Oekraïne en Karl Barth

een reactie op At Polhuis

Met veel belangstelling las ik in het vorige nummer van In de Waagschaal (nr.8, 20 augustus) Polhuis’ artikel Oekraïne en de vrede Gods die alle verstand te boven gaat. Hij verwijst naar Karl Barth, die in 1949 schreef over ‘de kerk tussen oost en west’.* Barth stelde toen dat ‘de kerk’ – die van het oosten én van het westen – zich van partij kiezen in het oost-west-conflict zou moeten onthouden, om op haar eigen wijze op te komen voor vrijheid, gerechtigheid, vrede, menselijkheid. Polhuis wil in deze lijn verder denken. Hij stelt: uiteraard, tegen de Russische inval in Oekraïne kan de kerk alleen maar nee zeggen. Evenals tegen de houding van de Russisch-orthodoxe patriarch, die de inval steunt. Maar dat  betekent nog geen rechtstreekse steun van het westerse beleid. Bij de roep om nog meer wapens, nog meer sancties, zou de kerk vraagtekens moeten zetten. Juist de (westerse) kerk zou begrip moeten hebben voor de oosterse angst om door het westen ingekapseld te worden. Ze zou daarvan blijk moeten geven en zich, wat Oekraïne betreft, niet moeten beperken tot gebed en opvang van vluchtelingen.

Poetin en het christendom

Dit betoog van Polhuis doet sterk denken aan de op Pinksteren gepubliceerde open brief van Kerk & Vrede (die overigens in ons blad geen aandacht kreeg). Maar zijn verwijzing naar Barth in dit verband roept bij mij vragen op. Barth had in 1949, bij zijn spreken over het oost-west-conflict, de tegenstelling tussen kapitalisme en communisme voor ogen. Bij zijn beoordeling van die tegenstelling kon hij zeggen: het communisme is (anders dan Hitlers nationaalsocialisme) niet alléén maar waanzin en misdaad, het poogt een oplossing te vinden voor de sociale kwestie. En: het heeft zich niet in een christelijk gewaad gehuld, heeft géén pseudo-Jezus naar voren geschoven, is ronduit godloos. Barth bedoelde ook dat positief: er was daar geen pseudochristendom te bestrijden. De kerk behoefde alleen maar (!) van het evangelie te getuigen; en dat: in oost net zoals in west. Is dat op het huidige Oekraïne-conflict toepasbaar?

Van Poetins optreden kun je veel zeggen, o.a. dat het gewelddadig is, dat het internationale rechtsnormen schendt, maar niet dat het godloos pretendeert te zijn. In tegendeel. Polhuis zelf zegt al: Poetin heeft de volle steun van de Russisch-orthodoxe kerk, althans van de officiële kerkleider, patriarch Kyrill. Als oud-KGB-agent is hij wel afkomstig uit de ‘school’ van het communisme, maar anders dan de communistenleiders van vroeger laat hij zich de steun van de kerk (de ‘nationale’ kerk van het land) kennelijk graag welgevallen. Zoals omgekeerd de Russisch-orthodoxe kerk onder haar huidige leider zich graag in de nieuwe staatsgunst koestert.

Het gaat Poetin kennelijk om (het herstel van) de glorie van het Russische vaderland. Dat is zijn ‘ideologie’. Natuurlijk, daarbij zet hij zich af tegen tegenkrachten, die hij uiteraard in het westen aantreft. Of  daarbij ook ‘angst’ voor ‘inkapseling’ een rol speelt (zoals Polhuis suggereert) lijkt mij van buiten moeilijk te beoordelen. In elk geval: bij dit streven naar nieuwe (of herstelde) Russische glorie wordt nu ook, of zelfs bij uitstek, het christendom, in elk geval: een vorm van christendom, ingezet.

