A.A. Spijkerboer – AAS – Arie (1928-2012)

logoIdW

A.A. SPIJKERBOER – AAS – ARIE (1928-2012)

Rens Kopmels belde me op. Onmiddelijk begreep ik dat er iets was, want we hadden enkele dagen eerder een lang telefoongesprek gehad. We zijn gewoon om elkaar om de twee weken te bellen. Nu zei Rens: ‘Ik heb een trieste mededeling, onze vriend Arie is ons ontvallen.’ Ik besefte dat een periode van een halve eeuw was afgesloten. Ik leerde Arie kennen toen ik verwikkeld was in een strijd die bekend staat als de kwestie Diekerhof. Ik schreef een reeks artikelen over de vrijheid van de legerpredikanten om het ‘rode boekje’, het schrijven van de kerk tegen de kernwapenen, voor de militairen ter sprake te brengen. Die vrijheid werd bedreigd. Arie was toen redactie-secretaris van de oude In de Waagschaal. Ik kreeg van hem alle ruimte voor mijn artikelen. Hij stond pal achter mij in de strijd.

We gingen elkaar beter kennen, hij bezocht mij in mijn tweede gemeente en we werden vrienden die elkaar verstonden. Tegen mijn oudste dochter, die bij hem op catechisatie was, zei hij eens: ‘Jouw vader en ik verstaan elkaar met een half woord.’

Ik heb hem leren kennen als een onvervaard man. Ik herinner mij nog goed dat we ons keerden tegen Van Agt bij ‘de drie van Breda’. Toen Van Agt meende als ‘Ari‘r’ drie oorlogsmisdadigers wel vrij te kunnen laten, waren de Joden woedend en wanhopig. Arie koos zonder aarzelen de kant van de Joden en ik volgde hem. Ook herinner ik me een van de eerste demonstraties tegen de oorlog in Vietnam op een dag voor kerstmis. Arie had de demonstratie helpen organiseren en liep vooraan achter een spandoek met Piet Nak. Achter hen liep ik. ’s Avonds stonden we op het journaal en dat zagen gemeenteleden. Niet iedereen vond dat geslaagd van ons.

In een van de laatste telefoongesprekken zei hij ineens dat hij zijn elektrische schrijfmachine (Arie gebruikte geen computer) wel uit de deur kon doen want die zou hij niet meer gebruiken. Ik schrok van die mededeling: Arie was er slechter aan toe dan ik had gedacht. Hij heeft veel geschreven; schrijven behoorde bij zijn leven. Hij ondertekende zijn stukken altijd met A.A. Spijkerboer. Jaren geleden schreven we, samen met anderen een boek en de uitgever vond dat we onze voornamen moesten gebruiken. We moesten ons wel gewonnen geven en in dat boek werden we aangediend als Arie en Rien. Kleinere stukken, zoals het Commentaar en Van de redactie ondertekende hij met AAS. En iedereen wist wie AAS was.

Arie schreef niet alleen veel, hij zette ook anderen tot schrijven. Op de redactie-vergaderingen heeft hij talloze onderwerpen aangedragen. Bij een serie artikelen of een speciaal nummer moest er eerst een opzet gemaakt worden. Dat moest van hem op een A-viertje kunnen. Het woordje A-viertje heb ik hem vaak horen gebruiken. Het hoorde bij hem. Hij hield van ‘kort en krachtig’.

Naast Karl Barth was bij hem vooral Luther in de buurt, meer dan Calvijn. Het ging hem altijd om God die de goddeloze rechtvaardigt.

Bij onze telefoongesprekken kondigde hij zich altijd aan als ‘Hier is Arie’. (En bij zijn afscheid van de redactie schreef ik een stukje met die woorden als titel.) Die woorden zal ik niet meer horen en dat doet me verdriet. Sinds zijn dood denk ik elke dag aan hem.

M.G.L. den Boer