In memoriam

logo-idW-oud

 

IN MEMORIAM

(4 januari. Opgedragen aan Kaj Munk)

Je behoorde tot hen, die een kruis moeten dragen,
het jouwe was maar haastig samengeflanst
van twee kleine dunne boomtakken,
die men afrukte van hun stam.

Je behoorde tot hen, die een kruis moeten dragen,
het waren armzalige boeketten bloemen,
die ze brachten naar je baar,
in de bescherming van donkere nachten.

Je behoorde tot hen, die een kruis moeten dragen,
bij het jouwe was nederigheid haar schoonheid,
– een kruis tussen blade(re)n van wijsheid,
geplant in het groen van de wegberm.

Nu hangt de hemel laag en grauw,
terwijl de regendruppels vallen
in de klamheid van de nachtelijke kou
en stukgeslagen als kristallen.

Ze worden aan de woeste zee ontnomen,
uit het witte van de golfrand.
– hier is je bloed tot rust gekomen
bij de slag van de golven, tegen het strand.

Nu weent moeder Denemarken en houdt haar adem in,
– zelfs geharde sterke boeren tonen
een stille en terneergeslagen blik
voor één van Denemarkens zonen.

Bent Friis Alsinger (vertaling Tjeerd Veenstra)