Makkelijk praten Over ‘Kairos’ en vervangingstheologie

logo-idW-oud

 

MAKKELIJK PRATEN

Over ‘Kairos’ en vervangingstheologie

Het Palestijns-christelijke Kairos-document heeft felle reacties uitgelokt. Het Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap heeft het een ‘oorlogsverklaring aan de staat Israel’ genoemd. De aard van de tekst rechtvaardigt deze reactie, want Israel krijgt de schuld van het Midden-Oosten-conflict en wordt vergeleken met Zuid-Afrika en apartheid, terwijl Kairos het land zonder meer voor de Palestijnen claimt.

Verontwaardigde reacties kwamen er ook uit christelijke hoek (Christenen voor Israel, en van J. v.d. Graaf, H. Abma e.a.), met name op de vervangingstheologie, de eenzijdigheid en de retoriek van het document. Zeker niet onterecht, maar er zit in deze reacties iets scheef en bij alles wat er aan kritiek op Kairos mogelijk (en nodig) is, wil ik me hier concentreren op de kritiek op de kritiek.

Kairos is aanstootgevend: stellig, eenzijdig en zelfgenoegzaam. Maar de christelijke reacties zijn daar ook niet vrij van; ze maken bovendien een behoorlijk zelfingenomen indruk. Eerder werd op een internationale bijeenkomst de PKN vanwege haar IP-nota en Israel-theologie luiheid verweten, onverschilligheid: lazy theology. Of dat terecht is, laat ik in het midden. Het komt in ieder geval vanuit Palestijns gezichtspunt zo over. Onze ‘Israel-theologie’ dient de gerechtigheid in hun geval niet. Dat is ook niet het een en al, maar het geeft te denken.

In veel christelijke kritiek op Kairos ontbreekt werkelijke aandacht voor de situatie van onrecht, nood en lijden waaruit de tekst is geschreven. Waar het genoemd wordt, wekt het een obligate indruk. Ik vind dat pijnlijk. Terecht zei Arjan Plaisier bij het ontvangen van de tekst: ‘Als een lid lijdt, lijden alle lijden mee’. Daarover mag geen misverstand bestaan.

Onze Palestijnse zusters en broeders lijden. En wij hebben makkelijk praten. Wij hebben niet met de keerzijde van de staat Israel te maken. Wij leven niet in een oorlogsgebied, met checkpoints en een muur, maar in een veilige recht-staat. Dan nuchter en zakelijk (hoewel, zoals bijna alles rondom Israel komt de kritiek nogal emotioneel over) het spreken over ‘een bezetting’ te bestrijden, gaat aan iets wezenlijks voorbij. En om vanuit de hoogte het verwijt van vervangingstheologie te maken, dat vind ik nou een gotspe. Hoe lang hebben wij – of onze voorouders – niet gedaan, wat de Palestijnse christenen met meer recht doen? Zij doen het niet als ‘wij’ vroeger, vanuit een machtspositie, maar vanuit een situatie van verdrukking. Natuurlijk identificeren zij zich met het bijbelse Israel! Kun je dan vanuit een leunstoel op de Veluwe hun de maat van de Israeltheologie nemen, die hier niet dan door onnoembare schade en schande geleerd is? Schade en schande bovendien, waarvan hun lot niet los te zien is. Zij lijden deels onder de gevolgen van ‘onze’ vervangingsleer.

Al is vervangingsdenken principieel onaanvaardbaar, toch is de ene vervangingstheologie de andere niet (zoals ook de ene ‘apartheid’ de andere niet is). Van de Palestijnse christenen begrijp ik het. Laten we het for the time being aan-vaarden, in de hoop dat spoedig recht en vrede gevonden worden, politiek en theologisch, voor Israel en de Palestijnen, en de ‘vervangingsdrang’ vervalt. Laten we in verbondenheid getuigen van waarheid en gerechtigheid vanuit onze theologische existentie (en ons denken over Israel), laten we luisteren naar de hunne en vervolgens gezamenlijk waarheid en gerechtigheid zoeken. Laten wij daar dan concreet gestalte geven aan de onopgeefbare verbondenheid met Israel.

Vooralsnog verharden zich enkel de tegenstellingen. Twee partijen, ingegraven in het robuuste eigen gelijk, met de eigen selectie van feiten, de eigen retoriek, en de verkettering van de ander.

Kairos heeft me teleurgesteld. Geen herkenning, geen beweging. Geen wezenlijke opening voor gesprek, alleen de dwingende uitnodiging waarheidsclaims te onderschrijven, en dus Israel als volk, land en staat prijs te geven; wie dat niet wil – ik wil dat onder geen beding – wordt veroordeeld.

Maar misschien heb ik iets verkeerds of onmogelijks verwacht van de Palestijnse broeders en zusters, in hun situatie. Dan moet het van de andere, van onze kant komen. Kairos maakt dat niet gemakkelijk. Maar de politiek van Israel geeft ons evengoed aanstoot. Onze verbondenheden beginnen ons pijn te doen. De tijd van makkelijk praten is voor-bij. Confrontatie. In verbondenheid.

Coen Constandse