Een lied over de strijd van God en het kwaad

EEN LIED OVER DE STRIJD VAN GOD EN HET KWAAD
Te zingen op de wijs Eia Phoebe, nunc serena
Totterdood terneergeslagen 
moest ik leven, totterdood. 
Want in onze levensdagen 
heerst het kwaad en maakt zich groot. 
Maar Gij zwicht niet voor de zonde 
En Gij buigt niet voor de nacht – 
die het duister hebt gebonden 
en het licht teweeggebracht.
Hoor, hoe overal op aarde 
radeloos geroepen wordt: 
Heer, ontferm U! Onze Vader, 
toon ons aan dat Gij ons hoort! 
Maar Gij komt met rasse schreden 
in een wolk van duisternis 
en Gij roept, o vuur van vrede, 
dat naar ons geluisterd is.
Met een daad van weerloos lijden 
zegeviert Gij over ’t kwaad 
en zo wilt Gij ons bevrijden, 
metterdood en metterdaad, 
van de nacht en van de machten 
die Uw schepping tegenstaan. 
Pelgrims die het licht verwachten 
doet Gij nieuwe wegen gaan.
Zingt dan allen Alleluja! 
Looft de Heer daar ’t Pasen is! 
Uit zijn levensbron zal vloeien 
levend water, lafenis. 
Christus heeft het kwaad verslagen, 
machtig in zijn kwetsbaarheid. 
Eenmaal zal zijn hemel dagen 
op de aarde wijd en zijd.
Willem Barnard 
(Uit: Stille Omgang, p.303)