Commentaar (Er hangt iets in de lucht)

logo-idW-oud

 

COMMENTAAR (Er hangt iets in de lucht)

Er is iets aan het veranderen in de Protestantse kerk.

Het Landelijk Dienstencentrum functioneert beter. Of ik nu gemeenteadviseurs, jeugdmedewerkers van JOP of ande-ren tref, ik sta versteld over de hoeveelheid werk die uit hun handen komt. Het is zelfs gelukt om een blad dat zich richt op het publieke debat, Festus, van de grond te krijgen. Ook over de missionaire ronde door Hans van Ark en Nynke Dijkstra hoor ik positieve geluiden. Het wordt in ieder geval beleefd als een belangrijke pastorale aandacht voor de missionaire problemen waar gemeentes mee worstelen.

Natuurlijk is er ook veel gebrom over hiërarchische verhoudingen, over fantasievolle voorstellen die in de prullenbak verdwijnen en over evangelicalisering. Het zal ook allemaal wel waar zijn, maar dat de organisatie beter loopt en er hele aardige dingen gebeuren, is belangrijk vast te stellen. Dit jaar is er bovendien geld overgehouden. Dat is niet het doel van de kerk, maar het is wel belangrijk voor het zelfvertrouwen van een club.

Maar ook in de kerk als geheel komen nieuwe krachten vrij.

In december vindt de Nationale Synode plaats. Voormalig synodepreses Gerrit de Fijter heeft een aantal kopstukken uit allerlei reformatorische en evangelicale kerken aan de rechterflank bij elkaar gehaald om een Nationale Synode te houden. Ook hier is het makkelijk cynisch te doen: te reformatorisch, te hotemetoterig, te geseculariseerd. Kritiek die allemaal klopt. Maar dat neemt niet weg dat dit een belangrijk initiatief is. Hier vallen scheidslijnen weg. Er kan een elan ontstaan dat de hele kerk meeneemt.

Eind juni was ik bij de afsluiting van het Pionierspad, een achtdaagse voettocht van het Muiderslot naar Vollenhove, door de nieuwe polders. De tocht was georganiseerd door Boele Ytsma, een pionier op het gebied van ‘kerk en inter-net’. Er werd dan ook getwitterd, geblogd en genetwerkt, maar minstens zo belangrijk was dat er onderweg gepraat werd. Natuurlijk over ‘het leven als zoektocht’, maar tot mijn verwondering en geluk ook over ‘geleid worden door God’, over ‘geloven’, over ‘de Geest’, over ‘het verliezen van je woede’. Het was maar een kleine club vrienden, fami-lieleden, spiritueel ontheemden en dominees die daar liep. Toch maakte het duidelijk: hier zijn mensen naar op zoek. Dit zijn de thema’s die belangrijk worden en mensen gaan verbinden.

Is dit wensdenken? Jazeker! Zal ik het over een half jaar berouwen dat ik zo optimistisch over de kerk geschreven heb? Misschien. Maar nog veel verkeerder is het om de goede tekenen niet te zien en niet te ondersteunen. Ik wens u een goede en zonnige zomer.

CW