Van de redactie 2018/3

logoIdW

 

Hoe minder een mens gelooft, hoe meer hij ernaar verlangt God te ontmoeten, denk ik wel eens. Waar in de Bijbel met een zekere huiver over ontmoetingen met de Heer wordt gesproken (wat lang niet altijd goed afloopt!), hunkert de moderne mens naar een teken van Aanwezigheid. Sinds schepping en geschiedenis voor ons besef weinig meer met God te maken hebben, missen we Hem des te meer. Dat de lezer in dit nummer geconfronteerd wordt met een symposium over de geseculariseerde Franz Overbeck, vriend van Nietzsche, én met de Rebible van ‘new age’-vrouw Inez van Oord, is dan ook geenszins tegenstrijdig. Ook de twee andere aankondigingen van een studiedag, over het geweld in de Bijbel én over de kunst van vertalen, wijzen erop hoe de vraag naar God zélf de bede om zijn Koninkrijk ietwat heeft verdrongen. Ik nodig u uit om de artikelen vanuit dit besef te lezen.

Coen Wessel spreekt twee keer over de Doop. We herkennen het verlangen om ingelijfd te zijn in God; maar hoe onschuldig is dat? Vergeleken met de Doop, zo Wessel, is de besnijdenis niet meer dan ‘een schrammetje’; en het Amerikaanse Dooptafereel uit Kansas van 1928 van de hand van John Curry is toch niet zonder geweld. Oud-redacteur Marijke van Selm gaat achter de Doop terug naar het zwarte water dat een reëel gevaar vormt, en zelfs de kerkgang van haar moeder eens ontregelde. Vanuit de serie ‘Barth voor beginners’ is dan Gods uitverkiezing aan de beurt. Ook Overbecks leerling Karl Barth lijft de mens principieel in God in, zo kun je zeggen, nadat deze eerst lijkt te zijn ondergesneeuwd in de tijd.

Maar als ons leven ‘verborgen is in God’ (Kol. 3:3), geeft dat misschien extra ruimte aan een nieuw Hem ervaren? Piet van Veldhuizen bespreekt met sympathie de inhaalslag door Inez van Oord om nu ook de Bijbel met nieuwe ogen te lezen, als ongedoopt. Coen Constandse komt terug op het mooie boek van Gerben van Manen over het ontmoeten van God en brengt een verhelderende vraag in: moet alles van God ook een ontmoeting met Hem zijn? Peter Verbaan vertelt van een indringende ontmoeting met Neo Rauch, in diens werken, zonder bijschrift.

Maar dat we in ons spreken over God niet zonder geschiedenis uitkomen, dat tonen tot slot de bijdragen van Keesfrank Klaassen over Lazarus en de rijke man, Wessel ten Boom over Meijering en de kerkvaders, en vooral At Polhuis over Trump en Jeruzalem.

Wessel ten Boom

In de Waagschaal – het was maar een ontmoeting