De toekomst van religieus leiderschap

logoIdW

DE TOEKOMST VAN RELIGIEUS LEIDERSCHAP

Een onderzoek van een nieuwe academische ecclesiologie-groep

‘De comeback van de bisschop?’

Op 18 mei 2005 organiseerde het Centrum voor Religie en Recht een symposium met als titel: ‘De comeback van de bisschop’. Dit Centrum is een samenwerkingsverband van de Faculteit der Godgeleerdheid en de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Leidend op dat symposium was de vraag: Is het ambt van bisschop bezig met een comeback? Na het verschijnen van het meest invloedrijke rapport van de theologische commissie Faith and Order van de Wereldraad van Kerken, Baptism, Eucharist and Ministry (BEM), lieten diverse protestantse theologen publicaties over het bisschopsambt het licht zien. Het BEM-rapport beval het ambtsmodel van de Vroege Kerk (bisschop-presbyter-synode) aan bij alle kerken. Deelvragen op die studiedag waren: Hoe is de stand van zaken aan het begin van de eenentwintigste eeuw, in een kerk en een samenleving die roepen om sterk leiderschap? Wat betekent dit voor de overige ambten, ambtsdragers en ambtelijke vergaderingen? Gaan een bisschop en een bisschopsambt niet ten koste van de autonomie van de plaatselijke gemeente en de mondigheid van gemeenteleden? Is een episcopaal element wel te verenigen met presbyteriaal-synodale of met een congregationeel-independentistische kerkstructuur? En hoe zou dat dan moeten vorm krijgen? Of nog anders, hoe moet persoonlijk leiderschap met collegiaal leidinggeven worden gecombineerd? Zijn daar voorbeelden van en zijn er modellen ontwikkeld? Gaat een bisschopsambt niet ten koste van de autonomie van de plaatselijke gemeente? En zijn de ordinaties van hen die niet bevestigd zijn door de bisschop nog wel geldig?

Dit mondde uit in het uitnodigen van prof. dr. R. Roukema (De bisschop in de Oude Kerk), prof. dr. C. Coppens (Episcopus habet claves. Een middeleeuwse visie op het ambt), wijlen prof. dr. A. W. J. Houtepen (Het kerkelijk ambt in oecumenisch perspectief), dr. J. Kronenburg (Op zoek naar een oecumenische bisschop), mgr. dr. D. J. Schoon (Het bisschopsambt in de oud-katholieke traditie), dr. H. A. Bakker (De bisschop is van beneden, niet van boven: een congregationalistische benadering) en dr. C. van den Broeke (De classicale bisschop. Een presbyteriaal-synodale benadering).

Aan het einde van het symposium bleek dat de discussie niet af was, maar eerder aanleiding gaf tot nadere discussie, studie en overleg. De auteurs van het onderhavige artikel spraken de reacties op deze studiedag door en namen het initiatief om een kleine expertmeeting te beleggen met prof. dr. L.J. Koffeman (PTHU), prof. dr. M. te Velde (TU Kampen), dr. A. van Eijk, dr. J. Kronenburg, dr. H. Bakker (Seminarie Baptisten, VU) en drs. Teun van de Leer (Seminarie Baptisten, VU).

