Proof

logo-idW-oud

 

PROOF

Wat is een groot man zonder zijn grootheid?

Die vraag stelt Catherine als ze onverwacht het woord neemt op de begrafenis van haar vader. De aula van de universiteitshal in Chicago waar de plechtigheid plaatsvindt, is gevuld met familie, studenten, promovendi en collega’s van haar vader.

Catherine spaart de belangstellenden niet. Waar waren jullie de afgelopen vijf jaar toen hij steeds meer verdwaalde in zijn geest? Waarom wordt hier met geen woord over gerept en blijft het bij het cliché ‘hij zal in zijn werk voortleven’? Zelf heeft ze haar studie eraan gegeven om vader te verzorgen. Bij alle respect die de aanwezigen altijd hielden voor haar vader – op z’n tweeëntwintigste deed hij een ontdekking in de wiskunde die hem wereldberoemd zou maken en zijn wetenschappelijke carrière zou bepalen – zij is de enige, die hem trouw gebleven is tot aan het einde. Met pijnlijke precisie maakt ze de belangstellenden deelgenoot van de laatste jaren van zijn leven. Voor de hoorders, inclusief haar zus die koos voor een carrière in New York en vond dat vader beter kon worden opgenomen in een instelling met professionele hulp, een genante ervaring. Tenslotte concludeert ze, met tranen in haar ogen, dat ze blij is dat hij nu is overleden.

Ik ben er niet uit wat precies het thema van de film is. Iedere keer ontdek ik weer een nieuwe laag. Gaat het om de verhouding vader en dochter, prachtig neergezet door Anthony Hopkins en Gwyneth Paltrow? Een verhouding waarin de ouder-kind rol nogal eens wisselt?

Of gaat het om de grens tussen genialiteit en gekte? Dochter Catharine herkent veel in haar vader, die al op z’n zevenentwintigste – de leeftijd die zij aan het begin van de film bereikt – de eerste tekenen van geestelijk verval bij zichzelf onderkende. Het geïsoleerde leven dat vader en dochter leiden is een cocon waarin ze zich veilig wanen tegenover de buitenwereld die andere eisen aan hen stelt. Haar zus, die zich juist aanpaste aan die buitenwereld, riposteert op een gegeven moment: ‘You have some of his talent and some of his tendency to … instability’.

Of nog anders: gaat het om de verhouding tussen de promovendus Hal en de dochter van zijn promotor – waar de één in de wereld van de mathematici vreest nooit door te kunnen breken want hij is de kritieke leeftijd van 23 voorbij en de vondst blijft uit en de ander uiteindelijk de briljante wiskundige blijkt – maar zij heeft alleen een paar maanden universiteit zonder scriptie en alleen door de goodwill die haar vader had houdt haar begeleider nog fiducie in haar?

Of gaat het om de verhouding tussen twee zussen die elkaar van alles verwijten, zich rondom het afscheid voortdurend aan elkaar storen en elkaar ook weer nodig hebben om de eigen weg in het leven te vinden?

Proof is een verfilming uit 2005 van de regisseur John Madden. Het is een bewerking van het gelijknamige toneelstuk van David Auburn dat in 2000 werd gelauwerd met de Tony Award (beste toneelstuk) én in 2001 met de Pullitzer prijs. In Engeland speelde Gwyneth Paltrow ook op het toneel al de hoofdrol. Misschien heeft u het gezien – ook op het Nederlandse toneel is het gebracht met in de hoofdrol Carice van Houten onder de titel Het bewijs. Het was als toneelstuk internationaal dus al een doorslaand succes.

De filmrecensenten vinden het maar een trage film geworden die volgepropt is met flashbacks. Ieder genre z’n eigen dynamiek – maar mijns inziens krijgen juist door de flashbacks de personages meer reliëf dan op het toneel mogelijk is. En de dialogen zijn bewaard gebleven!

Enkele beelden en (s)wordfights gaan voortaan met me mee. Zoals de zin en onzin van jojoba – een plant waarvan de olie wordt verwerkt in shampoos. De bijdrage van Sophie Germain aan de berekening van priemgetallen. De uitdrukking: ‘It’s just connecting dots’. Deze woorden klinken in de slotscéne als vereenvoudiging van het heel de film omspannende denkproces dat de bewijsvoering van een belangrijke stelling oplevert en de open gelaten toekomst van de hoofdpersoon zal bepalen. En de zijde en keerzijde van een vraag die niet alleen aan twintigers en dementerenden is voorbehouden: if you don’t believe in yourself, who will believe in you? Ook krijgt Cees Nootenboom opnieuw gelijk: de herinnering blijkt ook hier als een hond te gaan liggen waar hij wil.

De overgangen in de film van reflectie naar confrontatie en van berekenbare mathematische waarheden naar de onzekerheid van een opbloeiende relatie en van een onzekere persoonlijkheid zijn ofwel hilarisch, ofwel ze illustreren dat één plus één in het intermenselijke verkeer niet altijd twee is. ‘Even your depression is mathematical’ is in dit opzicht even treffend als ontgoochelend.

Zo zou ik nog even door kunnen gaan. Maar ook hier geldt: het is beter uit de bron te drinken dan uit de beekjes die uit de bron voortkomen.

Peter Verbaan