Van de redactie 45/4
Op 29 februari jl. overleed Henk (Hendrik) Vreekamp. Vreekamp behoorde tot het type emotionele dogmatici, dat zich doorgaans graag in de buurt van Israël ophoudt. Zijn ogen hadden iets van een Veluws hert, zijn stem iets van een donderpredikant die door de verzoening was aangeraakt; hij was – met gepaste afstand – een van de meest originele leerlingen van Miskotte. Ook voor In de Waagschaal is zijn lijden een verlies. Collega Bart Gijsbertsen gedenkt hem als naaste.
Drie maal poëzie. De laatste bundel van Joost Zwagerman was noodzakelijkerwijs met enige bombarie omgeven, omdat God en dood enkel assonerend rijmen. Hetty Boersma vergelijkt Zwagerman, die er niet aan lijkt te zijn ontkomen zich hoe dan ook tot iemand als ‘God’ te verhouden, met Jakobs worsteling aan de Jabbok. Bij Marjolijn van Heemstra, zo laat Coen Wessel zien, is er juist geen sprake van een gekweld-zijn maar fier zelfbewustzijn – wat Hem misschien pas echt raadselachtig maakt. Wie heeft het beste deel gekozen? Gerrit Achterberg bleef niet staan maar ging de drempel over. Willem Maarten Dekker analyseert twee minder bekende gedichten van hem.
Inderdaad: Israël. Jan Willem Stam was op de laatste Barth-Tagung waar § 34 uit de KD onderwerp van gesprek was. Hij doet geanimeerd verslag. Niet alleen Israël blijkt steeds weer een grootheid die zich aan onze begrippen onttrekt – geldt dat niet evengoed voor Karl Barth, zo is een van Stams conclusies. Iets daarvan zien we wellicht in de bespreking van Barths laatste Unveröffentlichte Texte, die Wessel ten Boom hier voortzet. Zoals bekend had Noordmans (zie pag. 8 voor de studiedag!) bedenkingen bij Barths scheppingsleer als te ‘ontologisch’. Ook Ten Boom lijkt er niet helemaal gerust op.
Udo Doedens is dat evenmin. Wat betreft de goede bedoelingen van alle goede doelen, welteverstaan. En houdt, net als Achterberg, een pleidooi voor af en toe wat bloed. De wond openhouden? De meditatie van Coen Constandse toont hiervan denk ik het geheim.
In de bijdragen van Constandse (missionair kerk-zijn?), Polhuis (vader en zoon Planck) en Visser ’t Hooft (vriendelijk verzet) wordt op drie heel verschillende manieren nog eens duidelijk waarom theologie, cultuur en politiek elkaar raken. En dan voeg ik het commentaar van Wessel daar graag aan toe.
Tot slot: wie slecht ziet kan zich bij mij extra digitaal abonneren (gratis). Door een ‘persoonlijk misverstand’ in mijn PC ben ik helaas sommige adressen van u kwijt. Meldt u zich als u niets meer ontvangt. En meldt u zich natuurlijk bij interesse.
Wessel ten Boom
In de Waagschaal – kom, over de drempel