Aangifte (gedichten)

logo-idW-oud

AANGIFTE

Jan Willem Koster is gestorven,
Zoon van Cornelis, Dinsdagmorgen.
Een deur slaat dicht
En aan de kale muren
Hangt nog een droppel licht.
Jan Willem Koster is gestorven,
Vijf jaren zijn te lang geweest
En in een snik heeft hij die morgen
Den dood gevreesd…
Ons Jan ging dood op Dinsdagmorgen.
Hij was wat blond, met bruine ogen.
Ik heb zijn kleertjes opgeborgen.
Jan Willem Koster, ja meneer.
Wat krassen pennen nog zijn naam?
‘t Doet zeer.

JUF

Ik sta er iedere morgen
ze trekken langs me en groeten.
en geen is er van mij zelf.
Ze groeien omhoog met wat sproeten.
Ik zoek tevergeefs naar mijn evenbeeld,
trek mijn hand schielijk terug als zij even streelt,
want geen is er van mij zelf.
Ze lachen maar wat en ze smoezen
om mijn poeder, de kleur van mijn blouse.

J.M.W. Scheltema (1921-1947)

Uit: Chansons, gedichten en studentenliederen.
Ed. L. Th. Lehmann, A’dam, z.j.