Vertrouwen (commentaar)

logoIdW-e1677570004807.jpg (100×115)Het vertrouwen in de politiek is sinds het aantreden van het nieuwe kabinet toegenomen, zo blijkt uit onderzoek van IPSOS I&O. ‘De toename is’, zo meldt de NOS, ‘veruit het grootst onder laagopgeleiden. Vorig jaar had slechts 17 procent van deze groep vertrouwen in het kabinet. Nu heeft 49 procent vertrouwen in het kabinet-Schoof’. Zonder twijfel is dat een forse stijging: bijna een verdrievoudiging.

Toen ik dat bericht las, schrok ik. Ik zie nog weinig redenen om veel vertrouwen te hebben in het huidige kabinet, waarin men op grond van een ‘ervaren asielcrisis’ de toevlucht wil nemen tot draconische maatregelen, die juridisch geen stand zullen houden. Je hoeft geen groot denker te zijn om te voorspellen hoe dergelijke rechterlijke ingrepen – waar ik zeer op hoop en die juist mijn vertrouwen zouden sterken! – bij volgende verkiezingen uitgemolken gaan worden. ‘Dit land wordt getiranniseerd door D’66-rechters die de wil van de gewone man dwarsbomen met hun linkse idealen!’ Je kunt alleen maar je hart vasthouden over het mogelijke effect daarvan op de uitslag. Een cartoonist verbeeldde scherp wat gaande is door Wilders met een hoofdletter ‘D’ weg te laten lopen, zodat alleen het woord ‘emocratie’ overbleef.

Toch zat mijn schrik bij het bericht over toegenomen vertrouwen vooral elders. Een vraag waar ik sinds 22 november vorig jaar mee loop: ik ken eigenlijk niemand die blij is met dit kabinet, laat staan mensen van wie het vertrouwen in de politiek is toegenomen. Integendeel: in mijn omgeving is het gekelderd en heerst ontzetting over wat gaande is. Wat zegt dat over de bubbel waarin ik me bevind? Kennelijk ben ik in een echokamer van het eigen gelijk terechtgekomen. Comfortabel, dat wel – maar niet representatief.

In Trouw las ik recent een interview met de onlangs aangetreden PKN-synodepreses Trijnie Bouw. Zij zei over de kerk onder andere: ‘Je moet (…) het gesprek zoeken en niemand buitensluiten die in geloof een andere richting zoekt. De boel bij elkaar houden doe je niet omdat het anders ongezellig wordt. Nee, dat is principieel, we verschillen van elkaar, en we aanvaarden elkaar zoals Christus ons aanvaardt. Dat is geen goedkope slogan, daar zit die strijd ook in. Als dat een beetje lukt, dan ben je een teken van hoop voor de samenleving. Daar zit voor mij het hart van het Evangelie.’

Ik hoop het – en ik hoop dat de kerk de verbinding met mensen wier vertrouwen in de politiek recent is toegenomen niet al veel te lang kwijt is. Het geheim dat Bouw verwoordt, zonder het zoet te maken, lijkt me een belofte en een uitdaging. Hopelijk kan de kerk inderdaad zo’n plek zijn – of worden.

 

Niels den Hertog

In de Waagschaal, nr. 10, 12 oktober 2024