Van de redactie

logoIdW

In dit eerste nummer van een nieuwe jaargang bepaalt de exegetische miniatuur de aandacht bij Psalm 1. De weg van de gelukkige mens blijkt een weg van opstanding te zijn tegenover de stilstand waar de weg van de spotter op uitloopt. Victor Kal laat zien hoe je op de weg van de Torah leert om het land dat we bewonen aan God toe te vertrouwen, zodat we het als nieuw van Hem kunnen ontvangen en als bevrijde mensen de toekomst tegemoet gaan. In zijn bewondering voor Williams’ doordenking van de verhouding God-mens in Christus vraagt Coen Constandse zich af waar het volk gebleven is dat het bijbelse land bewoont en ons Jezus als Messias heeft leren kennen. In de Europese muziek en kunst horen en zien we dat messiaanse wel doordringen en het verschil maken. Udo Doedens hoort met Grillparzer messiaanse klanken in Clara Wiecks vertolking van Beethoven. En in zijn meedenken met Adorno over kunst en traditie mist Sjoerd van Hoorn het messiaanse moment van transcendentie waar Walter Benjamin op wijst. Daarin zal alsnog gered worden wat verloren is gegaan. Coen Wessel legt vervolgens het dramatische verschil bloot tussen klimaatactivisme zonder en mét messiaanse hoop. Willem Maarten Dekker ontdekt in onlangs teruggevonden werk van Bavinck hoe het leven met God in Christus ook je karakter vormt. Willem van de Kamp onderzoekt de raadselachtige godsdienstigheid van de Amerikanen. En in haar commentaar roept Mirjam Elbers de lezer op om wat geschreven staat te bewaren voor betere tijden. Met al deze reflecties leggen we het nieuwe jaar in de waagschaal, in het in de meditatie uitgesproken vertrouwen dat de Heer regeert.

Niels den Hertog en Gerben van Manen

In de Waagschaal, jaargang 49, nr. 1. 11 januari 2020