Van de redactie (nr. 7)

logoIdW

 

Toen tijdens onze redactievergadering ‘het dier’ werd voorgesteld als onderwerp voor het dikke zomernummer, vielen alle eerder overwogen thema’s meteen van tafel. Een dier is dan ook meer dan een verantwoord ‘thema’. Zeg mij wat uw dier is, en ik zal zeggen wie u bent… Bij deze dus, een boordevolle ark en vrolijke beestenboel. Slechts drie bijdragen vallen erbuiten: Gerard den Hertog bespreekt een nieuw deel van Meijerings serie van vier met vertaling van fragmenten uit de KD, die samen een kleine ‘Godsleer’ vormen; Gerrit Meeuwissen zet de serie ‘geestelijk Songbook’ voort – wie volgt?, en At Polhuis blikt nog eens terug op het verscheuren van Jezus. In het midden overigens worden de diverse bijdragen (waarin de theoretische reflectie toch weer overheerst…) onderbroken door ‘Brood en vis’ van de jonge (foto-)grafisch kunstenares Linda Hermans (www.lindahermans.nl), dat zij speciaal voor dit nummer ontwierp. Met dank!

Wouter Klouwen mediteert over de duif als onwillige zendeling, Coen Constandse spreekt over het beest in ons dat alleen God kan redden, Udo Doedens verkent aan de hand van Bibi Doumon Tak het dier als randverschijnsel, zeg: ‘onmogelijke mogelijkheid’.

Hetty Boersma woonde in een veel te grote pastorie, totdat op een dag Boris bij haar introk. Het lam wordt nog steeds en niet eens bloedeloos naar onze slachtbank vervoerd, zo At Polhuis. Een tweede ervaring (weer een vrouw): Coen Constandse had een gesprek met Judith Price over de trefzekere herkenning tussen haar en haar pony, waar niemand tussenkwam. Waarna Willem Maarten Dekker de andere, minstens even wonderlijke kant van deze gemeenschap benoemt: dieren delen in des mensen val.

Niet alleen de Bijbel, ook de Koran staat vol met dieren. Islam-kenner Karel Steenbrink onderzoekt het narratieve aspect van meerdere dieren, en met name het paard; dat er dit keer niet best van afkomt. De dichter Eliot ziet echter eschatologische kansen voor het nijlpaard en bij Peter Verbaan gloort verzoening voor de leviathan als narratief speelgoeddier.

Afstand of identificatie? Wessel ten Boom las een boek over Nietzsche, zijn dieren en een door hem geïnspireerde ‘terrasofie’, Achterberg droomt van warme melk, Coen Constandse bezocht een moderne stal waar de koe centraal staat, en André van Dijk vat haar bij de horens: is ook het dier niet subject en zelfs rechtspersoonlijkheid? Maar de lofzang Gods om mens en dier krijgt het laatste woord, zo bij Kopmels en Lloyf Haft. Lezer, heb deze zomer het dier lief, ook in u zelf!

Wessel ten Boom

In de Waagschaal – blaffende honden bijten niet