G

logo-idW-oud

 

G

 

G, ik schreef een vers over jouw gezicht,

dat het zo afwezig was, ik vergeleek het

met water waarin ik het gezicht zag

van een paard, en toen ik opkeek

was de overkant verlaten. Ik vergeleek

het met de wind waarin ik de adem hoorde

van een dode hond, en toen ik luisterde

was het zo godvergeten stil in huis.

Ik heb het vergeleken G, met veel

meer, meer dan ik mij herinner, maar

ik kan het vers niet meer vinden.

Het was niet alleen maar water, wind,

je ziet me nog als ik niet kijk, je ademt

als ik niet luister, leest wat ik niet schrijf.

 

Rutger Kopland