Voorbij het cultuurrelativisme
Antwoord aan Dick Boer
‘Pia fraus’ – vroom bedrog. Toe maar! Dat is wat Dick Boer mij verwijt ten aanzien van de door mij als minst belangrijke genoemde, maar wel geldige reden om christen te zijn: vanwege de superioriteit van de christelijke beschaving.[1] Hij komt tot deze conclusie omdat ik een lofzang zou hebben gegeven op de christelijke beschaving zonder de kritische kanttekening dat deze beschaving samenging met barbarij. Welnu, deze kanttekening heb ik er zelf juist bij geplaatst, zodat Boer zijn voorbeelden voor ‘barbarij’ uit mijn tekst kan halen. Wat ik alleen niet gedaan heb, is deze keerzijde van het christendom als beschaving gebruiken om de dankbaarheid voor het goede, ware en schone erin mij te laten ontnemen. Ik zal uitleggen waarom ik meen dat dit tegen-elkaar-wegstrepen, dat in de tekst van Boer plaatsvindt, theologisch onjuist acht.
Cultuurrelativisme
Boer begint met een citaat van Walter Benjamin, waarin deze stelt dat er nooit een document van de cultuur bestaat, dat niet tegelijk een document der barbarij is. Deze zin kan twee dingen betekenen: het kan een open deur zijn, of een toegang tot cultuurrelativisme. Als het eerste bedoeld is, dan kunnen we het citaat net zo goed weglaten, of het nu van Walter Benjamin of mijn minder bekende buurvrouw is. De naam doet het niet, alleen het argument, en de wetenschap dat ook het christendom, en elk ‘document’ van het christendom, zijn keerzijden had en heeft, is zo evident dat het mij niet nodig lijkt die open deur steeds weer opnieuw open te doen. Zonde van het papier. Dus blijft de mogelijkheid over, dat hier toch een nieuwe kamer wordt betreden, namelijk het cultuurrelativisme. Het cultuurrelativisme stelt dat elke cultuur zijn goede en kwade kanten heeft, en dat cultuur dus relatief is. Toegepast op religies betekent het, dat elke religie zijn eigen culturen meebrengt, en dat op grond daarvan je niet kunt zeggen: die is beter dan die. Werkelijk? Is een cultuur zonder meisjesbesnijdenis niet beter dan een cultuur zonder? Is de Maya-cultuur, met de kinderoffers, of de cultuur van de Moloch, niet slechter dan een cultuur zonder kinderoffers? Is een cultuur waarin alleen de staat via het recht het monopolie op geweld heeft niet beter dan de culturen waarin koppensnellers trots hun schedels en scalpen in de hut hangen? Is een beschaving waar vrijheid van godsdienst heerst niet humaan superieur aan een beschaving zonder die vrijheid? Uiteraard kan deze andere beschaving iets hebben waar de beschaving met godsdienstvrijheid weer van kan leren – dat heb ik geenszins uitgesloten. Maar weten we echt wat we zeggen als we weigeren de ene beschaving hoger te achten dan de andere? Weten we welke potentiële boosaardigheden we daarmee ruimte geven? Wie de lege Coca Cola – cultuur, de pervertering van het westerse christendom die wegzakt in hedonisme, drukte en leegte, en ‘America first’ net zo goed acht als het beschavingsoffensief dat nog maar kort geleden (na WOII) ‘herkerstening’ werd genoemd, gun ik opener ogen. Werkelijk, wie eenmaal begint om zich heen te kijken, zal merken dat al snel het woord ‘superioriteit’ in hem opkomt. Het Nieuwe Testament weerspreekt de houding die daaruit zou kunnen volgen, namelijk de hoogmoed – maar de gedachte zelf wordt juist in het Nieuwe Testament hoog geëerd, omdat het God kent als de gever van het leven, het goede en de goede creativiteit. Wie het cultuurrelativisme één vinger geeft, zal merken dat hij zijn hand kwijt raakt aan het nihilisme, en werkt daardoor zelf mee aan de leegloop van onze beschaving.
