Barth en de NBV

logo-idW-oud

 

Barth en de NBV

Tot mijn verrassing meldde zich voor mij onverwacht Karl Barth in het gesprek over de nieuwe bijbelvertaling (NBV). In ‘Rechtfertigung und Recht’, zijn exegetische studie over de verhouding tussen kerk en staat, waarschuwt hij voor een verkeerde vertaling van 1 Cor. 15:24. In die tekst wordt over de machten gesproken. Er wordt aangegeven wat hun bestemming is. Barth waarschuwt er voor om het Griekse werkwoord (‘katargein’) op deze plaats niet met vernietigen te vertalen. Deze vertaling gaat volgens hem in tegen de strekking van het nieuwtestamentische getuigenis.

Na deze waarschuwing de NBV er bij gepakt. Ai, daar wordt gesproken over vernietigen, ‘nadat Hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft’. In de NBG vertaling wordt gesproken over ‘alle macht en kracht onttroond zal hebben’. De Staten vertaling spreekt over het ‘te niet doen’ van alle heerschappij en alle macht. De Naardense vertaling volgt de Statenvertaling. De NBV vertaling wijkt dus op dit punt van zijn voorgangers af. De kritiek van Barth blijkt actueel te zijn.

Waar gaat het om? Het gaat om de vraag wat in het getuigenis van de Schrift de oorsprong en de bestemming van de machten zijn. Is hun bestemming de vernietiging of juist de dienst aan Jezus Christus? Is er sprake van een blijvende diastase tussen de machten en Christus. Dan is het perspectief vernietiging van de machten. Zij zijn naar hun oorsprong en aard tegengesteld aan Jezus Christus en Zijn koninkrijk. Barth betoogt dat dit het perspectief van de machten niet is. Dat de machten kunnen ontaarden, zal hij niet ontkennen. Deze ontaarding behoort evenwel niet tot hun wezen. Hij wijst dan op teksten uit Efese, 1 Petrus en Colossenzen. In hoofdstuk 1 wordt gesproken over de machten en krachten die door hem en voor hem geschapen zijn. In hoofdstuk 2 wordt Christus Jezus het hoofd van alle machten en krachten genoemd. De machten en krachten worden niet vernietigd, maar worden gedwongen Hem te dienen. Daartoe zijn zij geschapen. Uit die orde kunnen zij niet weglopen, ook niet in hun opstand tegen Hem. De machten zijn geen antipoden van de schepping, die in zichzelf bestaan en dus in de heerschappij van Christus vernietigd moeten worden. Integendeel, hun rebellie zal in de wederkomst gebroken worden. Dan zullen zij hun Heer, die ook in hun ontaarding hun Heer is en blijft, dienen. Om die reden is de vertaling van ‘katargein’ met vernietigen volgens hem onjuist, ja zelfs bedenkelijk.

Wie toch, zoals de NBV, uitgaat van de vernietiging als eindbestemming van de machten kan niet anders dan met de context van het NT in conflict raken. De spanning die dan ontstaat, wordt ook in de NBV zichtbaar. In de vertaling van de Colossenzen- brief is die spanning in hoofdstuk 2 aan te wijzen. Het is niet goed mogelijk om eerst te zeggen dat Jezus Christus het hoofd van de machten is (2:10) om dan een paar verzen (2:15) verder te melden dat Hij zich van de machten ontdaan heeft. Dat is met elkaar in tegenspraak.

Barth maakt zijn opmerkingen in zijn bespreking van de verhouding tussen kerk en staat. Dan wordt terstond duidelijk van hoeveel gewicht deze vertaalkwestie is. De staat is één van de machten waarover gesproken wordt. Als voor vernietiging van de machten gekozen wordt, heeft dat vergaande gevolgen voor de houding van kerk en christenen ten opzichte van de staat. Dan is er sprake van een principieel onderscheid tussen de kerk en de staat. De kerk heeft het primaat en de staat zal verdwijnen. De staat is ten principale het dier uit de afgrond. Kerk en christenen dienen zich ten opzichte van de staat dan gedistantieerd te gedragen.

Daar is nog veel meer over te zeggen. Het gaat mij er nu alleen maar om om aan te geven hoe belangrijk de vertaling van ‘katargein’ is. Het lijkt mij alleszins de moeite waard dat nog eens naar de vertaling van 1 Cor. 15:24 gekeken wordt en in het verlengde daarvan naar vergelijkbare teksten in de NBV, zoals Col. 2:10. Op de andere plaatsen waar hetzelfde Griekse werkwoord in de Corinthe brief voorkomt wordt telkens voor een andere vertaling gekozen: te niet doen, ten onder gaan, een einde maken aan, verdwijnen, verstommen, verloren gaan. Er zijn dus alternatieven genoeg. De keus om hier voor vernietigen te kiezen moet wel bewust genomen zijn. Die beslissing moet gelet op de context van het NT heroverwogen worden. Bij een nieuwe afweging dient ook de argumentatie van Barth meegenomen te worden.

At Polhuis