Verlegen links of verbindende links

logoIdW

 

VERLEGEN LINKS OF VERBINDENDE LINKS

Nattigheid voelen: een anekdote

Van 1975 tot 1985 woonde ik het Friese Grou. Het ‘rode hart van Friesland’, middenstreek van Friesland, die in de crisisjaren voorafgaande aan de 2e Wereldoorlog vooral socialistisch was geworden. Ook uit verzet tegen de betuttelende bevoogding vanuit de toen nog Hervormde kerk in situaties van armoede. Diep gewortelde opstandigheid tegen diaconale hulp die als vernederend was ervaren. Veel mensen hielden er niet van ‘de finen’, fijngelovigen die blijkbaar in hun (diaconale) handelen als schijnheilig waren herkend. Ik leerde daar de uitdrukking kennen: “Je wordt het meeste bedrogen door de ‘finen’ en de motregen.” Je denkt ‘het valt wel mee’, maar voor je het weet ben je doornat. Toen ik in die tien jaren daar predikant was, merkte ik nog veel oud zeer. Als verschillende kerken waren wij in deze context oecumenisch verbonden voor daadwerkelijk geloven. Ook betrokken bij de vredesactie ‘Help de kernwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland’. Er was een actieve IKV-kern, die bestond uit mensen van verschillende levensbeschouwingen, daaronder doorgewinterde CPN-ers, leden van Communistische Partij Nederland van toen, vooral bestaande uit dertigers en ouder. Er was ook een piepjonge CPN-kern geboren, die zich inzette voor ‘weg met de neutronenbom’. In het begin was tussen de twee vredesgroepen een wat spannende verhouding. Telkens als wij tot gezamenlijke actie wilden overgaan of oproepen deden, wilden deze jonge enthousiaste strijders perse vermeld hebben dat de actie tegen de neutronenbom door de (plaatselijke) CPN was georganiseerd. Onze reactie was dan: maar het gaat er toch om dat we al die rotzooi de wereld uitkrijgen, wij samen? Ik had geweldig veel bewondering voor het jonge enthousiasme, ook voor hun gedachtegoed, en besloot, naast het (christelijk georiënteerde) ‘Friesch Dagblad’ ook ‘De Waarheid’ te gaan lezen. Toen ik een jaar abonnee was geweest, kwam de voorman van de jonge CPN-ers mij vragen, of ik dan nu lid zou worden. Ik vroeg: “Was dat de bedoeling van mijn abonnement?” Hij: ”Je bent niet geloofwaardig als je alleen ons blad leest en je niet aansluit bij de CPN.” Ik: “Waarom doen jullie hetzelfde wat wij in de kerken moeizaam aan het afleren zijn, namelijk ‘zieltjes winnen’? Als ik nu openlijk lid word van de CPN, loop ik in onze gemeenschap mooi vooraan met nauwelijks iemand die volgt.” Terwijl mijn lidmaatschap van de Politieke Partij Radicalen (PPR) toen al gedoe gaf, onvoorstelbaar voor de huidige tijd. Hij deed nog een laatste poging: “Als je nu eens stiekem lid wordt…..?” Mijn reactie: “Alles wat ik kies of doe, wil ik openlijk kunnen doen, dan blijf ik geloofwaardig, ook voor mezelf.” Alles was uitgesproken en sindsdien voerden we zij-aan-zij actie. In een hecht bondgenootschap voor de vrede. Ik had door deze ervaring bijgeleerd. Over hoe de verenging tot partijpolitiek, wellicht door jong enthousiasme ingegeven, inhoudelijk bondgenootschap in de weg kan staan. Gelukkig werd het ons duidelijk dat we onszelf die luxe niet konden permitteren, als we samen iets wilde bereiken tegen een zo grote overmacht aan wapengeweld. Geen zieltjes, maar leven winnen. Geen stemmen winnen, maar stem geven.

Geweld opgeruimd?

De overmacht zit niet alleen in het wapengeweld, het is wel symptomatisch hoe ons economisch systeem blijkbaar niet kan zonder gigantisch veel wapentuig. De miljarden die er aan uitgegeven worden en die verdedigd moeten worden met veel zand in onze ogen: dat het goed is voor onze veiligheid, dat we ons als natie, als Europa toch moeten kunnen verweren enz. En gelukkig dat er dan steeds weer een vijand zich voordoet of zo nodig geschapen wordt. Veiligheid voor wie, bescherming van wie? Na de Groote Oorlog (Eerste Wereldoorlog) – ik woon in het Belgische Ieper – zijn er wereldwijd nog zo’n 130 oorlogsbranden geweest en dat vertelt mij dat die brandhaarden blijkbaar nodig zijn om de afzet van dit tuig veilig te stellen. En met de moordende concurrentie als gelovig uitgangspunt kan men dan steeds weer nieuwe systemen bedenken om de ander een slag toe te brengen, nog slimmer of geniepiger. Of heet dat ‘verfijnder’? Ik woon in een landstreek waar nog steeds talloze granaten worden gevonden, soms met dodelijke werking. Naast de vele lijken van vooral jonge mensen die nooit zijn teruggevonden. Er is hier in de Westhoek nog steeds een speciale opruimingsdienst voor de bommen. Ik kon er vrede mee krijgen, als deze opruimingen tot de laatste in de geschiedenis behoorden. Maar we herdenken ons wezenloos en de conflicten volgen elkaar op, zijn er tegelijkertijd. En als ze voorbij (?) zijn, horen we van kinderen die gedood of gekwetst worden door zo´n gruwelijke mijn. Gewoon op weg naar school en de leefwereld om je heen zit er levensgevaarlijk vol van.

