‘No dick’s hard as life’, overwegingen bij kunst, religie en het Gooi
‘No dick’s hard as life’, Overwegingen bij kunst, religie en het Gooi.
Handgeschreven, maken de letters van het alfabet in een wervelende choreografie hun opwachting voor de Eeuwige. Allemaal willen ze de eerste zijn, begin van de Thora. Het wordt de beth, een letter die staat als een huis, een bushokje. Wie van rechts naar links gaat lezen, krijgt grond onder de voeten, een dak boven z’n hoofd, steun in de rug en staat open voor de toekomst.
Er zijn vragen die je ongewild niet meer kwijt raakt. De naam van een Goois dorp dreigt te verdwijnen door schaalvergroting. Kunstenaars willen laten zien wat het dorp waard is. De vraag komt van mijn lief: wil je iets schrijven? Maar lieve hemel, het Gooi en kunst! Zoiets verzin je niet. Maar het kan altijd nog erger, en dat vraagt zij: kunst en religie in relatie tot de Gooise zandbak.
‘s Winters bezoeken we altijd een maand een grote stad, deze keer Berlijn. Het verzoek dat me niet lekker zit, reist mee en nestelt zich in de ervaringen. Voor het door Angela Merkel geopende Hauptbahnhof in hoogglans de nog onbestemde woestenij waar ooit de muur stond. Het krioelt er van de galeries. Kunst, letterlijk op straat, waar een haakse slijper de U-balk van een verdwenen bouwsel tot alternatieve Stolperstein herschiep: een fraaie Beth. Nog meer geschiedenis, oude vrienden, musea en een kerk waar Bonhoeffer en Luther King gepreekt hebben. In de DDR was de kerk een vrijplaats, broeinest van verzet. De domineese die de universiteit opgaf voor deze wijkkerk, zegt dat de spanning tussen Oost en West er nog altijd is. ‘In de vroegere kunstenaarswijk, de nu zeer trendy Prenzlauerberg, kunnen de oude bewoners de huren niet meer betalen. Kerk, individualisering en slappe was verdragen elkaar niet,’ lacht zij verlegen.
Lunchtijd. De weldaad van een besloten hof, een oude bierfabriek waarin een wirwar van eetcafŽs, muziekzaaltjes en kunst is onder gebracht. KŸnstlerhaus Bethanien. Op het toilet po‘zie in graffiti: No dick’s hard as life. Iemand wilde zich een beth, een huis bouwen maar zijn ‘staande ovatie voor een dame’ (Barnard) moest het afleggen tegen snelle pakken en dito geld. Alleen van wind en liefde kun je niet eten. De liedregel ontroert me. Ik ben opgevoed zonder televisie, liep niet te hoop tegen Johnson moordenaar en vreesde de dominotheorie: heel zuidoost Azi‘ voor het communisme. Tot ik voor het eerst niet over Vietnam
las maar beelden zag: een Amerikaanse soldaat vertelde hoe hij met een tank een bamboehutje binnenreed en dat ervoer als een orgasme. Een voorgoed richtende bekering. In diezelfde tijd las ik bij de fenomenoloog Linschoten [Persoon en wereld, 1953] dat we het opgewonden mannending niet met geweld, knots en de beuk er in moeten associ‘ren maar met kwetsbare onbeholpenheid, verlegen met zichzelf.
Kunst en religie: vanouds een Siamese tweeling. Ook als je religie besnijdt tot christendom of kerk is er een overeenkomst. Kunstenaar en gelovige houden van de aarde maar willen die in gelijke hartstocht ook veranderen. Zoals we bidden om deze wereld anders, zo is kunst subversief: de werkelijkheid naar eigen hand, kijkers op het verkeerde been. En als alles is voltooid, kan de kunstenaar met pensioen. In de hemel is een dans, muziek ook, maar literatuur en beeldende kunst hebben afgedaan. Iedereen zondagsschilder. Niets ten nadele trouwens. Het verschil is niet primair de kwaliteit maar de aandrift: tevredenheid versus de wil om te veranderen. Omgekeerd geldt dat kunst en kerk gemakkelijk te koop zijn. Het effect heeft Frans Kellendonk in zijn roman
Mystiek lichaam eind vorige eeuw al beschreven in de even hilarische als profetische passages over Broer, kunstmakelaar in New York.
