het hoogontwikkeld agnosme, de neutrale staat. De overheid moet nu richten. Zij vernedert de een, verheft de ander.

Anderen, radicale moslims, wachten het uit rotsig woestijnland. Het gaat niet om een islamitische cultuur, het gaat niet om een westerse islam, het gaat om een pure islam, ontdaan van alle culturele rafels, niet aangepast aan de verloedering van de moderniteit. Die islam moet geïmporteerd worden uit rotsig woestijnland – de rotsen en grotten van Afghanistan. De radicalen zullen richten. De een vernederen zij, verheffen de ander.

(6)

Tegen die stemmen die in ons hart opborrelen, verheft zich de stem van deze Psalm. Oost noch west noch zandwoestijn hebben het recht te vernederen of te verhogen. Wacht het niet van de ideologie van het Vrije Woord, verwacht het niet van de kracht van de AIVD, vertrouw niet op de gedachte dat ‘het wel weer overwaait’. Verwacht ook niet dat onze superieure westerse, democratische cultuur wel zal overleven. Waarom zou dat? Wie zich het recht aanmatigt te verhogen en vernederen, houdt geen stand.

Gód is het die zal oordelen.

Het tweede taboe-woord is eruit. De oordelende God. De goddeloze bestaat niet alleen echt, zoals het eerste taboe-woord leerde, maar hij wordt ook echt geoordeeld. God discrimineert. Hij maakt onderscheid tussen rechtvaardigen en goddelozen. De een vernedert Hij, verheft de ander.

Daar kan zelfs van gezongen worden. “Ik zal U loven, dit zal ik voor altoos vermelden.” De goddelozen zullen vergaan, halleluja! Is dat niet stuitend? Kunnen we dankbaar zijn om de vernedering van mensen, zelfs als het gaat om goddelozen?

Welke God is het die dit oordeel uitspreekt? Hij is de God die wel weet dat de oorlog van allen tegen allen geen toevalligheid is, maar te maken heeft met de kern van de mens. Vrede is een toevallig incident, oorlog is de natuurtoestand. Er was een moment dat het Hem berouwde dat Hij de mens gemaakt had, omdat diens gedachten naar niets dan het kwade uitgaan; omdat zijn daden niets dan schade aanrichten. De oorlog van allen tegen allen openbaart dat de mens ten diepste voor de ander een wolf is – en niets anders wil zijn. God weet dat maar al te goed. Hij heeft het aan den lijve ondervonden. Hij is zelf vermoord – door mensen die zeker wisten dat zij de rechtvaardigen waren, en de anderen goddeloos. Ook op zijn lichaam werd een brief achtergelaten, een Nieuw Testament, een boodschap voor de wereld.

“Wij hebben ons verschrikkelijk vergist. Wij hebben geoordeeld. Wij hebben vernederd tot de dood. Wij zaten er verschrikkelijk naast. Nu is Gód dood. Wij hebben Hém vermoord.

Nu moeten wij zwijgen. Wij zullen niet meer oordelen, niet meer vernederen of verhogen. Voor Gods aangezicht kan níemand van ons bestaan. Allen tezamen zijn wij goddelozen.

Nu komt Híj om te oordelen. Er staat ons nog maar één ding te doen. Bidden, dat wij niet vernederd worden. Horen wat Hij zegt.”

De radicale islam kan ons leren dat we opnieuw kunnen leren van deze Psalm. We moeten durven onderscheiden tussen rechtvaardigen en goddelozen. Wat iemand als Van Gogh geschreven heeft, gaat in tegen alles wat christelijk en menselijk is. Dat moet ook gezegd worden. Wij hebben de plicht te onderscheiden.

Tegelijk is ons oordeel het voorlaatste – en niet het laatste. Voor God kan niemand bestaan. De goddeloze niet, maar de rechtvaardige ook niet. Wij brengen met onze wandaden, zegt de Psalmist, zelfs de aarde aan het wankelen. De wereld wordt een dubbeltje op zijn kant. Dat zij niet valt, komt niet door de rechtvaardigen, maar door God – die haar pilaren heeft vastgezet.

Dat de aarde is vastgezet, schept ruimte om lief te hebben. Misschien zal alles anders worden. Misschien zullen wij niet de winnaars zijn, maar de verliezers. Misschien zal, zoals Mohammed B in zijn open brief aan Hirsi Ali profeteert, Amerika ten onder gaan, en Europa, en Nederland. Maar ook de oordelen van de fundamentalist behoren bij het voorlaatste. Het laatste woord spreekt Hij die gesproken heeft in Christus.

Willem Maarten Dekker