Van de redactie

logoIdW

 

Terwijl in het NRC- Handelsblad de afgelopen weken weer een nieuwe ronde in de niet-aflatende discussie over God als verklaring voor de natuurkundige orde is ingeluid – hoeveel déjà vu’s kan een menselijke geest aan? – houdt u een volgend nummer van ons tijdschrift in handen. Een nummer waarin het over van alles gaat – liefde, verzoening, oecumene, Mozart en ethiek – maar dan in het kader van een god die zonder grond in ons midden is.

Willem Maarten Dekker verrast door een passage uit Hooglied die wij als typisch betrokken op de aardse liefde zouden lezen als verwijzend naar de hemelse Minnaar te doordenken. Ook Wessel ten Boom – nog volop schrijvend onder ons – schrijft over de liefde als verbinding tussen het aardse en het ideële, maar dan aan de hand van de onlangs verschenen biografie van Dèr Mouw. Coen Constandse bepaalt ons bij het einde van de Eerste Wereldoorlog – honderd jaar geleden deze maand – aan de hand van een beeld van ‘de Zwevende’ van Ernst Barlach. Alleen de behandeling van het beeld gedurende de afgelopen eeuw – het gold  als ‘entartete Kunst’, nu hangt er én in (voormalig) Oost- en in West-Duitsland een afgietsel –  bepaalt ons reeds bij de tragiek van de geschiedenis – over het sprekende beeld zelf leest (en ziet) u in dit nummer meer.

Rochus Zuurmond presenteerde onlangs een nieuw boek en voltooide daarmee een drieluik over geloof, gebed en (nu) gebod. Ditmaal niet als voorpublicatie in IdW, maar in dit nummer in nuce klare wijn over ‘God’, de goden en de onmogelijkheid van christelijk moralisme.

Dat in de oecumene de tijden echt veranderd zijn, maken de artikelen van Roetman & Visser ’t Hooft, en Van de Kamp duidelijk. De wereldwijd om zich heen grijpende uniformiteit doet volstrekt tekort aan zowel de veelkleurigheid van de Geest als aan die van charismatische en evangelicale kerken in het Zuiden.

Verzoening tussen Barth en Brunner? Den Dulk las Meijerings vertaling van Brunners verzoeningsleer. Wonderlijk hoe daarbij de één een andere denkweg gaat dan de ander – ook al zijn ze gekomen langs dezelfde haltes.

Ook in de muziek van Mozart meldt zich La Voce – Van ’t Slot kwam deze op ’t spoor en wie zijn bijdrage leest zal zich spoeden naar zijn cd-verzameling of audio.

Naast het commentaar – dit keer over Friezen – benadrukt Gerben Stavenga dat er altijd weer misverstanden rijzen over Barths openbaringsbegrip – en dat Barth die ook niet altijd heeft kunnen ophelderen. Maar als de werkelijkheid van deze Stem nu aan de mogelijkheid vooraf gaat – dan hoeven wij in elk geval geen woorden meer te wijden aan de god der filosofen, of natuurkundigen.

Mirjam Elbers en Peter Verbaan

(In de Waagschaal, jaargang 47, nr. 11. 3 november 2018)