Over André Heller en zijn liederen

logo-idW-oud

 

OVER ANDRÉ HELLER EN ZIJN LIEDEREN

André Heller, geboren in 1947 te Wenen, behoort tot de meest invloedrijke en succesvolle multimediakunstenaars in de wereld. Naast zanger, componist en dichter is hij beeldhouwer, landschapkunstenaar en betrokken bij grote kunstmanifestaties over heel de wereld. Toch is het heel goed mogelijk dat lezers van In de waagschaal nog nooit van hem gehoord hebben. Ik heb André Heller via een langspeelplaat leren kennen die mijn schoonvader meebracht van een zakenreis uit Oostenrijk lang geleden. Op een morgen draaide mijn lief de bewuste lp van zijn vader. En met het lied ‘Denn ich will’ dat provocerend en gekscherend de liefde in alle soorten bezingt, kwam André Heller mijn leven binnen. Ik weet het nog goed. Ik was toen hevig verliefd. Zo verliefd als je alleen maar kan zijn als je jong bent. Ik zat heerlijk en hopeloos gevangen in het verlangen om mijn liefde aan de ander te bekennen en tegelijk was ik als de dood om me uit te spreken uit angst voor een afwijzing. Door de laatste strofe van dit lied drong opeens tot mij door: je begint pas echt te leven als je durft uit te komen voor de liefde die je voor de ander hebt opgevat.

Bij de liederen van Heller gaat het veeleer om de tekst dan om de muziek. Zijn liederen zijn eigenlijk gedichten op muziek gezet. Zo is hij indertijd zijn carrière als zanger begonnen door zijn gedichten op muziek te zetten en ze door middel van zijn stem toegankelijk te maken voor een groot publiek. Hij vreesde anders dat zijn gedichten ongelezen zouden blijven, dat zijn dichtbundels bedekt onder een dikke laag stof in de poëziekast van menig boekhandel zouden blijven staan. Gelukkig is dat niet gebeurd.

André Heller is een tovenaar, een magiër met woorden. Hij is in staat om met zijn liederen beelden in je hoofd te laten ontstaan. De beelden die hij oproept, veranderen ook telkens weer. Het is alsof je door een toverlantaarn kijkt. Door zijn liederen en performance laat hij je ontdekken dat er vele manieren zijn om waar te nemen, daarbij moet je wel gebruik maken van al je zintuigen en je denkvermogen. Volgens Heller zelf zitten de ware avonturen in je hoofd. In je hoofd, daar moet je ze beleven. André Heller horen zingen houdt in zien. Zien zoals je nooit eerder hebt gedaan.

In zijn liederen gaat het altijd weer over Wenen, zijn geboortestad. De keizerstad aan de blauwe Donau. De stad van de Weense wals en de radetzkymars. De stad van Gustav Klimt, Sigmund Freud, Odön von Horvath en Joseph Roth. Met een enkel woord tovert hij die Welt von gestern te voorschijn. In zijn liederen over Wenen is Heller een melodieuze melancholicus die je eraan herinnert dat elk mens het verleden met zich meedraagt. Elk mens is een schakel tussen verleden en toekomst. Zoals de romans van Isaäc Bashevis Singer een eerbetoon zijn aan de joodse wereld die hij achterliet in Polen toen hij naar Amerika emigreerde. Door toedoen van de Nazi’s is deze joodse cultuur voorgoed verdwenen in Polen, maar door erover te schrijven hield Singer de herinnering aan hoe het eenmaal was geweest levend. Zo zijn de liederen van André Heller een eerbetoon aan het Wenen van voor de Tweede Wereldoorlog.

In al zijn liederen laat hij je voelen hoe diep en rijk de bron is van het verleden.

Ontroerend, vertederend, grappig en tegelijk angstaanjagend zijn de beelden die Heller in je hoofd laat ontstaan als hij in herinnering roept de duizenden angsten die hij in zijn kindertijd moest doorstaan. Het onweer en de pesterijen op school, daarover zingt hij in ‘Angstlied’

Es gibt eine Angst,
die macht klein,
die macht einen krank und allein.
Und es gibt eine Angst,
die macht klug,
mutiger,
freier von selbstbetrug.

Het lied over Leon Wolke opgedragen aan Leon Zelman, geschreven door Heller in 2003 is mij heel dierbaar. Het begint heel onschuldig en terloops. Heller vertelt over de vele wolken die hij in zijn leven aan zich voorbij heeft zien trekken. Wolken die geluk beloofden, maar ook wolken zwaar van onheil. Onder alle wolken is één hem zeer dierbaar namelijk Leon Wolke uit de tweede Wiener Hieb, de joodse wijk in Wenen. Met de woorden klein en bleek, kijkt hij ieder recht in het gezicht, want wie Treblinka overleefd heeft, kent geen angsten meer op deze aarde, typeert Heller de kleine man die hem zo lief is.

Het lied over Leon Wolke herinnert mij aan Primo Levi. Zoals Levi, na de bevrijding door de Russen en zijn terugkeer in Italië over zijn ontmoetingen met mensen schreef tijdens zijn verblijf in Auschwitz, zo zingt Heller over Leon Wolke. In dit ontroerende, intens droevig lied, maakt Heller ons deelgenoot voor heel even van het leven van Leon Wolke. En laat hij ons voelen wat het betekent om een overlevende te zijn van een concentratiekamp. In dit lied voel je hoe diep het verdriet zich aan het binnenste van deze mens heeft gehecht. Het is een verdriet waar deze mens, zich nooit van kan losmaken.

Het is jammer dat André Heller vanaf 1982 niet meer optreedt als zanger. Het avond aan avond optreden werd hem te zwaar, het zingen voelde te veel als een verplichting. Gelukkig zijn de liederen van André Heller nog wel te beluisteren op cd.
André Heller, Kritische Gesamtausgabe 1967-1991, Polydor.
André Heller, Ruf und Echo, 2003, Universal Music cmbh Wien.

Voor wie wil kennismaken met de liederen van André Heller heb ik uit zijn oeuvre een vijftal liederen gekozen: Denn ich will, Wienlied, Angstlied, Mein Freund Schnuckenack en Leon Wolke. Wie ze wil beluisteren kan via mijn e-mailadres: machteld@demik.info daartoe een verzoek doen.

Machteld de Mik-van der Waal