Theologie en de hedendaagse mens

[1] Karl Barth, Die Theologie und der heutige Mensch, Zwischen den Zeiten, 8.Jahrgang, 1930, Heft 5. S. 374-396, Chr.Kaiser Verlag, München.

[2] Karl Barth, Fides quaerens intellectum, EVZ,1958; eerste druk , Bergli,Oberrieden, im August 1931.

[3] Dat zij bidden om te begrijpen…. Augustinus: De doctrina christiana III 37.

[4] het geheel van de menselijke kennis

[5] =Karl Barth

[6] Citaat van Fostick (?), Theologie is gelijk aan een telescoop, hij is enkel gemaakt om de mensen te helpen zien en als een telescoop is hij niet bedoeld om ernaar te kijken, maar om erdoor te kijken.

[7] David Friedrich Strauss, 1808-1874. Grond van het geloof is volgens hem niet de historische, maar de mythologische Jezus. Hij is bekend om zijn plechtige afwijzing van het christendom (1872). Door Nietzsche bespot als ‘Bildungsphilister’ .

[8] Volgens het bekende woord van Lessing (1729-1781): toevallige geschiedeniswaarheden kunnen nooit het bewijs leveren voor noodzakelijke rede-waarheden. Zie ook: Karl Barth: Die protestantische Theologie im 19.Jahrhundert,1946 S.225

[9] Eristische theologie, de term is van Brunner en werd door hem gebruikt voor wat hij noemde de ‘polemische’ opgave van de theologie. Het ging hem daarbij om de poging het eenzame moderne subject vanuit zijn opgeslotenheid in het eigen ik open te breken. Dat Brunner het begrip ‘polemiek’ – dat aanvankelijk zijn voorkeur genoot- opgaf, was, omdat het hem weliswaar om de strijd of om de aanval ging, maar daarin toch vooral om de ‘vervulling’ van wat in deze strijd beoogd werd: de bevrijding van de moderne mens. De term eristiek leek hem daartoe beter geschikt. Als grootste vertegenwoordigers hiervan in de nieuwe tijd zag hij Pascal, Hamann en Kierkegaard. Zie Brunners opstel: ‘Die andere Aufgabe der Theologie’ in ZZ 1929 en het commentaar daarop van Chr. Gestrich. (R.H.Reeling-Brouwer)

Pagina's: 1 2 3