Het Gooi is de koning te rijk. Met zo’n voorschot op de hemel heb je kunst en religie niet nodig. Ik woonde er een tijdje. Je ziet er zelden een onappetijtelijke vrouw uit een bolide stappen. Natuurlijk, als het wat mag kosten, kun je daar veel aan doen, maar toch! Nauwelijks allochtonen. En als ze er zijn, staat er een P op het kenteken en doen hun gsm-nummers op feestjes de ronde als winnende combinaties uit de lotto. Albert Heijn vult in Blaricum de vakken anders dan in Werkendam. Het Gooi staat voor een mentaliteit, ‘erfgooiers’ vind je in alle provincies.
Religie van hetzelfde laken een pak. Ooit in een kerstnacht: geen woord, laat staan onvertogen. Grijze bolletjes declameerden wat Bijbelteksten terwijl twee beamers in stereo bijpassende natuurbeelden en ander zoethout projecteerden. Zelfs de eigen verbeelding werd je afgepakt. Diep teleurgesteld beet ik de dienstdoende jurk bij de deur toe: ‘niet slecht’, om als bij een penalty even in te houden, en dan: ‘dit was helemaal niks.’
Naast of na het christendom kun je met het pensioen in zicht het genot van een malt whisky aanlengen met
het mysterie, en eenmaal ‘die Welt abhanden’ is mystiek zo gek nog niet. Anderen hebben de ontberingen bij een zenmeester niet nodig om zich aangetrokken te weten tot het boeddhisme: ŽŽn workshop met de mond vol tanden en ze voelen zich al beter.
Well to do brengt deze wereld anders niet dichterbij, eerder kruipt een kameel door het oog van een naald. Het zat de eerste christenen zo hoog dat maar liefst drie evangelisten deze kansberekening hebben overgeleverd.
Als proef op de som nu beide kunstwerken. De sprekende steen van een beth: eerder een teken aan de wand dan een logo voor comfortabel wonen. Geen huisje, boompje, beestje maar een vingerwijzing: de ene mens de ander
geen wolf. In ouder werk van Tineke Smith komen we de beth tegen als gestaalde kaders waarin asielzoekers schuilen. En terecht: begin van een verhaal dat afrekent met bloed en bodem. Als de grond onvervreemdbaar des HEEREN is, ondergraaft dat het verschil tussen allochtoon en autochtoon.
En natuurlijk: inmiddels keert de wal het schip en dan vooral de gammele bootjes met vluchtelingen. Maar de arme Lazarus die aan onze poorten rammelt is er een zoals wij. In hun schoenen zouden we hetzelfde doen. Met een goed geweten terugsturen, kan alleen als de omstandigheden ginds zo veranderen dat ze minder dwingend tot vertrek nopen: zo simpel is het, reden waarom het niet gewaarzegd mag zijn? (vgl. Louise Fresco, De tuin van de Sultan van Rome, 2005).
Noli tangere – het tweede kunstwerk – verwijst naar de oorsprong van het Gooi met heide, herders en vooral schaapjes op het droge. De aarde is genoeg beledigd. Vanachter een schrijn ziet de geschoffeerde natuur ons aan: beschermd gebied, afblijven. Ook de parabel van de goede herder doet mee. Sterk verhaal want het gaat niet om de helft plus ŽŽn, laat staan om de negenennegentig maar om het ene dier dat verloren dreigt te gaan. Het schrijnt ook. Obsessie, die je uit de slaap houdt om dit verheven en ander licht op transcendentie: niets is heilig dan de honger en het dak boven het hoofd van een medemens.
