Van de redactie

logoIdW

Zesenzeventig jaar nadat Indonesië haar onafhankelijkheid uitriep en zich begon los te maken van Nederland is zowel hier als daar de herinnering aan het koloniale verleden springlevend. In de eerste bijdrage aan dit themanummer, een reconstructie van de manier waarop in de loop der jaren is omgegaan met een gewelddadige gebeurtenis ten tijde van de ‘politionele acties’, merkt Lucien van Liere op dat de reflectie op het verleden toeneemt naarmate het aantal direct betrokkenen kleiner wordt. De vragen die op dit moment, ook in dit nummer, worden gesteld zijn wellicht ook andere dan de vragen van pakweg vijftig jaar geleden. Nu pas zijn wij eraan toe om ons af te vragen wat voor ons land een ‘postkoloniaal bewustzijn’ zou inhouden. Want al zijn wij ‘ons Indië’ al lange tijd kwijt, de gedachte dat wij ginds iets te brengen hadden, dat Europa in de wereld een missie heeft en dat Rome, Londen en Parijs een ander soortelijk gewicht hebben dan bijvoorbeeld Bejing, Jakarta of Brasilia ligt nu op de behandeltafel. Nu – in een tijd van klimaatcrisis, onafzienbare migratiestromen, wereldwijd terrorisme en de afbrokkeling van de Amerikaanse hegemonie, nu – in een tijd waarin de geschiedenis misschien herschreven moet worden om recht te doen aan diversiteit en inclusiviteit. Drie bijdragen stellen de vraag of een postkoloniaal bewustzijn volledig moet afrekenen met de gedachte van een Europese en ook christelijke missie: Coen Constandse rakelt op hoe destijds A.A. van Ruler de Nederlandse koloniale activiteiten verdedigde. Jilles de Klerk nuanceert het negatieve oordeel van Jan Brokken over de Nederlandse zending in Indonesië. Daarnaast bloemleesden we fragmenten uit het dagboek van K.H. Miskotte ten tijd van zijn reis door de Indische archipel. Twee artikelen uit Indonesië (van Zakaria Ngelow en Kor Grit) vertellen hoe postkoloniaal denken in Indonesië vooral het zoeken naar eigen bronnen en waarden behelst en de vraag oproept hoe een en ander gepaard kan gaan met tolerantie en zelfkritiek. Conclusies blijven in deze aflevering achterwege, of het moest de oproep van Van Liere zijn aan het adres van de theologie om historisch gegroeide identiteiten met elkaar te verbinden ‘en het heden te beleven vanuit een wispelturig verleden’.

Udo Doedens

In de Waagschaal, jaargang 50, nr. 9. 18 september 2021