Academische Onderzoeksgroep Ecclesiologie

In de gesprekken rondom ambt, episkopè en leiderschap die we sinds januari 2010 met elkaar hadden viel in de eerste plaats een grote mate van herkenning op. Of je nu rooms-katholiek, baptist, gereformeerd, protestant of oud-katholiek bent, de gewijzigde maatschappelijke context dwingt ambtsdragers, of met een algemenere aanduiding ‘religieuze leiders’, om hun eigen rol opnieuw ‘uit te vinden’. Voorgangers van alle tradities vragen zich af hoe ze de uitdaging van de seculiere tijd het best beantwoorden. ‘Seculariteit’ is een containerbegrip dat staat voor maatschappelijk processen als individualisering, privatisering, de-institutionalisering, globalisering, differentiatie, enz.. Dat vraagt om een andere vorm, stijl, rol en zelfs verstaan van leiderschap. Burn-out onder leiders van geloofsgemeenschappen en ambtsdragers die uit het ambt stappen is een fenomeen dat wijst op onzekerheid over de roeping en de taak in de huidig post-christelijk cultuur. Maar niet alleen individuele ambtsdragers, ook geloofsgemeenschappen, plaatselijk en landelijk, zoeken een weg in deze nieuwe context. Hoe moeten zij binnen de context van hun geloofstraditie met zijn klassiek verstaan van pastorale supervisie, gestructureerd leiderschap en kerkorde/canoniek recht leidinggeven nu gaan vormgeven? En dan zijn er de opleidingsinstituten. Welke profielen en concepten moeten theologische faculteiten en seminaria hanteren bij de voorbereiding van priesters, predikanten en andere voorgangers op hun ambt in deze gewijzigde cultuur?

Bij dit gelaagd onderzoek spelen niet alleen maatschappelijke ontwikkelingen in het algemeen maar in het bijzonder nieuwe accenten in de sociologie, psychologie en antropologie van het leiderschap een rol. Maar bovenal zal rekening moeten gehouden worden met de theologie van het leiderschap zoals die zich heeft ontwikkeld binnen de rol van de verschillende christelijke tradities. De theorie en praktijk van het ambt/leiderschap is een gevoelige zaak, omdat het in vele gevallen functioneert als een (episcopaals-hiërarchisch, presbyteriaal-synodaal en congregationeel-independentistisch) identiteitsaspect van de onderscheiden tradities. Leiding geven in de geloofsgemeenschap is verbonden met het doorgeven van het geloof van de ene generatie aan de andere. Sommigen verbinden daar rechtstreeks het heil mee.

Onderzoekers van de Vrije Universiteit, Protestants Theologische Universiteit, Theologische Universiteit Kampen, Universiteit van Tilburg, Baptisten Seminarium en het Oud Katholiek Seminarium gaan samen dit complex van vragen rondom de toekomst van religieus leiderschap in Nederland onderzoeken gedurende de komende drie jaar. Ze gaan vooral inventariseren. Wat weten we al in Nederland en wat moeten we nog onderzoeken? We hopen over drie jaar klaar te zijn om een consortium te vormen met onderzoekers in andere Europese landen om een onderzoek te starten naar de toekomst van religieus leiderschap in post-christelijk Europa.

Onderwijs

Verder bekijken we of het mogelijk is vanaf het volgend academische jaar met verschillende theologische opleidingen een of meerdere modules van de ambtelijke opleiding samen te geven. We denken daarbij aan gemeenschappelijke elementen van leiding geven/ambt waar alle christelijke tradities mee te maken krijgen. Een andere mogelijkheid is dat we een module gebruiken om de studenten te laten kennis maken met de verscheidenheid aan theologische tradities over leiderschap. Het spreekt dan vanzelf dat docenten uit de verschillende tradities daaraan meewerken. Bij het inrichten van dergelijke modules moeten verschillende praktische elementen worden bedacht, zoals de plaats in het curriculum, de tijd en de plaats van het doceren. Indien we slagen zal het in ieder geval een bijzondere bijdrage zijn aan de oecumene. Stel je voor dat de toekomstige leiders van de christelijke tradities elkaar kennen van (een deel van) hun gemeenschappelijk opleiding …

Mocht je suggesties hebben of vragen, dan kan je ons bereiken via c.vanden.broeke@vu.nl of via eajg.vander.borght@vu.nl.

                                               Leon van den Broeke en Eddy Van der Borght

Auteurs zijn aan de VU resp. Docent Religie, Recht en Samenleving en hoogleraar Systematische Theologie (Desmond Tutu-leerstoel).