De moedige vergrijzing van Freek de Jonge

logo-idW-oud

De moedige vergrijzing van Freek de Jonge

Het is het Nederlands Bijbel Genootschap – Neerlands Hoop in bange dagen – gelukt om het Nederlandse volk te laten praten over de begrippen ‘brontaal’ en ‘doeltaal’.

Rondom 27 oktober was dit begrippenpaar niet uit de media weg te branden. Prima om zo over het grote bijbelse bronnenboek te horen spreken temidden van een volk waarvan 33% zich nog tot een officieel kerkgenootschap rekent.

Maar wat te denken van een cabaretier die drie maandenlang elke zondagavond uit of rondom de brontaal zijn eigen doeltaal uitzegt?

“De hele schepping zucht met reikhalzend verlangen ” zet hij op een groot wit vlak en mijmert dat het leven lijden is omdat alles vergankelijk Waarom in dat licht bezien, zo weinig Boeddhisme (Boeddha! .Boeddha!) en zulke vreselijke spreekkoren over Hamas en volgende? De volgende avond begint hij met uit de Statenvertaling voor te lezen en laat Izaak, al lezend, aan zijn vader Abraham vragen waarom dit offer ‘nu helemaal voor nodig is en of god daar zelf niet een beetje voor kan zorgen?’

Ineens is hij dan bij de kinderoffers in de school van Beslan waar driehonderd kinderen aan de waanzin van terroristen zijn opgeofferd.

Dan weer is hij de demente oude man die van de verzorgingsstaat niets meer te verwachten heeft dan wat arbeidstherapie op de oude dag en een intercom die hem op tijd meldt dat zijn eten, met het cellofaan er nog om, klaar staat en dat het tijd is voor de pil, maar wel de juiste kleur. De diaconie in alles wegbezuinigd door de rationele manager. , maar de oude man eet toch nog lekker….?

Ik heb het over cabaretier en domineeszoon – want dat wil hij weten – Freek de Jonge .Hij is 30 augustus 2004 zestig jaar geworden en van de generatie cabaretiers die de afgelopen decennia een forse bijdrage heeft geleverd aan de onttovering van de maatschappelijke taboes, óók die van religie en kerk. Lang niet altijd even fijnzinnig, maar hevig op zoek naar waarachtigheid in alles.

De profeten van Israël deden niet anders en werden er doodmoe van. Waren het niet Jeremia en Elia zelf die in Israëls bange dagen baden om een rustige oude dag?

Freek de Jonge heeft met zijn onttoveringstheater een flinke boterham verdiend en dat zit hem eerder dwars dan dat hij de patser uithangt. Ook hierin is hij een domineeszoon

Zijn vele dominees zelf niet verlegen met de lieve mevrouw die een envelopje in de hand drukt en zegt:’dat is nu eens voor u zelf, dominee, en ga maar eens lekker eten met uw vrouw? Mag ik dit wel aannemen?

Het zakkenvullers en graaigilde moet van dit soort scrupules waarschijnlijk braken. De Jonge begrijpt het.

Freek de Jonge is dus bezig zich rekenschap te geven van zijn bijdrage aan het onttoveringsproces en zoekt op wat verloren gegaan is.

Hij zegt zelf “Dit land is het meest bevreesd voor diepgang, daarom leg ik de lat bewust hoog” “Het gaat me veel te goed, mijn stem is ongevaarlijk, mijn standpunt doodgebloed”

Ik volgde zijn zoektocht met stijgende bewondering . Er schuilt een diepe ernst in zijn humorvolle benadering die me treft. Ik zou ook wel eens zo onomwonden eerlijk de dingen willen zeggen, maar ik ben wel af en toe een cabaretterende dominee maar geen cabaretterende domineeszoon. Dat maakt het verschil

Freek de Jonge was ook al één van de ondertekenaar van het manifest ” Stop de uitverkoop van de beschaving” Daaruit spreekt dezelfde schreeuw tegen de vermarkting ten koste van vermenselijking, als uit zijn programma overkomt. U vraagt en wij draaien is even onmenselijk op den duur als u vraagt en u draait er ook voorop. Het is de vervuilde brontaal van de markt.

De vergrijzing “Hoe komt het dat ik zo in orde ben en dat de rest van de wereld zo slecht is”

De zelfgenoegzame generatie die nu op het pluche zit of bezig is erop te klimmen,ook die van de cabaretiers met hun leukheidscultus, zijn voor de Jonge een aanleiding tot zelfkritiek en daar maakt hij de kijker deelgenoot van. Ik bleef er elke zondagavond voor thuis .

Ik blijf wel met de vraag zitten hoe vind ik, die elke week preek voor eigen parochie, uit de brontaal ten opzichte van de doeltaal een modus die fris blijft maar hondstrouw aan de kerktraditie waar de Jonge en vele babyboomers uit vertrokken zijn.”Kom terug” zou ik willen zeggen en help mee de kerk in het midden te houden?

Ik geef nog altijd hoog op van de kerk, ook al is ze deel van de vergrijzing. Ze is op vele plaatsen springlevend en origineel, maar de media, die Freek de Jonge zo ruim baan geven, hebben ten opzichte van de kerken het woord vergrijzing al ingevuld en de daarop volgende fase: het sterfhuis.

Ik was benieuwd hoe de Jonge na 2 november zijn programma zou actualiseren. Hij deed het weer verassend. Namelijk dat hij duidelijk maakte: voor dit alles geen woorden meer te hebben en het zeer gênant te vinden dat Theo van Gogh misschien weer goed zou zijn voor een pakkende scène in zijn programma .

“Het ergste is dat jij ligt dood te bloeden en ik het gebruik voor een T.V. programma.’ Maar het moet ook gezegd met Theo van Gogh is de onschuld niet vermoord, aldus de Jonge

Hij vond het al met al maar een walgelijke gedachte en zou het liefst de hele avond willen zwijgen.

“Stilte vraagt om woorden, kakofonie om stilte”

“We zijn te ver gegaan we kunnen niet meer terug verlangen”

“We kunnen slechts naar elkaar verlangen.”

“Waar is de tijd dat we een jaar konden doen met iets verschrikkelijks?”

Freek de Jonge heeft waarschijnlijk maar een klein deel bereikt (VPRO en geen Tros) met zijn fascinerende tocht van een boeteling die op de grenzen van het woord en de humor is gestoten en wel terug wil, maar waarheen?

Ik hoor het steeds meer om me heen: de grens is bereikt, het doosje met grappen is leeg en de bodem gaapt je van verveling toe. Lucht en leegte!

Voor mij was het programma “De vergrijzing” overwegend een verademing en een verwijzing om door te gaan met vertalen en zingen “De stilte zingt U toe .” …

Nu eindigt het, warempel, toch nog stichtelijk. Vreselijk. Het verschil tussen de cabaretier is dat één een hang heeft naar publiek en applaus – al wilde de Jonge dat in het programma steeds vermijden, het mocht geen cabaret worden – en de dominee met zijn gemeente de lof zingt maar die niet oogst en dat blijft wennen….

De Jonge: :” Tekst en uitleg zijn de vijand van de humor.” Voor de cabaretier een wet en een weet, voor de dominee een poging die twee bij elkaar te brengen.

Prachtig als ze elkaar verstaan de dominee op zondagmorgen en zo’n cabaretier op zondagavond.

René van den Beld