Wessel in de schaduw van het licht

logoIdW

Op een zeer grijze en miezerige dag was de Klaaskerk in Utrecht flink warm gestookt, rijen stoelen stonden klaar als leek het een zondagse kerkdienst, een boekentafel aangeschoven. Het was zaterdagmiddag, maar het aantal mensen zou veel predikanten die de dag daarop zouden preken jaloers maken. Een voorganger was er al wel en hoe, hij liep midden tussen iedereen rond, pratend en gebarend. Feest, een feest hem ter ere, een gelegenheid om te vieren alles wat er door hem was geschreven, gezegd, gedacht, gedroomd en gebeden: Wessel ten Boom.

Om hem dromden wij samen en bij zijn vier dochters liepen wij te hoop voor allerlei warms en lekkers, een wonderlijke gemeente ontstond. Soms werd er kennisgemaakt maar vooral vielen geliefden en bekenden elkaar in de armen bij wat ons te wachten stond deze middag, de komende dagen en de rest van ons leven. Want daarin verschillen we niet van Wessel, we blijven stervelingen. Maar wie schrijft blijft en als de tijd wordt verkort des te meer.

Peter Verbaan, voorzitter van de redactie van In de Waagschaal nam met bescheiden ophef het woord en het werd stil. Goede verstaanders hebben maar een half woord nodig. Er werd volledig gesproken zoals dat een vriend past. En daar was het boek Leven in de waagschaal, met daarin de mooiste teksten van Wessel ten Boom. Hij was er zeer mee in zijn schik; en wij allemaal. Bij de receptie vertrouwde hij mij toe: ‘Maar het is niet waar want de mooiste komen nog.’

Rijkdom, dat is de inhoud, diepte en breedte, vrijheid en opdracht, een stem van het woord. Zijn foto prijkt op de achterflap: een hoofd vol, strakke lippen, twinkelende ogen, zo begrepen we ook zijn drummen op trommels en bekkens tijdens het duo-cabaret met Coen Wessel. Een enkel woord ging akoestisch verloren, een heerlijk enthousiasme kwam ons tegemoet.

Naast Europa met namen als Barth, Rilke en Steiner in dit boek, bezorgd door Wilken Veen, Peter Verbaan en Coen Wessel, lag er ineens op de boekentafel van Wessel zelf een cahier met namen van dichtbij huis, want zijn hele familie met allerlei zijtakken wordt erin neergezet als een boom sterk geworteld en ver uitgewaaierd: God onder de pannen – cahier 1. Je maakt kennis met stapels predikanten Ten Booms, Van der Plassches en natuurlijk Spijkerboers, een met het grootste plezier geschreven stuk kerkgeschiedenis over hoe Nadere Reformatie en Reveil van hand tot hand, van hart tot hart gaan, met aan het slot een doordenking van ‘familie’ en ‘geschiedenis’, alles opgedragen aan de vier engelen-dochters. Het is een cadeau, want de jarige trakteerde en cahier 2, Preken na Pasen, is in de maak. Met de boeken op schoot reisde ik in de trein terug naar gelukkig een kopstation, anders was ik veel later thuisgekomen.
Prachtige middag, een protestantse Lichtmis.

Lowik Schoch

In de Waagschaal, jaargang 48, nr. 3. 9 maart 2019