We hoeven ons geen illusies te maken

logoIdW

 

De jaarlijkse Huizinga-lezing van de Leidse Universiteit was dit jaar gegund aan priester en kunsthistoricus Antoine Bodar. De titel die hij zijn lezing meegaf luidde ‘Leven alsof God bestaat’. Dat mag verwonderen, maar is een dergelijke uitspraak bij iemand die in God gelooft eigenlijk niet interessanter dan bij iemand die niet in God gelooft? Sommigen veinzen God, omdat Hij niet echt bestaat. Bodar veinst eerder God, omdat Hij wel bestaat. Ook hij ‘doet alsof’. Omdat zijn hart niet leeg, maar juist van God vervuld is? Hoe het zij: Bodar noemde hem niet, maar zijn programma lijkt precies het omgekeerde te zijn van Bonhoeffer die juist wilde leven etsi Deus non daretur: ‘alsof God niet bestaat’.

De rol te verwoorden dat God niet bestaat was deze avond weggelegd voor Herman Philipse, universiteitshoogleraar in de wijsbegeerte aan de Universiteit Utrecht. Hij mocht “in vijf à zeven minuten”, zoals hij maar liefst drie keer benadrukte, de lezing van commentaar voorzien, na deze uiteraard reeds eerder tot zich te hebben genomen. Waarna nog een weerwoord van Bodar volgde, ik kreeg de indruk door hem bedongen. Het was duidelijk dat zich hier met alle gebruikelijke plichtplegingen geenszins een vriendelijk dispuut ontspon, maar er een hard gevecht plaatsvond over de ruimte die de Universiteit moet bieden aan alles wat zich aan een positivistisch wetenschapsbegrip onttrekt. In de beleefde hitte van het gevecht zei Philipse bijvoorbeeld dat hij blij was, dan wel het juist vond, dat de theologische faculteit in Leiden was verdwenen – en dan niet bij gebrek aan studenten maar omdat deze faculteit niet thuishoort aan de universiteit. In naam der Wetenschap… ‘God’, zo legde Philipse uit, is immers al lang als een uiterst onwaarschijnlijke hypothese ontmaskerd, en tegelijk is het geloof in God psychologisch goed te verklaren (angst). Hoogtepunt in zijn referaat was het verwijzen naar een studie van de astronoom Hartmann, met behulp waarvan hij de Damascus-ervaring van “de wrede Farizeeër” (!) Saulus verklaarde als het gevolg van de inslag van een meteoriet of komeet. Even groots was het luchtige antwoord van Bodar, dat God meestal gebruik maakt van mensen en natuurlijke verschijnselen om mensen te bekeren, zodat ook Philipse gewaarschuwd mocht zijn.

Een universiteitsprofessor die hartstochtelijk verklaart dat er voor alles wat niet wetenschappelijk verklaard kan worden geen plaats is in zijn huis… de humaniora weten waar ze aan toe zijn. Maar dit is een positie die zelfs in de behoorlijk atheïstische DDR ondenkbaar was. De Humboldt-universiteit had al die jaren naast marxisme-leninisme ook theologie in haar curriculum.

Wessel ten Boom