Melancholia
MELANCHOLIA.
LARS VON TRIER ALS GESPREKSPARTNER
De omstreden Deense regisseur Lars von Trier behoort al enige tijd tot mijn meest geliefde filmmakers. Het begon met ‘Breaking the Waves’ (1996) en het ging verder met ‘The idiots’ (1998), ‘Dancer in the Dark’ (2000), ‘Dogville’ (2003) en ‘Manderlay’ (2005). ‘Antichrist’ (2009) heb ik, vanwege het extreem gewelddadige, ook sexueel gewelddadige karakter ervan, niet gekeken. ‘Melancholia’ daarentegen, die in 2011 uitkwam, ben ik wel gaan zien en was een overrompelende ervaring, die nog dagen nawerkte en die ik nu nog wil delen. Op DVD is alles makkelijk te krijgen.
Melancholia bestaat uit een ouverture en twee delen. In de direct overrompelende ouverture komen we binnen in de droom van een zeer angstig, depressief persoon. Een bruid probeert zich los te rukken uit draden die haar bewegingsvrijheid ontnemen. Een kind snijdt met een angstaanjagend gelaat de bast van een tak. Een paard stort huiverend neer. Vogels vallen dood uit de hemel. Een planeet komt in botsing met de aarde. Zoals later blijkt, zijn het allemaal flash forwards van wat komen gaat. Het dubbele daarbij is dat de beelden tegelijk prachtig zijn, een genot om naar te kijken. En de muziek is, voor wie het meemaken kan, prachtig om te horen: Wagners ‘Tristan und Isolde’. Deze dubbelheid houdt de hele film: de ondergang van alle dingen werd nog nooit zo heerlijk getoond als hier. Ik moest denken aan een liedje van de popgroep R.E.M.: ‘It’s the end of the world, as we know it – and I feel fine.’
In de ouverture wordt zo de toon gezet voor de twee hoofddelen. Het eerste deel van Melancholia draait om de bruiloft van Justine, georganiseerd door haar zus Claire, die met haar man Michael op een statig landgoed woont. Justine doet haar best om van de feestelijkheden te genieten, maar het gaat niet. Ze lijdt aan ‘melancholie’, door Freud ooit omschreven als ‘een diepgaande pijnlijke neerslachtigheid, het ophouden van interesse in de buitenwereld, verlies van het vermogen om lief te hebben, remming van alle activiteit, en een verlies van het gevoel van eigenwaarde, zich uitend in zelfverwijten en zelfbeschimping, en uitmondend in een bedrieglijke verwachting van straf’. Zo leren we Justine inderdaad kennen. Ook op haar huwelijksfeest, waar kosten nog moeiten voor gespaard zijn, lukt het haar niet de grauwe deken van zich af te trekken. In plaats daarvan vernedert ze zichzelf en vernietigt ze alles wat goed is. De mensen om haar heen kunnen haar niet bereiken en de twee die nog het dichtste bij haar staan, haar man Michael en haar zus Claire, bedoelen het goed maar kunnen hun verbijstering en ergernis ook niet verbergen.
In het tweede deel van de film heeft de titel ‘Melancholia’ een andere betekenis. Een planeet met die naam is op drift geraakt en nadert de aarde. John, de zwager van Justine, bestudeert de komst van de planeet met zijn sterrenkijker. De wetenschappers hebben berekend dat de planeet dicht langs de aarde zal gaan. Justine, Claire en John en hun zoontje Leo gaan kijken hoe dat gebeurt. Justine weet echter al wat er gebeuren gaat. De planeet gaat de aarde vol treffen. Als John er ook achter komt, beneemt hij zichzelf van het leven. Claire raakt in paniek, Leo mag niets weten. En Justine – die raakt als enige niet in paniek. Zij wordt, hoe dichter Melancholia nadert, steeds rustiger, zelfverzekerder, vriendelijker. Als Leo de komende catastrofe vermoedt en zegt dat je je volgens zijn vader nergens kunt verbergen, antwoordt zij: ‘If your dad said that, then he’s forgotten about something. He’s forgotten about the magic cave.’ Samen gaan zij deze ‘magische hut’ bouwen van grote takken uit het bos. Als Claire en Leo erin zitten, stapt Justine als laatste naar binnen en doet de laatste tak op zijn plaats, zoals de HERE de ark dicht deed achter Noach. Dan komt de planeet in botsing met de aarde. Terwijl alles vergaat, heeft Justine een vredige, gelaten blik op haar gezicht.
