Het lijden van onze tijd (Rom. 8: 18)

logo-idW-oud

 

HET LIJDEN VAN ONZE TIJD

Romeinen 8: 18

Als geen ander heeft Paulus zo diep het lijden in de huidige tijd gepeild. Als geen ander voor hem en na hem heeft hij begrepen dat wij mensen het meeste lijden aan onze eindigheid.

Is het niet de angst voor de dood, om weg te raken, voorbij te gaan, die overal en altijd hetzelfde blijft? Dat lijden gaat nooit voorbij en houdt ons gevangen. En als geen ander voor hem en na hem heeft Paulus ingezien hoezeer wij mensen uit alle macht proberen om te ontkomen aan dit lijden.

Wij zijn bang dat onze dierbaren ons worden afgenomen. Wij zijn bang om ziek te worden en te sterven. Wij zijn bang om te mislukken in de ogen van anderen. Misschien vrezen we nog wel het meeste dat wij ons zelf tegenvallen en dat besef begint ons al vroeg te dagen. Het begint tegenwoordig al op de basisschool met de Cito-toets. Vanaf dat moment wordt het alleen maar erger met onze angst om te mislukken. Hoeveel mensen beleven er nog vreugde aan hun werk. Juist daar is het dat wij van onszelf vinden dat wij ons telkens maar weer moeten bewijzen. Juist in ons werk is het dat wij voortdurend de ogen van anderen op ons gericht voelen. Beperkingen zijn er om te overwinnen, grenzen zijn er om te overschrijden, fouten om van te leren. Tegenwoordig moet je carrière maken. Ook in domineesland is het usance geworden om je bezig te houden met loopbaanplanning. Ook dominees worden beoordeeld op grond van hun competenties. Je moet goed kunnen luisteren, in staat zijn om je in te leven in anderen. Hoog op het lijstje van competenties staat de bekwaamheid om met anderen samen te werken. Ook is het wenselijk dat je initiatief durft en kan nemen. Daarnaast zou het fijn zijn als de dominee zich kwetsbaar durft op te stellen in allerlei situaties ten opzichte van anderen. Uiteindelijk gaat het erom dat wij de doelen die we onszelf hebben gesteld, bereiken. En dat houdt in dat wij met onze inzet iets betekenen, waarmee wij ons onderscheiden van anderen. Maar wie houdt zo’n leven vol? Kom je niet onherroepelijk ergens jezelf tegen? We stoten ons aan onze grenzen en kunnen niet meer verder. Op een keer ben je leeg, ben je opgebrand, hebben we niets meer te geven. Burn-out heet dat, of je lijdt aan stress, of het heet dat je depressief bent.

Ons lichaam mag dan wel zuchten en onze geest dan wel verzuchten, toch proberen we uit alle macht om te ontkomen aan onze sterfelijkheid.

Het is daarom zo vreselijk belangrijk voor ons dat we in dit leven succesvol zijn, dat we mensen zijn die iets betekenen. Het is zo belangrijk voor ons wat anderen van ons vinden. Hoe anderen over ons spreken tijdens ons leven maar ook in de aula straks bij onze kist.

Het lijden van nu, de huidige tijd is dat we altijd maar meer willen zijn. Wij willen ons altijd de meerdere voelen ten opzichte van anderen, dat streven wij na. Nooit willen wij de minste zijn, ons de mindere voelen ten opzichte van de ander.

Het lijden van nu, de huidige tijd, is ook dat wij van de huisarts, de maatschappelijk werker, de zorgcoördinator, de psycholoog, de psychiater of de relatietherapeut, verwachten dat zij ons verlossen van ons lijden aan onze eindigheid. Dat zij dat lijden wegnemen of in ieder geval voor ons verzachten.

Waarom verwachten wij niets van God?

Dat is het lijden nu, in onze tijd. Dat wij niet meer hopen op die liefdevolle ogen van God.

Paulus heeft het goed begrepen.

Machteld de Mik-van der Waal