Ritueel of verdoofd?

logoIdW

 

RITUEEL OF VERDOOFD?

Twee bijwoorden bij ‘slachten’ zijn ‘ritueel’ en ‘verdoofd’. Maar die twee bijwoorden komen uit twee verschillende talen. Vertegenwoordigen die twee talen ook twee werelden? Het lijkt er wel op. Coen Wessel opent in zijn laatste Commentaar (IdW 40/7) daarop echter een nieuw perspectief: in het rituele slachten blijft bewaard dat doden van een dier een onherroepelijke grensoverschrijding is. De gedachte dat het doden van een dier een onherroepelijke grensoverschrijding is, zou mijns inziens ook goed kunnen passen binnen de horizon van de PvdD. Maar ik vrees dat de PvdD zich door deze interpretatie van onverdoofd slachten niet echt zal laten overtuigen om haar visie daarop te wijzigen. Om de doodeenvoudige reden dat de achterliggende theologisch gemotiveerde bespiegelingen en de seculiere politieke positiebepaling wèl twee verschillend werelden zijn. Beter gezegd: in de loop van de Westerse geschiedenis twee werelden zijn gewòrden. Elders in het bovengenoemde nummer van IdW (in het verslag over de Barth-Tagung) lezen we dat Rinse Reeling Brouwer daar de suggestie deed om de komst van de scheiding van kerk en staat onder de ‘wahren Worte’ extra muros ecclesiae te rangschikken. Dat wil ik hem graag nazeggen. Maar dan moeten we ook op de koop toenemen dat we zitten met de vervelende consequentie dat er over één en dezelfde materie een kloof ligt tussen theologische bespiegelingen en seculiere politieke positiebepaling.

In dit geval dus over de materie die gegeven is met het werkwoord ‘slachten’. Daarbij is het vervelende in seculiere zin dat het moment tussen de koe in de wei en de biefstuk op het bord voor de consument onzichtbaar is. En het vervelende in theologische bespiegelende zin is dat we niet meer weten wat ‘offer’ is. Maar ik denk niet dat het van ‘kosjer’ denken getuigt om die twee vervelende zaken met elkaar te gaan vermengen op de noemer van het feit dat ze allebei vervélend zijn. Want het seculier-vervelende los je niet op door naast een verdovend abbatoir ook een niet-verdovend abbatoir toe te staan. En het theologisch-vervelende los je niet op door een pleidooi te voeren voor onverdoofd slachten.

In ‘Trouw’ van 14 mei jl. konden we bij Bart Wallet lezen hoe inzake het ritueel slachten in ons land in de laatste halve eeuw de diverse politieke winden gewaaid hebben. En (voor mij nog onthullender) hoe éénzelfde politiek partij (ook die van christelijke signatuur) op verschillende momenten met verschillende cultureel-politieke winden meewaaide.

Dat laatste mag ons bescheiden maken – niet in de expressie van theologische bespiegelingen, maar wel in de verwachtingen omtrent een éénduidige relevantie voor politieke uitkomsten.

Jan Bruin

Auteur is emeritus predikant (PKN) en was scriba van de Provinciale Kerkvergadering N.H.