Van de redactie nr 9
We openen met een bijdrage van Rens Kopmels over ‘voltooid leven’ die ook als meditatie dienen kan. Kopmels schrijft als ervaringsdeskundige, wie veel mooie woorden zijn bestorven, maar die weigert samen te vallen met zijn eigen zinloosheid. Inhoudelijk sluit Dick Boers bundel ‘Versjes’ hierbij aan. Coen Constandse bespreekt ze verderop in dit nummer als iemand van een duidelijk andere generatie, en dat maakt ze extra herkenbaar. Joke Vrijlandt beleefde een aha!-Erlebnis en blijkt het Hebreeuws voor altijd toegedaan. Ook zij lijkt een zuivere vertegenwoordiger van een generatie predikanten die voorgoed voorbijgaat, namelijk één die ‘leefde bij de woorden’ – met dank aan het gymnasium.
De dichteres Hanny Michaelis zat aan het begin van de oorlog op het Vossius, waar zij haar leraar Nederlands Binnendijk leerde kennen en zijn woorden indronk. Zij dook in 1942 onder, terwijl haar verfijnde zielsleven zich verder ontwikkelde. Dubois bespreekt haar recent uitgekomen ‘Oorlogsdagboeken’ met liefde. Willem van de Kamp praat ons bij over het Amerika van Trump. Zijn bijdrage stamt al uit mei en is geschreven in het besef van een president die steeds nieuw verrast, maar zijn vraag hoe Trump een christelijke president kan zijn wordt alleen maar actueler. Iets van het ‘wen er maar aan’, dat vandaag op vele vlakken opgeld doet, lijkt mij hier overigens geboden.
Ook andere bijdragen gaan over de nieuwe politieke verhoudingen. Kees Bloed haakt in op het debat tussen Sam Janse en Paul Cliteur dat woedt over het principieel gewelddadig karakter van het monotheïsme. Anders dan Janse stelt Bloed dat geweld wel degelijk past bij God van wie de Bijbel spreekt. De eenheid van de testamenten staat hier op het spel! Axel Rooze dook onder in de werkelijkheid van de boeddhistische Thai en heeft eigenlijk geen goed woord voor, al dan niet christelijke, Westerse idealen of juist die van de islam. De vrede van Thailand staat hier op het spel! At Polhuis herinnert in zijn commentaar aan de kerkelijke strijd voor vrede nu defensie zich allerwegen nieuw opmaakt: de belijdenis staat hier op het spel! Als dan Meijering een nieuw gedeelte van de KD vertaalt en Den Dulk deze verzoeningsleer ziet als een poging van Barth het gesprek weer vlot te trekken, krijgen we wellicht begrip voor zulke uiteenlopende standpunten. Of anders misschien via het lege benzinevat van Achterberg.
Terwijl Franc de Ronde en Jan Bruin op hun wijze lijken te zeggen: wen er maar aan…
Wessel ten Boom
In de Waagschaal – de nazomer biedt de rijpste vruchten