Economisch geweld

In de geloofsbelijdenis van Accra gaat het over de dieper oorzaken van deze wereld aan geweld: “De huidige economische wereldorde – die armen uitsluit en de aarde plundert – is fundamenteel in strijd met het christelijk geloof. De integriteit van ons geloof staat op het spel als we als kerken hierover blijven zwijgen.” Het is duidelijke taal. Niet: de huidige economische orde heeft wel eens wat dodelijke kanten, die moeten we nodig bijschaven, maar: dit systeem sluit mensen uit en plundert de aarde. Over geweld gesproken. Ik weet van enkele Belgische deelnemers aan deze Accra-meeting van de Europese kerken in Ghana (juli/augustus 2004) dat er nogal wat tegenzin bestond, zeker bij vertegenwoordigers van Westerse kerken, om deze onomwonden beoordeling te onderschrijven. Tot zij rechtstreeks werden geconfronteerd met de gevolgen van dit hebzuchtige stelsel voor de talloze slachtoffers. Toen slachtoffer van een dodelijk systeem van slavenhandel, nu van een stelsel dat mensen veroordeelt tot nieuwe vormen van slavernij en de aarde overgeleverd heeft aan een mateloze graaicultuur. Waar andere mensen die te goeder trouw hun werk doen (of kwijt raken) onbewust of ongewild in worden meegesleept of de dupe van zijn/worden. Zalig de mensen die analyses maken waar je als gezond denkend en voelend mens niet meer om heen kunt. Mensen als Francine Mestrum die de geldstromen van Wereldbank en IMF onder de loep nemen en aantonen dat de zogenaamde hulpvaardige ondersteuning van projecten en landen de kloof tussen rijk en arm slechts vergroten, ondanks mooie beloftes. Of een Peter Mertens met zijn ´Hoe durven ze´, die haarscherp de mechanismen ontmaskert achter het vaak zo verhulde economische geweld. Er zijn veel mensen in beweging om deze en andere analyses te delen en te zoeken naar alternatieven, geïnspireerd door organisaties als ATTAC en Oikocredit en NewB, alternatieve pogingen om te bouwen aan een stelsel van rechtvaardige verdeling: van levensmiddelen en vermogen. De grote vraag is daarbij: waar blijft de politiek, met name de ´gevestigde´ politiek?

Manifeste hoop

Ik heb mij in België aangesloten bij de Partij van de Arbeid, die wel even een ander soort PvdA is dan in Nederland. Dus kan ik als Neder-Belg ook rustig een stemadvies geven, zonder dat Nederlandse geestverwanten daar last van ondervinden in hun geweten. Naast de kundige analyses, die zelfs in de machtige media hier wordt opgemerkt, is er een aanpak die mij enorm moed geeft: de dagelijkse problemen van mensen met inkomen, energienota, huisvesting worden gecombineerd met een grondig onderzoek naar gigant Electrabel, naar de zigzagpolitiek rond de kerncentrales, aanpak van huisjesmelkerij enz. Gezocht wordt naar uitwegen en naar bondgenoten rond het thema. Dus geen clustering van partijen voor een volgende verkiezing, maar bondgenootschappen met partijen en bewegingen rond een bepaald schrijnend probleem. Waarbij steeds heen en weer wordt bewogen, zonder partijpolitieke of electorale overwegingen. Het gaat om de inhoud en het bereiken van een bepaald doel in de sfeer van ‘anders is mogelijk’: door bundeling van kracht. Radicaal in analyse, ontwapenend in aanpak. Misschien toch ook wat de SP in Nederland probeert vol te houden. Echter, wat niet goed lijkt te lukken is een taaie strategie voor meer samenwerking om – noodzaak, geen luxeprobleem! – het tij te keren. Uitgaande van wie er dagelijks lijden onder het georganiseerde onrecht. Als hun stem niet meespreekt in ons samen-weten, blijven we mijns inziens hangen in luxe overwegingen, hoe zuiver ook bedoeld. Aan wie wil je trouw zijn?

Geweten is samen weten

Dankzij mijn gemiddelde kennis van het Grieks kan ik geleerd hebben dat ‘geweten’ betekent ‘samen weten’ of in het Spaans van de bevrijdingstheologie: ‘conciencia’. Voor mij betekent dat: met wie wil ik mijn kennis delen, met wie saamhorig zijn? Met diegenen die uitgaan van ons economisch stelsel als gegeven, als beste of toch niet zo slechte oplossing? Geweten vanuit verschillende motieven? Of met diegenen die het al lang weten: hoe hun leven wordt uitgesloten door een stelsel dat systematisch vele mensen blijft uitsluiten en de aarde gebruikt als koopwaar. Wie vormen ons samen-weten? Als je hart op de plek is gekomen van wie structureel met armoede en andere vormen van uitsluiting leven, en je wordt geholpen aan inzicht door de (bijbel-)verhalen over macht en machteloosheid, over uitbuiting en kwetsbaarheid, slavernij en bevrijding, dood en opstanding, dan is voor mij de vraag niet meer: hoe zal ik nu stemmen of wat ga ik kiezen. Maar meer: voor wie kies ik en hoe kunnen we daar stem aan geven. Bondgenootschappelijk en dringend. Een constant gewetensonderzoek naar noodzakelijke én hoopvolle strategie. Dialectisch tussen bewogen haast en open beweging! Om van ‘verlegenheid van links’ te komen tot ‘gelegenheid voor hoopvolle links’. Met dank aan zieners als Jules de Corte: “We kunnen ons achter God en duivel (geweten en ethiek?) blijven verstoppen, als we het niet echt anders gaan doen, gaan we met zijn allen naar de knoppen.”

Voor mij een blijvende aansporing om samen die knoppen weer tot andere bloei te brengen!

Henk van Andel

 

Ds. H. van Andel is predikant van de Protestantse gemeente te Ieper (België)