Paulus ‘hermenselijkt’

logo-idW-oud

 

PAULUS ‘HERMENSELIJKT’

Wat doet een priester die al een halve eeuw actief is, de heroriëntatie van Vaticanum II met vreugde heeft begroet en de terugwaartse beweging met verdriet, die getrouwd en nog steeds actief is, als hij wil weten wat de oudste bronnen zijn van het christelijk geloof? Hij gaat naar die bronnen terug. Onze oudste nieuwtestamentische geschriften zijn de brieven van Paulus en daarin heeft Henk van Breukelen zich verdiept. Hij heeft de relatie tussen Paulus en zijn Korinthiërs onderzocht aan de hand van wat er historisch over bekend is. In het voorbijgaan ook de andere vijf brieven die echt van Paulus zijn. Daaruit bouwt hij zijn Paulusbeeld op. Een man afkomstig uit een joods handelsmilieu die theologie en rechten studeert in Jeruzalem. Na enige tijd doet een ervaring, veel later in Handelingen hagiografisch beschreven, hem kiezen voor de beweging van Jezus, waarin hij zich na jaren van een afgesloten leven actief gaat opstellen. Hij wil in de synagogen die beweging sterken en leiden. Een kerk stichten zoals we die thans kennen heeft nooit in zijn bedoeling gelegen, wel de leden van de Jezusgroep op het goede spoor houden, met name door zijn brieven.

Daarbij laat Paulus zich leiden door drie beginselen die hij heeft ontdekt. Na dertien jaar tenten naaien en nadenken is hij gekomen tot een drievoudig inzicht: (i) er is één God en één mensheid wiens God Hij is; (ii) door het lijden ontdekt de mens in zich een kracht die hem doet opstaan uit een geestelijke dood en hem een nieuwe naam geeft – deze ervaring wordt in hem door zijn eigen gevangenschap verdiept; (iii) er is geen heerschappij van de man over de vrouw: zij is evengoed draagster van Gods Geest en eenmaal worden man en vrouw verenigd met die Geest. In dit verband schrapt hij, in navolging van Conzelmann en Den Heijer, de vrouwonvriendelijke passage I Kor. 14, 33-35 als een latere, aan Paulus vreemde, inlas.

Met ware ‘Entdeckerfreude’ reconstrueert Van Breukelen de genese van de diverse brieven van Paulus aan de Korinthiërs en schetst hij zijn idee van de verhouding tussen een apostel met wisselende ideeën over de geldigheid van de Wet en de kosmopolitische, deels uit joden, deels uit liberale heidenen opgebouwde synagogale gemeenschappen. Aanvankelijk gaat hij fel te keer. Maar onder invloed van Titus schrijft hij zijn laatste, verzoenende brief, in de Bijbel bewaard gebleven als II Kor. ‘Maar ze moet gelezen worden zonder hoofdstuk 6,14-7,2 en zonder de hoofdstukken 10-13.’

Paulus was geen asceet. Van Breukelen oppert de mogelijkheid dat hij getrouwd was. Hij laat zien hoe de latere kerk steeds meer het kuisheidsideaal is gaan beklemtonen en merkt in dit verband op dat de lijst met vruchten van de Geest in Gal. 5, 22vv. in de Vulgata is aangevuld met ‘castitas’.

Paulus wordt in Van Breukelens boek een levende persoonlijkheid die door nadenken en twijfel tot nieuwe inzichten komt, ook bijvoorbeeld over de betekenis van de opstanding. Van Breukelen laat ook helder zien wat ‘vlees’ bij Paulus wil zeggen. Hij lost ook de paradox op van Paulus’ verschillend optreden tegen de Korinthiërs en tegen de Galaten. Ik heb wat moeite met de onderlinge inwisselbaarheid van ‘Christus’ en ‘chrestos’, ook al licht hij dat in een van de appendices nauwkeurig toe. Ook zijn vergelijking van Christus en Boeddha ligt me niet zo lekker op de maag. En af en toe is zijn toon mij wat al te stellig. Een voorbeeld: als Paulus, de driftkikker, te keer gaat tegen de misbruiken tijdens de gemeenschappelijke maaltijden van de Jezus-aanhangers (I Kor. 11), schrijft hij: ‘Paulus windt zich hier zo over op, dat hij in zijn antwoord, tegen zijn gewoonte in, voor deze ene keer Jezus sprekend opvoert.’ En om een staaltje te geven van zijn forse taalgebruik, in dit geval over een groep in de gemeente van Korinthe: ‘Anderen, vooral zij die met Griekse vrouwen samenleven of er mee zijn getrouwd, echte diaspora-joden, hebben een minder nationalistisch gevoel bij de vernieuwing die ook zij voorstaan. Hun partners hebben maling aan een onafhankelijk Israël.’

Van Breukelen heeft een boeiend en origineel boek geschreven, dat tot nadenken stemt. Hij maakt van Paulus en zijn ‘leer’ een christendom met een menselijk gezicht. Ik heb het boek met grote interesse gelezen.

Hans Bouma

Henk van Breukelen, Paulus en zijn Korinthiërs. De zoektocht van een apostel buiten de muren van de kerk, Almere Parthenon, 2008