Melancholia is veel meer dan een rampenfilm. Het sluit wel aan bij het in de filmwereld nog immer populaire genre van de Apocalyps, maar behandelt dit thema op een heel andere manier. In de eerste plaats al doordat nergens ingewerkt wordt op de emotie van angst. De ondergang is hier eerder prachtig dan afschrikwekkend – wat juist meer vragen oproept. In de tweede plaats doordat de uiterlijke catastrofe verbonden wordt met de innerlijke. Lars von Trier lijkt te willen zeggen, dat zowel onze binnenwereld als onze buitenwereld lijden aan dezelfde ziekte: de komende ondergang. ‘Melancholia’ is dus ook meer dan een film over depressie (zoals sommige critici menen), alsof de uiterlijke Melancholia slechts een projectie van de innerlijke is. En ook is het heel eenzijdig om te zeggen: ‘uiteindelijk gaat de film over een inktzwart doodsverlangen’ (zoals ik ergens las).
Von Trier toont dat onze binnen- en buitenwereld in wezen door hetzelfde bedreigd worden. De mens én de kosmos dreigen te gronde te gaan aan nihilisme. Nog anders gezegd: melancholie is niet alleen een psychisch fenomeen, maar ook een kosmische macht. Dat doet me denken aan de dubbelheid waarmee het Nieuwe Testament over zonde spreekt. Zonde is niet alleen iets van menselijk handelen, maar ook de macht waar mensen aan onderworpen zijn. Zoals de binnen- en buitenwereld allebei in het Nieuwe Testament zonde genoemd kan worden, zo noemt Von Trier ze allebei melancholie.
De vraag die Von Trier, die hier duidelijk zijn eigen wereldbeeld uitdrukt, zichzelf en de kijker uiteindelijk stelt, is: als de zaken er zo voor staan, wat kan kunst, wat kan verbeelding dan nog betekenen? Dat lijkt me de uiteindelijke vraag en het uiteindelijke thema van ‘Melancholia’. Dan gaat het over de ‘magische hut’ aan het einde. Het opvallende is, dat de melancholische Justine uiteindelijk de enige is, die de Apocalyps hanteren kan. Waarom? Dat zegt Von Trier niet met zoveel woorden, maar de suggestie lijkt me duidelijk: omdat Justine de Apocalyps al achter zich heeft. Justine heeft de catastrofe al in zichzelf beleefd, voordat de kosmische catastrofe komt. Als die laatste dan komt, schrikt zij er niet meer van, terwijl ieder ander in paniek raakt. Zij kan juist gaan helpen. Justine is de eigenlijke heldin van de film en wordt juist sterker, naarmate de rampspoed toeneemt. De boodschap lijkt duidelijk: alleen wie in zichzelf door de melancholie heengegaan is, kan werkelijk mens-zijn in onze apocalyptische tijd.
Hoe helpt Justine? Door de verbeelding, door de kunst. Zij bouwt een hut van takken. Dat is een oprecht veinzen, ze weet dat de hut het niet houdt, maar zij kan er anderen mee helpen, zolang die erin geloven. Je kunt ook zeggen: het is bedrog. Maar ik denk dat Von Trier wil zeggen: dat oordeel komt ons niet toe. De kunstenaar weet dat zijn kunst ‘niets helpt’, en toch wil hij de mensen in de Apocalyps een moment troosten. Zo ziet Von Trier dus blijkbaar zijn eigen werk ook. Met ‘Melancholia’, de film die ons niets helpen kan, heeft hij ons wonderlijk getroost.
Ik moest bij het slot van de film meteen denken aan een paar Bijbelwoorden, waar over een hut gesproken wordt. Bijvoorbeeld deze: ‘Want Hij doet mij schuilen in Zijn hut in dagen van onheil.’ (Psalm 27) Dat is de kunst van Gods Woord, dat het een hutje wordt waar je in kruipt. En Jezus is degene die de Apocalyps al achter zich heeft en ons daarom zo rustig in de hut nodigt. Hij doet de deur achter ons dicht. En het geloof is de verbeelding, dat je dan echt gered wordt. Zou het? We zullen zien.
Sommigen noemen Von Trier ‘een even intelligente als pesterige provocateur, altijd op zoek naar obstakels om het zichzelf en anderen zo moeilijk mogelijk te maken’ – maar hij is veel en veel meer dan dat. Hij is ook meer dan een ‘geslepen, maar ook eerlijke sadist’ (New York Times). In zijn films wordt in vragen gewroet die anderen niet eens durven aan te raken.
Willem Maarten Dekker