Ter vergelijking: Barths kritiek op het nationaalsocialisme

Ik zou zeggen: deze Poetin-ideologie lijkt niet zozeer op het communisme als wel op het nationaalsocialisme. Dat laatste kleedde zich immers juist ook, en bij voorkeur, in religieus, zelfs christelijk gewaad. Jezus omgevormd tot Germaanse held. Het christelijk geloof omgevormd tot Germaanse ideologie. Het Germaanse ras het uitverkoren volk; zo zuiver en onbesmet mogelijk te bewaren.

Juist dat riep niet in 1949, maar wel in 1938 Barths felle kritiek op. De situatie van 1938 was anders dan die van 1949. In september 1938 koos Barth wel degelijk partij, en hij vond ook dat de kerk dat moest doen. Toen Hitler zich opmaakte om delen van Tsjechoslowakije te annexeren, en het er al naar uit zag dat de leiders van Engeland en Frankrijk dat ter wille van de lieve vrede maar zouden laten gebeuren, schreef hij zijn (ook door Polhuis genoemde) opzienbarende brief aan de Tsjechische theoloog Hromadka. Hij riep daarin onomwonden op tot gewapend verzet: ‘íedere Tsjechische soldaat die dan lijdt en strijdt, zal het ook voor ons doen, en… ook voor de kerk van Jezus Christus’. Die anti-houding bleef hij innemen, gedurende heel de Tweede Wereldoorlog. Zie de bundel Eine Schweizer Stimme, waarin zijn getuigenissen uit die tijd zijn bijeengebracht.

Van het communisme kon je, vond Barth na de oorlog, ook goede dingen zeggen (en daarom werd hij toen ook in het westen van allerlei kanten bekritiseerd). Maar over het nationaalsocialisme was er zijns inziens niets goeds te zeggen. Ook, juist, niet door de kérk. Dat vond hij al in de jaren dertig. En daarmee ging hij in tegen een flink stuk van het Duitse kerkelijk establishment van die tijd.

Geen ‘vredelievendheid’ ten koste van het aangevallen Oekraïne

Als wij vandaag in verband met het Oekraïne-conflict verder willen denken in de lijn van Barth, zouden we dan niet, eerder dan zijn optreden van 1949, zijn opstelling van 1938 (en daarna) als uitgangspunt en inspiratiebron moeten nemen? Ik begrijp trouwens Polhuis’ stellingname wel. Iedereen heeft ineens erg veel aandacht voor bewapening, voor het belang van de NAVO. Daar behoeft de kerk niet nog eens extra toe aan te sporen. Maar is het nu, omgekeerd, haar roeping, er, zoals Polhuis bepleit, vraagtekens, zelfs: ‘grote vraagtekens’, bij te zetten? Dus: te pleiten voor minder wapens, minder sancties? (Dat laatste vul ik dan maar aan, want Polhuis concretiseert niet waar hij precies aan denkt.)

Daar heb ik dan weer vraagtekens bij. Ik heb het idee dat dat zou neerkomen op: vredelievendheid ten koste van het aangevallen Oekraïne. Een wat goedkope betrokkenheid. Nog consequenter zou het dan zijn, Oekraïne er gewoon toe aan te sporen, de strijd maar te staken en Poetin zijn gang te laten gaan. Maar of daarmee, uiteindelijk, de vrede en de menselijkheid zou zijn gediend lijkt mij zeer de vraag. Het lijkt mij dat ook Polhuis dat niet kan bedoelen!

Zou het trouwens niet nog beter zijn, contact te zoeken met de kerken in Oekraïne? Misschien kunnen die ons zeggen waarmee de situatie in Oekraïne momenteel het best gediend zou zijn!

Karel Blei

Dr. K. Blei is emeritus predikant en oud-scriba van de PKN. Hij woont in Haarlem.

[NOOT] Die tekst is te vinden o.a. in de bundel ‘Der Götze wackelt’, 1961, uitgegeven door Karl Kupisch (S.124-143).

In de Waagschaal, jaargang 51, nr.9. 17 september 2022