De Heer verdient onze dank
Als we christen zijn, is er echter nog een reden om het goede van de beschaving niet weg te strepen tegen het boze, maar beide te laten bestaan, zoals de Heer zowel het koren als het onkruid laat opgroeien tot de oogst. Die heeft te maken met wat Calvijn noemt ‘de ere Gods’, die Hem niet onthouden mag worden. Als je gehuwd bent, dan hoef je die ene fijne dag met je partner niet weg te strepen tegen de rotdag, om zo alles te verliezen. Je kunt het goede gewoon laten staan en blijven eren, zelfs als er tien rotdagen tegenover staan. Zo eer je de liefde, je partner en jezelf. Zo is het ook met het christendom. Ik heb niet willen zeggen dat Luthers antisemitisme onproblematisch is, maar ik heb willen zeggen dat onze samenleving, die van Luther alleen nog weet dat hij antisemiet was en hem daarom verder niet serieus wil nemen (ik heb het niet over anonieme accounts op X, maar over zelfbewuste intellectuelen), die dus inderdaad het goede tegen het kwade wegstreept, niet alleen intellectueel onder de maat is, maar voor een christen al helemaal niet acceptabel. God schrijft onze goede werken ook niet weg tegen onze zonden, maar wij weten dat al wat goed gedaan werd in de Heer niet vergeefs is, terwijl Hij de zonden achter zich werpt in de diepten der zeeën. En bij het goede horen ook de kathedralen, de schilderijen, de moraal, de omgangsvormen, de zorg, het onderwijs en alles wat het christendom heeft voortgebracht. Dat niet willen zien, en dus de superioriteit van de christelijke beschaving niet erkennen, is ten laatste ondankbaarheid tegen de God, voor wie scheppen zo’n zwaar werk was en is, dat Hij al op de zevende dag moest rusten. Ook de christelijke beschaving heeft Hem enig zweet gekost, en wij behoren Hem geen stank voor dank te geven.
Miskotte
Nog een enkel woord over Miskotte, omdat deze door Dick Boer genoemd wordt. Het is zeker waar dat Miskotte geen gezapige tevredenheid met een christelijke wereld voorstond, maar in zijn leven en denken gericht was op het nieuwe en komende dat God wil schenken. Het communisme functioneert dan wel heel wat voorzichtiger dan Boer suggereert, maar dat is een détail dat ik laat rusten. Het gaat hier weer om hetzelfde als hierboven: ook de gerichtheid op het komende betekent niet dat je de dankbaarheid voor wat gegeven is niet ten volle kunt honoreren. We hoeven niet te kiezen tussen God als Schepper en God als Verlosser (dat lijkt mij het diepste verschil tussen Boer en mij[2]), net zo min als Jezus hoefde te kiezen tussen het komende Koninkrijk van God, dat Hij predikte en in zijn tekenen present stelde enerzijds, en de eenvoudige wereld van bloemen en vogelen, die ons vertelt dat wij nog waardevoller zijn dan zij en dat de Schepper nú al zijn zon doet opgaan over bozen en goeden en ons onbezorgd laat leven anderzijds. Je kunt dankbaar zijn voor wat er is aan christelijk leven én tegelijk weet hebben dat zelfs ‘de elementen’ met vuur zullen en moeten vergaan, en dat al onze revoluties maar kaal afsteken tegen de revolutie van het Koninkrijk der hemelen.
Kathedralen, lelijke nieuwbouwkerk, of niks geen kerk
Ik eindig met een citaat van Pascal Mercier, uit de roman ‘Nachttrein naar Lissabon’:
“Ik wil niet in een wereld zonder kathedralen leven. Ik heb hun schoonheid en verhevenheid nodig. Ik heb ze nodig als verzet tegen de platvloersheid van de wereld. Ik wil opkijken naar de stralende kerkramen en me laten verblinden door hun betoverende kleuren. Ik heb hun glans nodig, hun gebiedend zwijgen. Die heb ik nodig als verzet tegen de smerige eenheidskleur van uniformen. Ik wil mijzelf hullen in de bittere kou die in de kerken hangt. […] Een wereld zonder die dingen zou een wereld zijn waarin ik niet meer wil leven.”
In Nederland worden hele grote nieuwbouwwijken gebouwd waar niet alleen geen kathedraal meer verschijnt, maar ook geen lelijke nieuwbouwkerk meer, en zelfs geen enkele gemeenschappelijke ruimte – ook geen klein winkelcentrum of café meer, want de autootjes van Picnic doen het werk, en voor de rest kun je naar het grote hologige winkelcentrum verderop. Ik aarzel niet zo’n extreem platte en extreem geïndividualiseerde ‘cultuur’ inferieur te noemen ten opzichte van wat er ooit was.
Willem Maarten Dekker
Bewerkte streamer:
Onze samenleving, die van Luther alleen nog weet dat hij antisemiet was, en hem daarom verder niet serieus wil nemen, is niet alleen intellectueel onder de maat, maar voor een christen al helemaal niet acceptabel.
[1] Zie voor het stuk van Dick Boer nummer 1 van deze jaargang, p. 24. Hij reageerde op het eerste artikel van Willem Maarten Dekker in de serie ‘Waarom ik christen ben’: ‘Vanwege de superioriteit van de christelijke beschaving’, In de Waagschaal 52, nummer 10, p.4.
[2] Scheppen is alleen bij Deutero-Jesaja bijna hetzelfde als verlossen, verder is het in de Bijbel echt iets anders. Zie voor de breedte van het Bijbels scheppingsbegrip mijn boek Dit broze bestaan.
In de Waagschaal, nr. 2, 3 februari 2024