Tussen al het andere in (Leestekens)

logo-idW-oud

TUSSEN AL HET ANDERE IN – Leestekens

Lynne Truss is blond en zij woont in Brighton (GB), maar gedurende enige maanden in het jaar vertoeft zij op een Grieks eiland, waar zij in alle rust kan schrijven. Zij schreef drie romans en vele artikelen. Als redactrice van een tijdschrift constateerde zij dat er een vorm van anarchisme heerst wat betreft het gebruik van leestekens. Zij besloot een boek te schrijven over de interpunctie.

Tot haar verbazing werd haar boek een bestseller. Er zijn van Eats, Shoots & Leaves wereldwijd drie miljoen exemplaren verkocht. In het Nederlands heet haar boek Eten, vuren en beuken (Amsterdam 2004). Wim Daniëls, de vertaler, zegt dat het geen directe vertaling is van de oorspronkelijke Engelse versie, maar een vrije vertaling en deels ook een bewerking. Dat kon niet anders, want de Engelse interpunctieregels wijken nogal af van de Nederlandse. Wel bleef Daniëls trouw aan de stijl en de geest van Lynne Truss.

In 1785 schreef Joseph Robertson in een essay over interpunctie: ‘De kunst van het interpungeren is van groot belang voor het schrijven; het draagt bij tot de helderheid en zeker ook tot de schoonheid van elke tekst’. ‘Het draagt bij’; de leestekens zelf maken een tekst niet helder, laat staan ‘schoon’; daar komt meer voor kijken.

Volgens Truss kun je leestekens vergelijken met etiquette. Leestekens die goed worden gebruikt, getuigen van goede smaak. ‘Het is ook geen toeval dat het woord “punctueel” van dezelfde stam is afgeleid als “interpunctie”.’ Zo nu en dan tref je een tekst aan die tot in de puntjes is verzorgd.

Het leesteken waarbij het voortdurend fout gaat, is de komma. Er zijn wel kommaregels, maar er zijn aanzienlijke complicaties die bij die regels horen. Ik ga niet verder door over de complicaties want dan gaat het de lezers duizelen. Niemand durft dan meer een zin op papier te zetten.

De komma dient tot het verduidelijken van de zinsbouw, een rust aanduidende, syntactische delen binnen een volzin van elkaar scheidende. Maar ook is de opdracht van de komma het verduidelijken van meer literaire kwaliteiten als toonhoogte, klemtoon en ritmiek.

Duitsers gebruiken veel meer komma’s dan Nederlanders. Zij hebben dan ook veel langere volzinnen met vele bijzinnen, zinnen waarbij soms de punt aan het einde van de zin in geen velden of wegen is te bekennen.
Er zijn komma’s met een geschiedenis. Een befaamde komma is te vinden bij Kohlbrugge, in een preek uit 1833 te Elberfeld gehouden over Romeinen 7, vers 14: ik ben vleselijk, en dan komt de komma, verkocht onder de zonde. De ontdekking van de komma werd voor hem tot een keerpunt in zijn leven.

Maarten ’t Hart vermeldt in zijn roman De Jacobsladder (1986) een preek over Rom. 7 vers 14. ‘De preek ging vooral over de komma tussen “vleeschelijk” en “verkocht” (…) Uit die ene komma toverde de dominee niet alleen een ongelovige en onboetvaardige wereld te voorschijn, maar ook de Hoer van Babylon (de Roomse kerk) en de vele valse kerken der Reformatie.’

Er zijn nog andere leestekens, ook aangevochten leestekens. Een aangevochten leesteken is de kommapunt. Het gebruik wordt ouderwets gevonden. In Engelse kranten zou de kommapunt worden vermeden. Ik vind dat dit leesteken in een behoefte voorziet. Bij de kommapunt gaat het om verwachting en vitaliteit. Ze drijft ons verder in een zin, in de richting van meer informatie.

Ik ga niet alle leestekens behandelen. Ik noem wel de dubbele punt. Dit leesteken wordt met graagte, ja zelfs met hartstocht gebruikt door A.A. Spijkerboer. De dubbele punt is gepast en betamelijk bij een verklaring, een omschrijving of een conclusie.

Naast de dubbele punt hebben we de liggende puntjes, al of niet omrankt door ronde of vierkante haakjes. Eén leesteken moet uiterst voorzichtig worden gebruikt. Dat is het uitroepteken. Dit leesteken wordt wel de ‘schreeuwlelijk’ genoemd. Met een uitroepteken vraag je voor een zin vaak te veel aandacht of een aandacht die de zin totaal niet verdient.

Er zijn mensen die maar niet willen onthouden dat je na een komma, een puntkomma, een dubbele punt en een gewone punt een spatie moet tikken. Zonder die spatie komen de leestekens in de verdrukking. Er zijn tijden geweest dat dubbele spatie werd aangebracht. Dat kost echter te veel ruimte. Ook voor en na het gedachtestreepje of aandachtstreepje moet spatie worden aangebracht. Maar niet voor en na het koppelteken. Wim Daniëls geeft een voorbeeld van een onjuist gebruik van een koppelteken als weglatingsteken, een grapje in twee versregels van Caesar Gezelle, de neef van Guido:

‘k Zie schapen, witgewold
‘k Zie rid- en runders draven…

Getrude Stein en G.B Shaw wilden de leestekens afschaffen, in ieder geval een aantal. Zij wilden het tevergeefs. Immers, als er geen leestekens meer zijn, klonteren de woorden op elkaar. En dat moet niet.

Michael Bource