Tussen al het andere in (De zoon van een bisschop)

logo-idW-oud

TUSSEN AL HET ANDERE IN – De zoon van een bisschop

In het begin van dit jaar, op 4 januari, overleed onverwacht aan een hartstilstand Humphrey Carpenter. Hij stierf thuis, in Oxford, vlak bij zijn geboortehuis. Praktisch heel zijn leven, 58 jaren, woonde hij in deze stad.

In een In Memoriam in de Guardian vertelt een vriend, John Kelly, hoe hij voor het eerst kennis maakte met Carpenter. Onwillig had hij zich laten meeslepen naar een concert op de school van zijn kinderen. Achter hem zei een dame, zo weggelopen uit een boek van Barbara Pym: ‘De zoon van onze bisschop zal voor ons spelen’. Kelly verwachtte een ascetisch, bleek jongmens met een bewerking van een vrome hymne. In een uitbundige kledij en een uitdagende pruik en met de grootste tuba die Kelly ooit had gezien, verscheen Humphrey Carpenter op het toneel, inderdaad de zoon van de bisschop van Oxford. Carpenter hield van kinderen, hij kon toneel spelen en de tuba, maar ook nog andere instrumenten. Hij had zijn eigen jazzband Vile Bodies waarmee hij lange tijd optrad in het Ritz Hotel in Londen. Hij kon nog veel meer. Hij werkte voor BBC-radio, presenteerde programma’s over grote figuren uit de geschiedenis, maar ook was hij verteller van verhalen., ook levensverhalen. In zijn betrekkelijk korte leven heeft hij veel geschreven. Hij begon samen met zijn vrouw Mari Prichard met een gids van de rivier de Thames (A Thames Compnaion). Daarvoor hadden zij in een bootje de rivier bevaren vanaf de zee tot de bron. Later schreef hij, ook met zijn vrouw, de Oxford Companion to Children’s Literature. Alleen schreef hij Secret Gardens: The Golden Age of Children’s Literature. Zoveel tijd van zijn leven besteed aan de literatuur voor kinderen, de kleine majesteiten! Alsof dat al niet genoeg was, had hij ook nog met de kinderen een dramagroep. En zo had hij de tijd goed besteed. Daarvan was hij overtuigd.

Misschien hebben lang niet alle lezers van dit blad van Carpenter gehoord. Maar allen zullen wel kennen de mensen van wie hij een biografie schreef: W. H. Auden, J.R. Tolkien, Dennis Potter, Benjamin Britten, Ezra Pound en de vroegere aartsbisschop van Canterbury, Robert Runcie. Met de biografie van Runcie (deze en zijn vader waren vrienden van elkaar ) bezorgde hij zich veel moeite. In zijn biografie kwamen uitlatingen van de aartsbisschop voor over de prins van Wales en prinses Diana. Runcie citeerde een dame, die gezegd had dat Diana een toneelspeelster was en een ‘schemer’, iemand die manipuleert, maar hij liet doorschemeren dat hij de dame geen leugenaarster vond. Toen de biografie uitkwam deed de aartsbisschop of hij heel verontwaardigd was, maar hij deed alsof. Carpenter bleef, na een felle aanval van A.N. Wilson, echter aan de pan hangen.

Carpenter schreef ook groepbiografieën. Dat is heel moeilijk. De bekendste is The Inklings – C.S. Lewis, J.R.R. Tolkien, Charles Williams and their friends. Het laatste zinnetje in de preface is: ‘I have merely tried to tell their story’. Alleen maar een verhaal vertellen, een levensverhaal, alsof dat nauwelijks moeite kost. De ‘inklings’, zo werden Lewis en zijn vrienden genoemd. Wekelijks kwamen zij twee keer samen, een keer in een pub en een keer op de kamer van Lewis. Lewis, de apologeet van het christelijk geloof, was de spil om wie alles draaide. Dat wordt in het boek van Carpenter heel duidelijk. Williams kwam later bij het gezelschap. Hij is bij ons minder bekend, maar herhaaldelijk heb ik Willem Barnard met warmte over hem horen spreken. Bij het lezen van de Inklings kom je onder de indruk: wat een intellect, wat een vriendschap, wat een sfeer, wat een invloed. Op een van de samenkomsten vertelde Lewis dat hij voor studenten had gesproken. Zij waren allen bezig een boek te lezen van een ‘dreadful man’, Karl Barth geheten. Die studenten waren overtuigd dat al onze gerechtigheid niets anders is dan een stel vuile vodden. Zij zeiden dat met zoveel kracht en overtuiging dat Lewis zei: I can tell you it’s like a blow in the face’.Toen iemand even later vroeg of die studenten ongelijk hadden, antwoordt Lewis: ‘Nee, ik denk dat ze voor het grootste deel gelijk hebben’. Maar zelf hunkerde Lewis, zoals hij zei, naar vroeger, naar de tijd dat politiek betekende ‘Tariff Reform’, en oorlog oorlog tegen de Zoeloes en ‘Religion meant that lovely word Piety…’

Een andere groepsbiografie is The Brideshead Generation (Evelyn Waugh en zijn vrienden). Voor zijn biografieën kreeg Carpenter vele prijzen. Ik denk dat Carpenter het als de hoogste prijs waardeerde dat kinderen in de klas over zijn boeken schreven, vooral de Mr. Majeika-reeks. Deze reeks werd voor de televisie bewerkt met Stanley Baxter in de hoofdrol.

Allen die hem kenden waren het er over eens dat Carpenter een man was om van te houden, met uitzondering dan van A.N. Wilson, wiens biografie van Jezus Carpenter had afgekraakt.

Carpenters moeder was een Treveleyan. De Treveleyans waren uitzonderlijk begaafd, maar velen van hen leden al vroeg aan de ziekte van Alzheimer. Waarschijnlijk heeft Carpenter gedacht, dat hij vroeg en hard moest werken als hij wilde bereiken wat hij wilde.

Deze vriendelijke en beminnelijke man leed, evenals Waugh, Britten en Pound die hij heeft beschreven, aan aanvallen van grote neerslachtigheid. Toen een van zijn dochters, Kate, na een verkeersongeluk in coma lag en het leek dat zij daarin zou blijven, zaten Carpenter en zijn vrouw dag en nacht bij haar bed. Kate kwam evenwel bij en genas zienderogen. Met de dag werd zij beweeglijker, maar toen viel op dat Carpenter zoveel trager was geworden. En dat werd er niet beter op. Geconstateerd werd dat hij leed aan de ziekte van Parkinson. Hij hield het geheim. Familie en vrienden hielpen hem daarbij, zodat regelmatig toch zijn stem voor de radio werd vernomen.

Met zijn vrouw kwam hij terug van vakantie in Frankrijk en toen stierf hij in zijn geliefd Oxford. Hij was klaar met weer een Mr. Majeikaverhaal, en hij was bezig de laatste hand te leggen aan de geschiedenis van John Murray, de uitgevers. Men zal hem missen, het meest nog de kinderen.

Michael Bource