Vedersø
VEDERSØ
Een reis naar de Faeroer bracht ons door Jutland. Een ongezochte gelegenheid om een bezoek te brengen aan Vedersø, de kustplaats waar Kaj Munk van 1924 tot 1944 als predikant heeft gestaan. Munk was behalve predikant ook schrijver, en onder de Duitse bezetting van Denemarken verzetsstrijder met de pen en het gesproken woord. In 1944 werd hij het slachtoffer van een moord door Deense tegenstanders. Vooral vlak na de oorlog klonk zijn naam veelvuldig in Nederland. In de Waagschaal en vooral de toenmalige redactiesecretaris Johan Winkler hebben zijn naam hier bekend gemaakt. Ik herinner me hoe ’s zondags op de boekentafel in de aula van het Koloniaal Museum (nu Koninklijk Instituut voor de Tropen), waar ds. Buskes zijn ‘Woord en Wereld’-diensten hield, diverse publicaties van en over hem te vinden waren. Niet zo lang geleden stonden een artikel over Kaj Munk en een vertaald gedicht over hem in dit blad.
Vedersø ligt aan de Noordzeekust in Midden-Jutland, een gebied dat is bezaaid met duizenden elektriciteits-windmolens. Door de miezerige regen, langs opengeploegde velden en weiden met grazend vee, over steeds smallere maar welonderhouden weggetjes, kwamen we in een schijnbaar verlaten dorpje. Dat maakte het onmogelijk iemand aan te klampen met de vraag of de naam van hun vroegere predikant, inmiddels door in totaal vier anderen opgevolgd, in het dorp nog iets zei. Later, in een boekhandel een boek over Denemarken 1940-1945 inziende, trof het me dat aan Munk maar een kleine alinea was gewijd. Maar geheel vergeten moet hij toch niet zijn. In het midden op een terp de kerk met kerkhof en stoere witte zadeldaktoren. Aan de voet van de terp, bij een parkbankje, een bronzen borstbeeld met op de stenen sokkel alleen ‘KAJ MUNK’, zonder verdere aanduiding.
In de hal van de kerk ligt een fotoboekje en een zwart-wit brochure, Vedersø Kirke. Daaraan valt te ontlenen dat de kerk omstreeks 1200 is gebouwd, en dat een aflaatbrief uit 1474 wel 440 dagen aflaat belooft aan wie in dit gebouw bezoekt voor een gebed of voor deelname aan heilige handelingen. De kleine kerkruimte, in 1984 gerestaureerd, richt je blik op een crucifix, het altaar en de monumentale preekstoel. Op die laatste vier panelen met diverse voorstellingen, onder andere van de Bergrede, en onder het klankbord een duif geschilderd. Daarop heeft Munk dus gestaan, en aan de voet ervan heeft hij op een zondag in 1944, zonder toga, geen dienst willen houden maar de gemeente in een felle toespraak verweten dat enkelen uit hun midden zich vrijwillig voor de Duitse arbeidsdienst hadden opgegeven. Deze ‘preek’ werd de aanleiding voor zijn executie. Achter het altaar een retabel met een aantal teksten die een schildering van het laatste avondmaal omgeven, het geheel bekroond door een voorstelling van de kruisiging. Volgens de brochure heeft de schilder het moment afgebeeld kort nadat Jezus heeft gezegd, dat een van hen Hem zal overleveren. Uiteraard hangt er, als in zovele Deense kerken, een scheepje vanaf het plafond. En de liedboeken lagen er, evenals het bord dat nog de dienst op Hemelvaartsdag weerspiegelde. Het eerste gezang, 457, begint met de woorden ‘Waai uit, Dannebrog, in de frisse wind’ -als ons Deens tenminste klopt. Niet het soort lied dat wij de gemeente op de lippen zouden leggen. Is dat de invloed van de staatskerk? Wat minder opvalt, maar wel van belang is: het doopvont, het derde in de loop der eeuwen. Een van de vorige staat in een museum, het ander in de krypt onder de toren. Daar vinden we ook de lijst ‘Sognepræster for Vedersø menighed’, waarop uiteraard ook Kaj Harald Leininger Munk, 1924-1944. De huidige voorganger, Kurt L. Nielsen, staat sinds 1991 in Vedersø.
Als wij de kerk verlaten is het dorp is nog even uitgestorven. Onze kleine bedevaart naar Vedersø is voltooid.
Hans Bouma