Vijandschap (meditatie)

logoIdW-e1677570004807.jpg (100×115)Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar nageslacht. (Genesis 3:15a)

 

Bestaat de duivel? Hij bestaat zo zeker als de mens daarnaar handelt. En heeft de slang echt gesproken? De slang spreekt als de mens hem hoort. De duivel bestaat zoals de leugen bestaat. Dat is zijn ‘ontologie’, zijn bestaanswijze. Hij bestaat, maar bestaat niet. Hij spreekt, maar zijn woord is geen woord. Zijn woord bestaat alleen doordat de mens gehoor geeft aan wat geen woord is. Het is de schijnwerkelijkheid van een bestaan waar de mens op eigen gezag staat. Zonde is het, omdat het niet waar is. Zonde is het als de mens zo aan de dood vervallen is.

In Genesis lezen we dat JHWH vijandschap zet tussen de slang (de duivel) en de vrouw. Het is een heilzame vijandschap, die alles te maken heeft met Hem die de vijandschap ‘zet’. De God van het Verbond stelt zich aan haar zijde tegenover de slang, die niets anders wil dan God en mens bij elkaar verdacht maken en uiteen drijven: ‘God heeft zeker gezegd dat u niet van alle bomen mag eten’ (Gen. 3:1). Op het moment dat de mens toehapt, slaat de slang zijn slag: is dit Uw mens? – en klaagt hem aan: zondaar!

Deze vijandschap is dus niet met de mens gegeven noch met de slang. De vijandschap is, als gezegd, door JHWH ‘gezet’ tussen slang en mens. Daarin ligt het evangelie! De mens is nimmer te verenigen met de leugen van de slang, hoezeer hij hem ook het oor leent, maar is onvervreemdbaar het eigendom van Hem die hem mannelijk en vrouwelijk geschapen heeft. In zijn trouw stelt JHWH zich aan zijn zijde. De mens wordt dan wel aangeklaagd, elke keer als hij luistert naar wat geen woord is en wegen bewandelt die geen wegen zijn – de vijandschap door God gezet betekent: de mens is heilzaam aan Zijn zijde gezet, voorgoed.

Dat sommige bijbelvertalers het ‘nageslacht’ (zaad) van de vrouw hier met een hoofdletter schrijven is – hoewel een mijn inziens een vertaler niet geoorloofde invulling – toch heel raak. De vijandschap vindt immers zijn einde in de overwinning van de Zoon die met de laatste vijand gestreden heeft, door zich te láten overwinnen. Dat is het woord dat waarheid is, niet ‘onze’ maar Zijn waarheid: het licht dat dood noch duivel doven zal (Paul Gerhardt).

 

Wouter Klouwen

In de Waagschaal, nr. 12, 7 december 2024