Geen volk heeft zichzelf zo ongenadig geportretteerd als Isra‘l. Stamvader Abraham te kakken om zijn vooroordelen tegenover buitenlanders, Izak geen haar beter. Jacob: z— graag de eerste, dat hij zijn broer belazert. De beth als verhaal op onrecht om niet overtuigde athe•sten tot inkeer te brengen, de heiden,
goy enerfgooier. De bijbel toont de wereld door de ogen van de slachtoffers, mensen die niets te verliezen hebben. Jezus, niet solidair maar ŽŽn van hen. Wat we nodig hebben is een Beth, een plek om verhalen en situaties te interpreteren, als het even kan samen met kunstenaars.
Joseph Brodsky schreef kerstgedichten vol engelen en stuifsneeuw. Edelkitsch. Voor het kind is alles groot: de schaduwen van de koningen, het woeste snuiven van os en ezel, geschenken als gouden bergen en een borst als een melkbus: ‘
Hij was slechts een stip, zo goed als de ster dat was.’ In die link gebeurt het. Ook de vader houdt de adem in: even klein en kwetsbaar als het kind. In een later gedicht herkent de Eeuwige, eenzaam zwervend in het oneindig heelal, zich in de zoon van mensen die nergens een plek zal hebben om het hoofd neer te leggen.
de Heer die op peilloze afstand
Zichzelf voor het eerst in de Heiland herkende:
een dakloze in een geboren ontheemde
Naschrift uit het dagboek.
Zoals vlees na het braden altijd even moet liggen zo ook de rib uit het lijf die we tekst noemen. Punten op de i en klaar. Lang had ik me tegen elke pen op papier verzet. Ik associeer het Gooi niet met kunst of religie. Ik vond beide kunstwerken ‘misplaatst’: de Beth is geen logo voor goed wonen in het Gooi zoals Noli tangere geen beeldmerk voor Natuurmomenten is.
Er kwamen onsamenhangende herinneringen en bedenksels, regels die ermee door konden. Niet opschrijven wat je wilt zeggen maar uitvinden. Toen het verhaal klaar was, inclusief een andere interpretatie van de kunstwerken was de kunstenaar toch tevreden. Onze eeuwige discussie: een tekst, die er zonder kunstwerk niet geweest zou zijn, zoals omgekeerd interpretatie iets doet met het kunstwerk.
Kort voor zijn thuiskomst wordt Odysseus gastvrij onthaald door de Faiaken. Als aan het diner ter ere van de naamloze vreemdeling de blinde ziener Demodokos zingt, houdt Odysseus het niet droog: het lied gaat over hem zoals hij zichzelf niet eerder zag.
Henk Abma
Bijbelplaatsen:
kameel Mt 19,24, Mk 10,25, Lk 18,25; aarde en vreemdelingschap: Lev 25,23, Ps 24,1; Lazarus in Bethani‘ Joh 12, als bedelaar Lk 16; Noli tangere Joh 20,17; herder en schapen Joh 10, de 99 schapen Lk 15,4; patriarchale leugens Gen 12, 20 en 26, 27 en 32, Jezus als dakloze Lk 9,58, Mt 8,20.
Overige:
Stolpersteine, een project van Gunter Demnig [1947] die sinds 1994 overal messing plaatjes op het trottoir aanbrengt als struikel- of gedenksteen voor slachtoffers van Hitler. Jurriaan Benschop, Wonen tussen de anderen, een portret van kunststad Berlijn, A’dam, 2009. Frans Kellendonk, Mystiek lichaam, een geschiedenis, in: Het complete werk, A’dam, 1992, 291-451. Joseph Brodsky, De ster van Bethlehem [1987] en:Verbeeld je bij kaarslicht, de stal op die avond [1989] , in: Kerstgedichten, vert Peter Zeeman, 1994.
Auteur is emeritus predikant (PKN)