Commentaar (Genocide)

logo-idW-oud

 

COMMENTAAR (Genocide)

In het voetbalgeweld van de afgelopen weken kreeg het berichtje nauwelijks aandacht, terwijl het wereldnieuws is. De Sudanese president Omar al-Bashir werd door het Internationale strafhof in den Haag aangeklaagd voor drie gevallen van genocide. Dat er in dat land vreselijke dingen gebeuren is niet onbekend. Het opvallende en verheugende is dat de aanklager het aangedurfd heeft het woord genocide te gebruiken. In ons normale spraakgebruik zijn we geneigd dat woord eerder te gebruiken dan in het juridische gebruik. Ik heb mij laten uitleggen dat er een verschil bestaat tus-sen misdaden tegen de menselijkheid en genocide. In het eerste gruwelijke geval wordt er op grote schaal gemoord. In het tweede geval is dat meestal ook zo, maar daar is het moorden onderdeel van een van te voren opgezet plan een bepaalde groep met een bepaalde kenmerk – raciaal, religieus of etnisch – te vernietigen. Dat plan is meestal moeilijk te bewijzen, maar de aanklager meent nu voldoende bewijzen te hebben.

Het moorden in Darfur duurt al heel lang. We weten ervan, maar in actie komen gebeurt mondjesmaat. Het lijkt er soms op dat de wereld in de situatie maar berust. We voelen ons machteloos. De aanklager – zijn naam mag met ere genoemd worden – Luis Moreno Ocampo doorbreekt die machteloosheid en ontneemt ons een excuus. Het is wel degelijk mogelijk iets te ondernemen. Hij herinnert ons aan ons rechtssysteem. Recht dient zijn loop te hebben. De aangeklaagde dient gepakt te worden.

Daar zit nu precies de kneep. De internationale gemeenschap durft het niet aan Bashir te grijpen en voor het gerecht te brengen. We kunnen en mogen de soevereiniteit van een land niet aantasten. Die is zeker wat waard, maar als het gerechtshof, dat opgericht is door de internationale gemeenschap tot zo’n uitspraak komt, ligt het toch wel wat anders.

De beschuldiging van genocide is de zwaarst denkbare beschuldiging. In Irak deinsden de VS en Groot Brittannië gesteund door Nederland niet terug voor een regime change. Waarom nu geen internationaal ingrijpen gericht op een dergelijke wissel in Soedan? Zeker, dat zal niet eenvoudig zijn. Wellicht nog lastiger dan in Irak, maar dat mag toch geen argument zijn om de boel de boel te laten? Hier dient de internationale gemeenschap op te treden. Zeker nu deze zware beschuldiging geklonken heeft.

Ter onderbouwing van zijn beschuldiging meldt Moreno, dat Al-Bashir 2,5 miljoen (!) vluchtelingen uit specifieke etni-sche groepen vasthoudt in kampen in Darfur ‘onder omstandigheden die lijken op een gigantisch Auschwitz’. (Trouw, 12 juli 2010). We maken in de ogen van hen, de vele doden die reeds gevallen zijn en van velen in Afrika onze demo-cratie en de daarbij horende rechtssystemen tot een lachertje als we de aanklacht horen en rustig verder leven en niets doen, omdat Soedan het strafhof niet erkent. Actie is nu geboden!

AP