Zijn we het niet over veel meer eens?

logoIdW-e1677570004807.jpg (100×115)Op zoek naar resten hoop in het Israëlisch-Palestijnse conflict

Met de aanval van Hamas vanuit Gaza en alles wat daarop volgde lijkt het ‘Israëlisch-Palestijnse conflict’ in een nieuwe fase terecht gekomen. Ongewis is wat die zal brengen. Het is ook hachelijk om erover te schrijven in een blad dat ruim drie weken later pas verschijnt. Mogelijk is met nieuwe feiten de situatie alweer veranderd. Dat de nabije en verdere toekomst onduidelijk is, lijkt op zichzelf echter wel een nieuw en blijvend gegeven. Het conflict leek gestold in een al jaren durende status quo. Al vertonen het verloop van het conflict zelf, de geopolitieke stellingnames en de (inter)nationale debatten over het conflict veelvuldig nog de herkenbare, gangbare patronen, de situatie lijkt echter ondertussen toch echt ingrijpend gewijzigd, in een aantal opzichten. Dat de hierboven genoemde dynamiek (in de regio, geo-politiek en in het debat) die onmiddellijk is ingetreden zoekt naar het bekende evenwicht, met de stellingnames pro en contra, stelt daarom ook teleur. Dat miskent wat er schuift en beweegt – iedere partij hoopt enkel dat het eindelijk gaat schuiven en bewegen in de door haar gewenste richting. Ik had toch voor een moment de hoop dat de ongekende, ongehoorde schok een verenigende werking zou hebben, een beweging juist van toenadering. Dat het veranderde, nieuwe onderkend zou worden, met een nieuw appèl om een oplossing te zoeken. Dat we dan mogelijk zouden ontdekken dat velen het over veel meer eens zijn dan het gepolariseerde debat doet vermoeden. Vanuit die eigenlijk alweer vervlogen hoop schrijf ik. Eerst kort over wat er in mijn ogen veranderd is, waarna ik wat uitgebreider zoek naar het gedeelde, gemeenschappelijke (waar het nieuwe gedeeltelijk ook weer in terugkomt). Beide doe ik in de hoop dat er een beweging in de richting van een daadwerkelijke oplossing mogelijk is.

Een fundamenteel veranderde situatie

Het meest in het oog springende novum is de gebleken kwetsbaarheid van Israël. Het leger en de inlichtingendiensten zijn niet zo onaantastbaar en almachtig gebleken als velen dachten. Juist de jarenlang door Netanyahu gevoerde politiek van veiligheid heeft gefaald. De militaire reactie maakt in weerwil van de mate van gewelddadigheid geen sterke indruk en het doel daarvan – de vernietiging van Hamas – lijkt illusoir. En al is er in de reactie op de aanval een grote mate van eenheid, daaronder liggen onverminderd de enorme spanningen in de Israëlische samenleving. Die interne spanningen hebben bijgedragen aan het ‘succes’ van Hamas’ aanval, wat de vraag oproept of de Israëlische samenleving voldoende eenheid vertoont en voldoende kracht heeft om het gangbare beleid voort te zetten.

Tegelijkertijd is duidelijk geworden hoeveel groter dan gedacht de speelruimte van Hamas is, en waar zij die voor gebruikt: niet voor de mensen, maar voor terreur en geweld. De zich sinds een aantal jaar veranderende verhoudingen in het Midden Oosten vormen een laatste nieuw element, met de toenadering van Israël tot Arabische landen en daartegenover Iran als machtsfactor.

Op zoek naar consensus

Waar zouden we het over eens kunnen zijn? Ik doe in alle bescheidenheid een voorstel. Dit zijn althans de zaken die mijzelf bewogen hebben, de laatste weken maar al veel langer daarvoor. Ik noem ze zoals ze elkaar min of meer opvolgden op die momenten dat de schok om wat er gebeurde taande en ruimte liet voor reflectie. Het is een poging de situatie nog eens te omschrijven in relevante aspecten, zonder onmiddellijk door te stoten richting de vermeende oorzaken (wat altijd betekent: verantwoordelijkheid en schuld). Want daar lijkt de complexiteit van het conflict steevast buiten beeld te raken.

1. Jodenhaat speelt een rol

In dit conflict is haat tegen Joden een cruciale factor. Er is een extreem, diepgeworteld vijanddenken, dat verder gaat – of beter gezegd: dieper zit dan de strijd om land en gevoelens van woede en wraak vanwege Israëls geweld en onderdrukking. Dit wordt ongetwijfeld soms te snel gebruikt, namelijk waar miskend wordt dat gevoelens van vijandschap, krenking en wraak begrijpelijk zijn in het licht van het lot van veel Palestijnen: verlies van dierbaren, verlies van land en zelfbeschikking, onderdrukking. Maar het wordt zeker ook te weinig als factor gezien, en is bij de recente aanval van Hamas regelmatig schrijnend afwezig in ‘analyses’ ‘vanuit de context’. Zouden we het erover eens kunnen worden dat dit een factor is (al zal er verschil van inzicht zijn over de mate waarin, het belang van deze factor)?

