God meer gehoorzamen dan de mensen

logoIdW

 

GOD MEER GEHOORZAMEN DAN DE MENSEN

Prof. Herman Noordergraaf besprak in nr. 11 een onlangs verschenen studie over het conciliair proces in de DDR. Hierin wordt beschreven hoe deze internationale oecumenische beweging voor vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping gestalte kreeg in de Oost-Duitse kerk en hoe het protest tegen het communistische regime in de jaren 1988/89 vervolgens een steeds geprononceerder karakter kreeg. Eerder las ik hierover in de biografie van Christian Führer, de predikant van de Nicolaikirche in Leipzig (Und wir sind dabei gewesen, die Revolution die aus der Kirche kam, 2008). Voor mij was het eerlijk gezegd zeer verrassend te ontdekken hoe de kerk voor een belangrijk deel verantwoordelijk is geweest voor deze ‘regime change’. Toen de muur viel was ik 9 jaar, het is mijn eerste politieke herinnering, maar dat de kerk hierin een beslissende rol heeft gespeeld wist ik niet of nauwelijks. Ik vermoed dat dit besef in het collectieve geheugen totaal ontbreekt. De memoires van Chr. Führer verdienen enige aandacht in dit blad. Iedere literaire pretentie is afwezig, maar het is een indringend persoonlijk getuigenis dat m.i. veel te zeggen heeft over actuele discussies in kerk en samenleving.

In 1980 wordt Christian Führer predikant in de Nicolaikirche te Leipzig. Vanaf 1982 organiseert hij samen met verschillende basisgroepen iedere maandag een vredesgebed. Hij gebruikt in deze tijd de term ‘offene Kirche’ om te benadrukken dat er in deze eenvoudige diensten ruimte is voor ieders verhaal. In de betrokken groepen is er aandacht voor allerlei maatschappelijke noden en wat opvalt is dat behalve de wapenwedloop tussen Oost en West, ook de omgang met natuur en milieu een grote zorg was voor deze mensen. De maandagse bijeenkomsten werden soms maar door een handje vol bezoekers bijgewoond, maar langzaam groeide het verzet tegen het systeem.

Uit de titel van zijn persoonlijke verslag blijkt al dat Führer zichzelf vooral in de positie van ooggetuige plaatst, hoewel hij zelf natuurlijk een belangrijke rol speelde in de ontwikkelingen die het einde van de DDR inluidden. De predikant en zijn gebedsgroep brachten een dictatuur aan het wankelen, maar zonder dat ze dat van plan waren. Zij werden evenzeer door de gebeurtenissen overrompeld als de autoriteiten. “Wir waren auf alles vorbereitet. Nur nicht auf Kerze und Gebete.” Wanneer in september 1989 de bezoekers van de gebedsdienst de straat op gaan om vreedzaam te demonstreren, reageert het regime met harde hand. Betogers werden opgepakt en mishandeld. Het resultaat is dat het vredesgebed iedere maandag meer belangstelling trekt. Op 9 oktober zijn er in Leipzig 70.000 demonstranten die onder het credo ‘ohne Gewalt’ de alom aanwezige politie trotseren. Het draagvlak voor het regime is verdwenen en de dagen van de DDR zijn geteld. In zijn persoonlijke verslag stelt Führer dat de term ‘Wende’ voor deze gebeurtenis tekort schiet, het is een ware revolutie geweest.

Deze verlate kennismaking met de gebeurtenissen rondom de Nicolaikirche heeft veel indruk op me gemaakt. Het is bijna een schok te ontdekken hoeveel er uit kan gaan van een gemeente die volhardt in geloof en in gebed. Ook mijn ambtsvisie kwam niet ongeschonden uit de strijd. Führer is een non-conformistische predikant en dat zorgt voor aardige anekdotes, al wordt het soms wat irritant, omdat hij lijkt te koketteren met zijn alternatieve inslag. Maar ontegenzeggelijk probeert hij te leven en te werken vanuit de reële aanwezigheid van Christus. De schrijver presenteert zichzelf in dit boek niet als een belezen theoloog, maar zijn optreden getuigt van een doorleefde lutherse christologie. Ook de problematiek van de twee-rijken leer is in ieder hoofdstuk impliciet aan de orde.

In de tijd na Pinksteren had ik het plan opgevat een aantal keer te preken uit de eerste hoofdstukken van de Handelingen der Apostelen. Ik stuitte toen op de tekst: “Men moet God meer gehoorzamen dan de mensen.” (Hand. 5.29) At Polhuis heeft in dit blad een aantal prikkelende artikelen gewijd aan het ‘Monotheïstisch Dilemma’ van Paul Cliteur. Voor de laatste moet deze uitspraak van Petrus een gruwel zijn. Cliteur is namelijk van mening dat het gebod om God meer te gehoorzamen dan de wetten van het land inherent is aan het monotheïsme en dat terroristen zich op dit beginsel baseren wanneer zij zich tegen onze democratische verworvenheden keren. De recente gebeurtenissen in Noorwegen tonen aan dat dit geen vrijblijvende discussie is. Hoewel het hier in feite niet om religieus, maar om anti-religieus geweld ging, kunnen wij dit gesprek met Cliteur c.s. niet ‘Oslo remoto’ voeren.

Toch blijkt uit wat in Handelingen 5 wordt verteld en ook uit de geschiedenis van Leipzig 1989 juist dat een open en vrije samenleving alleen kan bestaan bij gratie van het geloof dat men God meer moet gehoorzamen dan mensen. Het is ons enige motief om niet te zwichten voor intimidatie, terreur en propaganda. Het ooggetuigeverslag van Christian Führer heeft me hiervan overtuigd. Gode meer gehoorzamen dan de mensen is bij uitstek een apostolair adagium, want het dient het heil van deze wereld. Het is echter geen uitgangspunt waarmee de gelovige zich bij voorbaat boven de wet stelt, maar het is wel een situatie waarin de gemeente van Christus zich zomaar kan bevinden.

Franc de Ronde