2. De grote, maar ook niet onbeperkte rol van Israël

Veelal wordt in het geopolitieke en (inter)nationale debat aan Israël de macht en de verantwoordelijkheid toegedacht om (eerste) beslissende stappen te zetten richting een oplossing voor het conflict. Het discours wekt soms de indruk dat Israël met de bezetting en de blokkade van Gaza een soort totale controle over de situatie heeft, en dat het daarmee alle touwtjes in handen heeft om die situatie te veranderen: beëindig de bezetting en de blokkade van Gaza, ontmantel de nederzettingen, en vrede is nabij. Zouden we het er gezien de recente gebeurtenissen over eens kunnen worden dat Israël weliswaar een grote macht en een navenante verantwoordelijkheid heeft, maar dat nu ook is aangetoond dat die ook duidelijke grenzen heeft? De huidige situatie toont aan dat in elk geval Hamas in Gaza zich aan Israëls macht en controle heeft kunnen onttrekken. Israël zou meer kunnen en moeten doen, en bij het zoeken naar een diplomatieke oplossing zou het daarop aangesproken moeten worden. Maar is er Palestijns leiderschap waarmee een stabiele situatie zou kunnen worden gecreëerd? Als ‘land voor vrede’ überhaupt nog een optie is, is er dan ook een garantie op die vrede van Palestijnse zijde?

In samenhang hiermee: er is een asymmetrie in het conflict, waarin Israël het overwicht heeft, maar de invloed van Iran via Hezbollah en Hamas, die duidelijk gebleken is, relativeert die weer.

3. Falend leiderschap

Een derde gegeven waarvan ik hoop dat er consensus over bestaat is het belangrijkste: de cruciale rol van het politieke leiderschap aan beide zijden. Noch de Israëlische regering, noch Hamas, noch Fatah slaagt erin een duurzame, leefbare situatie te realiseren voor de eigen bevolking. In het democratische Israël leek daar het meest sprake van, omdat daar een gekozen meerderheidsregering aan de macht is. Maar de belofte van veiligheid is vals gebleken, en het beleid ten aanzien van de Palestijnen is uitzichtloos. Bij Hamas is het evident dat het beleid ten koste gaat van de overgrote meerderheid van de mensen in Gaza.

In mijn ogen ligt hier de kern van het conflict. Geen van de partijen stuurde de laatste jaren aan op een oplossing of zelfs maar een begin ervan. Integendeel. Sinds 7 oktober is geen enkele toenadering te verwachten. Hier zit dus ook de onoplosbaarheid vooralsnog, omdat de noodzakelijke verandering van leiderschap niet te verwachten is.

Toch zit er winst in als we dit als kern van het conflict nemen. Dan zouden we niet één partij, maar beide partijen aanspreken op hun verantwoordelijkheid, voor het conflict – en voor hun bevolking, dus met erkenning van hun belangen. Zo zou beweging richting een oplossing van twee kanten moeten en misschien ook kunnen komen. In de gedroomde situatie zou de internationale gemeenschap – de VN – hiertoe moeten aanzetten, maar dat heeft inderdaad alles van een droom. Tegelijkertijd zie ik geen andere mogelijkheid, en nu het oog van de wereld weer op het conflict en de uitzichtloosheid rust, nu er toch ook een verlangen is naar een einde aan de alsmaar voortgaande spiraal van geweld, onrecht en onderdrukking, richt wat er aan hoop is zich daarop.

Aan de polarisatie voorbij

De consensus zou nog verder uit te werken zijn. Dat de situatie van de Palestijnse bevolking deplorabel en uitzichtloos is, en schreeuwt om verbetering. Dat de nederzettingenpolitiek desastreus is. Dat de interne ontwikkelingen in Israël buitengewoon zorgwekkend zijn (ondermijning van de rechtstaat, verharding van nationalistische en extremistische groeperingen). Tot slot: dat een twee-staten-oplossing de enig denkbare vreedzame uitkomst is – en dat die alleen al door de uitbreiding van de nederzettingen maar nu ook nog met de vijandigheid van Hamas minder haalbaar lijkt dan ooit.

Mogelijk is dit alles naïef en illusoir. Veelal trekken beide kampen elk een eigen deel van deze zaken naar zich toe, die meteen door ‘analyse’ en ‘context’ met oorzaak en schuld wordt verknoopt. Het leidt ertoe, zoals bij zoveel kwesties in onze tijd, dat de polarisatie wordt verabsoluteerd en over de hele linie, in elk debat wordt doorgetrokken. In dit conflict is vrijwel iedereen ofwel van het ene, ofwel van het andere kamp, ook in de internationale politiek. Vanuit de eigen particuliere bewogenheid en betrokkenheid gelden distantie, nuance en neutraliteit vrijwel onmiddellijk als verdacht, want een miskenning van het onrecht. Als strijd het frame is waarin men denkt, is de enige oplossing de totale capitulatie van de andere partij. Omdat dat niet gaat gebeuren, duurt het conflict voort, wat men dan kan wijten aan die andere partij die haar ongelijk niet inziet. Men heeft zich er nog eens van vergewist aan de goede kant te staan en de juiste strijd te strijden, en zo draait men in de cirkel rond. Zo leidt dit op zich begrijpelijke en ook sympathieke engagement, deze partijkeuze tot een bestendiging van het conflict. Een oplossing, of althans een beweging in die richting lijkt alleen te kunnen komen door minder betrokkenen (of meerzijdig betrokkenen), die niet opkomen voor de belangen van één partij maar alle verschillende belangen en feiten zien en proberen te wegen en tegen elkaar af te wegen. Misschien zou dat een rol kunnen zijn voor de zo verdeelde, meervoudig verbonden Protestantse Kerk: minder verbondenheid als partijkeuze, het staken van de (woorden)strijd, en hoopvol zoeken naar vrede en recht.

Coen Constandse

 Streamer 1: De situatie lijkt ondertussen toch echt ingrijpend gewijzigd

Streamer 2: Als strijd het frame is waarin men denkt, is de enige oplossing de totale capitulatie van de andere partij.

 

In de waagschaal, jaargang 52, nr. 11, 18 november 2023